Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , te [woonplaats] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beoordeling rechtbank
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 27 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, die een exploitatievergunning voor passagiersvervoer had aangevraagd, en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam, dat deze aanvraag had afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de afwijzing van de aanvraag op basis van de Regeling uitgifteronde 2022 voor exploitatievergunningen passagiersvaart rechtmatig was. Eiseres had haar aanvraag ingediend op 16 april 2018, maar de afwijzing was gebaseerd op een vergunningenstop die gold voor aanvragen die niet binnen een specifieke periode waren ingediend. Eiseres stelde dat de afwijzing in strijd was met artikel 11 en 13 van de Dienstenrichtlijn, maar de rechtbank volgde deze redenering niet. De rechtbank oordeelde dat de Regeling 2022 van toepassing was ten tijde van het bestreden besluit en dat de belangenafweging die aan deze regeling ten grondslag lag, redelijk was. Eiseres had ook aangevoerd dat het bestreden besluit onrechtmatig was omdat verweerder nieuw beleid had geïntroduceerd, maar de rechtbank oordeelde dat dit niet het geval was. Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees zij de verzoeken van eiseres af.