Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
de vereniging met volledige rechtsbevoegdheid De Bewoners,
VERDER VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- antwoord met producties;
- instructievonnis;
- dagbepaling mondelinge behandeling;
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 15 oktober 2020 uitspraak gedaan in een geschil tussen De Bewoners, een huurdersorganisatie, en Stichting Pensioenfonds van de Metalektro (PME), de verhuurder van drie appartementencomplexen. De Bewoners vorderden dat PME het gewijzigde huurprijsbeleid niet mocht uitvoeren en dat de huurprijsverhoging per 1 juli 2019 op 0% moest worden gesteld. De zaak kwam voort uit een adviesaanvraag van PME aan De Bewoners over de jaarlijkse huurverhoging, waar De Bewoners negatief op adviseerden. PME besloot echter om het advies niet te volgen, wat leidde tot de vordering van De Bewoners.
De kantonrechter oordeelde dat PME niet in strijd heeft gehandeld met de Wet op het overleg huurders verhuurder (Wohv) omdat er geen sprake was van een beleidswijziging. PME had haar beleid consistent gevolgd en de huurverhogingen waren in lijn met de richtlijnen van de overheid. De rechter wees de vorderingen van De Bewoners af, inclusief de verzoeken om herstel van gebreken en schadevergoeding, en benadrukte dat deze vorderingen niet door een huurdersorganisatie konden worden ingesteld voor individuele bewoners. De kantonrechter moedigde PME aan om opnieuw in gesprek te gaan met De Bewoners over de zorgen die waren gerezen rondom onderhoud en communicatie.
De proceskosten werden gecompenseerd, wat betekent dat elke partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis benadrukt de belangrijke rol van huurdersorganisaties in het huurprijsbeleid en de verplichtingen van verhuurders onder de Wohv.