ECLI:NL:RBAMS:2020:5379

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 november 2020
Publicatiedatum
6 november 2020
Zaaknummer
C/13/691061 / KG ZA 20-903 en C/13/691234 / KG ZA 20-917
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vonnis in kort geding over ontruiming en exploitatie van horeca bedrijfsruimte in verband met coronamaatregelen

In deze zaak, die op 2 november 2020 door de Rechtbank Amsterdam is behandeld, hebben eisers, [eiser] en [eiseres], een kort geding aangespannen tegen Grand Café De Bosbaan B.V. (hierna: GC De Bosbaan) met betrekking tot de ontruiming van een horeca bedrijfsruimte. De eisers vorderden primair de ontruiming van het pand, subsidiair dat GC De Bosbaan verplicht werd om het pand open te stellen na opheffing van de coronamaatregelen. De rechtbank oordeelde dat er op dat moment geen huurachterstand was en dat er geen grond was om GC De Bosbaan te veroordelen tot ontruiming. De rechtbank stelde vast dat de sluiting van het pand in oktober 2020 niet onterecht was, gezien de overheidsmaatregelen die op 14 oktober 2020 in werking traden. De vordering tot betaling van een contractuele boete werd eveneens afgewezen, omdat niet met zekerheid kon worden vastgesteld hoe lang GC De Bosbaan haar deuren had gesloten.

In een tweede zaak vorderde GC De Bosbaan dat de vennootschap Venus & Adonis Beheer B.V. in haar plaats als huurder zou worden aangesteld. De rechtbank oordeelde dat GC De Bosbaan niet voldoende spoedeisend belang had en dat er onvoldoende waarborgen waren voor een goede bedrijfsvoering door de nieuwe huurder. De vordering werd afgewezen. Beide partijen werden veroordeeld in de proceskosten van de tegenpartij, waarbij de kosten voor GC De Bosbaan op € 3.022,- en voor [eisers] op € 1.636,- werden begroot.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
Vonnis in kort geding van 2 november 2020 in de zaken
met zaaknummer / rolnummer: C/13/691061 / KG ZA 20-903 AB/JD
van

1.[eiser] ,

2.
[eiseres],
beiden wonende te [woonplaats] ,
eisers bij dagvaarding van 13 oktober 2020,
advocaat mr. H.C. Koops te Amstelveen,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GRAND CAFÉ DE BOSBAAN B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
gedaagde,
advocaat mr. K. Mels te Purmerend,
en met zaaknummer / rolnummer C/13/691234 / KG ZA 20-917 AB/JD
van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
GRAND CAFÉ DE BOSBAAN B.V.,
gevestigd te Amstelveen,
eiseres bij dagvaarding van 13 oktober 2020,
advocaat mr. K. Mels te Purmerend,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
1. [eiser] ,2. [eiseres] ,beiden wonende te [woonplaats] ,
gedaagden,
advocaat mr. H.C. Koops te Amstelveen.
[eiser] en [eiseres] zullen hierna samen [eisers] worden genoemd en Grand Café De Bosbaan zal worden aangeduid als GC De Bosbaan.

1.De procedure

Ter zitting van 21 oktober 2020 waren partijen het erover eens dat de oorspronkelijke mede-eiseres en medegedaagde Mope Holding B.V. geen
(ver-)huurder is en in deze zaken dan ook niet langer partij zal zijn.
[eisers] en GC De Bosbaan hebben de vorderingen zoals omschreven in de dagvaardingen in beide zaken over en weer toegelicht, waarbij [eisers] de eis in de zaak met rolnummer KG ZA 20-903 bij akte van 21 oktober 2020 heeft gewijzigd zoals hierna onder 3.1 weergegeven. Partijen hebben over en weer verweer gevoerd tegen de ingestelde vorderingen.
Beide hebben producties en een pleitnota ingediend. Vonnis is bepaald op heden.
Ter zitting waren aanwezig:
[eiser] en [eiseres] met mr. Koops,
aan de kant van GC De Bosbaan:
[naam 1] , [naam 2] en [naam 3] met mr. Mels.
Verder waren [naam 4] met zijn advocaat mr. J. Drijfholt aanwezig.

2.De feiten

In beide zaken:
2.1.
[eisers] heeft tot januari 2010 café-restaurant GC De Bosbaan geëxploiteerd in een horeca bedrijfsruimte met ommuurd terras aan de [adres] . GC De Bosbaan huurde die ruimte destijds van Mope Holding B.V., waarvan [eisers] de aandeelhouder was. Op 14 januari 2010 heeft [eisers] GC De Bosbaan verkocht aan de huidige eigenaren, de [familie] uit [plaats] . Op 29 januari 2010 heeft [eisers] het opstalrecht van de horeca bedrijfsruimte gekocht van Mope. Mope en [naam 5] hebben voor die ruimte een huurovereenkomst gesloten op 29 januari 2010. Thans is [eisers] verhuurder en [naam 5] huurder onder die verhuurovereenkomst.
2.2.
In de huurovereenkomst is onder meer het volgende bepaald.
10.2
Openingstijden: de huurder is verplicht het gehuurde minimaal gedurende zes dagen per week, waaronder de zaterdag en zondag van 10:00 tot 16:00 uur voor het publiek geopend te hebben en te houden en daarin daadwerkelijk zijn bedrijf uit te oefenen, zulks behoudens bijzondere omstandigheden naar oordeel van verhuurder. De openingstijden en afwijkingen daarvan dienen voor het publiek duidelijk waarneembaar te zijn.
2.3.
Op de huurovereenkomst zijn de Algemene Bepalingen Huurovereenkomst Winkelruimte en andere bedrijfsruimte in de zin van artikel 7:290 BW van toepassing. Daarin is onder meer het volgende bepaald.
6.1
Huurder zal het gehuurde – gedurende de gehele duur van de huurovereenkomst – daadwerkelijk, geheel, behoorlijk en zelf gebruiken (…)
34.Indien huurder zich, na door verhuurder behoorlijk in gebreke te zijn gesteld, niet houdt aan de in de huurovereenkomst en in deze algemene bepalingen opgenomen voorschriften verbeurt huurder aan verhuurder (…) een direct opeisbare boete van € 250,00 per kalenderdag voor elke kalenderdag dat huurder in verzuim is.
2.4.
Partijen voeren een procedure over de hoogte van de huurprijs. De kantonrechter heeft in die procedure op 27 mei 2020 een deskundige benoemd. Op 11 augustus 2020 heeft deze deskundige een conceptrapportage uitgebracht waarin de huurwaarde is vastgesteld op € 204.526,- per jaar. Op 4 september 2020 hebben beide partijen daarop gereageerd.
2.5.
Vanaf maart 2020 zijn partijen verwikkeld in een geschil over betaling van de huur. Bij vonnis in kort geding van de kantonrechter van deze rechtbank van 31 juli 2020 is GC De Bosbaan veroordeeld tot betaling van 50% van de huurtermijnen over de maanden april en mei 2020 en 75% van de huurtermijn van de maand juli 2020, en is bepaald dat GC De Bosbaan in de maanden juli, augustus en september 2020 kan volstaan met betaling van 75% van de verschuldigde huurtermijnen, onder de voorwaarde dat zij binnen vier weken een bodemprocedure over de huurvermindering tegen [eisers] aanhangig zou maken. Dat heeft GC De Bosbaan op 31 augustus 2020 gedaan. In die procedure vordert GC De Bosbaan onder meer € 159.550,- aan schadevergoeding van [eisers] .
2.6.
Bij e-mail van 4 september 2020 heeft GC De Bosbaan aan [eisers] verzocht om indeplaatsstelling van [naam 4] als huurder van de horeca bedrijfsruimte.
2.7.
Op 3 oktober 2020 hing aan de gesloten deuren van GC De Bosbaan een aanplakbiljet met de tekst “
De maand oktober zijn wij gesloten. Op zaterdag en zondag zijn wij van 10.00 – 14.00 open voor To Go”.
2.8.
Op 12 oktober 2020 heeft de deskundige zijn definitieve advies uitgebracht, waarin de vastgestelde huurwaarde van het gehuurde op grond van artikel 7:303 BW is bepaald op € 202.111,- per jaar, exclusief BTW.

3.Het geschil

In de zaak met rolnummer KG ZA 20-903:
3.1.
[eisers] vordert na wijziging van eis
primair
I GC De Bosbaan te veroordelen om de horeca bedrijfsruimte te ontruimen,
subsidiair
II GC De Bosbaan te gebieden om, nadat de overheidsmaatregel tot tijdelijke sluiting van horecagelegenheden is opgeheven, de horeca bedrijfsruimte open te stellen en daarin daadwerkelijk haar bedrijf uit te oefenen gedurende minimaal zes dagen per week, waaronder de zaterdag en zondag van 10.00 uur tot 16.00 uur, op straffe van een dwangsom,
primair en subsidiair
III GC De Bosbaan te veroordelen om aan [eisers] te betalen een bedrag van € 3.750,- aan contractuele boetes,
IV GC De Bosbaan te veroordelen om aan [eisers] een bedrag van
€ 18.051,96 te betalen bij wijze van schadevergoeding, voor iedere maand na ontruiming tot aan het moment waarop het gehuurde opnieuw aan een derde partij is verhuurd,
V GC De Bosbaan te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de wettelijke rente en de nakosten.
3.2.
[eisers] legt aan zijn vorderingen ten grondslag dat GC De Bosbaan ernstig tekort schiet in haar verplichtingen uit hoofde van de huurovereenkomst, door vrijwillig en uit eigen beweging de deuren van het gehuurde te sluiten. [eisers] loopt daardoor het risico op maatregelen door de gemeente, omdat hij op grond van de opstalovereenkomst verplicht is de horeca bedrijfsruimte geopend te hebben voor het publiek. Door dit handelen verbeurt GC De Bosbaan sinds 1 oktober 2020 een boete van
€ 250,- per dag op grond van artikel 34 van de Algemene Bepalingen, aldus steeds [eisers] .
3.3.
GC De Bosbaan voert verweer.
In de zaak met rolnummer KG ZA 20-917:
3.4.
GC De Bosbaan vordert
I [eisers] te bevelen om te gehengen en te gedogen dat de besloten
vennootschap Venus & Adonis Beheer B.V. in de door GC De Bosbaan gehuurde bedrijfsruimte het café-restaurant Grand Café De Bosbaan exploiteert, totdat onherroepelijk zal zijn beslist op een in te stellen vordering om de besloten vennootschap Venus & Adonis Beheer B.V. in haar plaats te doen stellen als huurder van die bedrijfsruimte,
II [eisers] te veroordelen in de kosten van deze procedure, te vermeerderen met de nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente.
3.4.
GC De Bosbaan legt aan haar vorderingen ten grondslag dat haar vordering om gemachtigd te worden om Venus & Adonis B.V. als huurder in haar plaats te stellen in een door haar te entameren bodemprocedure zal worden toegewezen.
Aan de voorwaarden die artikel 7:307 Burgerlijk Wetboek daaraan stelt is immers voldaan. Zij stelt dat zij spoedeisend belang heeft om, vooruitlopend op die bodemprocedure, haar bedrijf te kunnen overdragen aan Venus & Adonis B.V., nu zij als gevolg van de coronacrisis in ernstige financiële problemen terecht is gekomen en haar verliezen zoveel mogelijk probeert te beperken.
3.5.
[eisers] voert verweer.
3.6.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
In de zaak met rolnummer KG ZA 20-903:
Ontruiming
4.1.
Partijen zijn het er niet over eens hoe lang GC De Bosbaan haar deuren in de eerste helft van oktober 2020 heeft gesloten. Volgens [eisers] is het restaurant-café na 1 oktober 2020 gesloten gebleven, terwijl GC De Bosbaan aanvoert dat zij op 1 oktober slechts één dag gesloten is geweest om nieuw aangekondigde corona maatregelen te bespreken met haar personeel. Dat laatste strookt niet met het aanplakbiljet waarop sluiting voor de hele maand oktober was aangekondigd (zie 2.7). Zonder nader onderzoek naar de feiten, waarvoor dit kort geding zich niet leent, kan niet worden uitgemaakt wie hier gelijk heeft. De discussie over de duur van de onverplichte sluiting is echter ingehaald door nieuwe overheidsmaatregelen ter bestrijding van het coronavirus, als gevolg waarvan alle horeca in Nederland vanaf 14 oktober 2020 verplicht is gesloten. Een onverplichte volledige sluiting voor een hele maand, zonder overleg met [eisers] , zou een ernstige tekortkoming in de nakoming van de verplichtingen van GC De Bosbaan uit hoofde van artikel 10.2 van de huurovereenkomst en artikel 6.2 van de Algemene Bepalingen hebben opgeleverd. Voorshands is echter niet aannemelijk dat ook een onverplichte sluiting voor de duur van twee weken, mocht die komen vast te staan, de ontbinding van de huurovereenkomst zou rechtvaardigen. Er is op dit moment dan ook geen grond om GC De Bosbaan te veroordelen tot ontruiming van het gehuurde. Daarbij is van belang dat er op dit moment geen huurachterstand is. Zodra de overheidsmaatregel tot tijdelijke sluiting van horecagelegenheden is opgeheven, zal GC De Bosbaan de horeca bedrijfsruimte weer moeten openstellen en daarin daadwerkelijk haar bedrijf moeten uitoefenen gedurende mimimaal zes dagen per week, waaronder de zaterdag en zondag van 10.00 uur tot 16.00 uur. Op dit moment is dat echter niet aan de orde. Er is dan ook nog geen aanleiding om GC De Bosbaan daartoe op straffe van een dwangsom te veroordelen.
Contractuele boete
4.2.
[eisers] vordert betaling van een contractuele boete op grond van artikel 34 van de Algemene Voorwaarden. Hij stelt dat GC De Bosbaan zich niet houdt aan de in de huurovereenkomst opgenomen voorschriften door het gehuurde sinds 1 oktober 2020 gesloten te houden. Zoals gezegd valt in dit kort geding niet met zekerheid vast te stellen hoe lang GC De Bosbaan begin oktober 2020 onverplicht gesloten is geweest. Ook dit onderdeel van de vordering is dus niet toewijsbaar.
4.3.
[eisers] zal als in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, tot heden aan de zijde van GC De Bosbaan begroot op:
– € 2.042,00 aan griffierecht en

€ 980,00aan salaris advocaat.
Totaal € 3.022,00
In de zaak met rolnummer KG ZA 20-917:
4.4.
GC De Bosbaan vordert, vooruitlopend op een nog te entameren bodemprocedure, dat de besloten vennootschap Venus & Adonis de exploitatie van het café-restaurant van GC De Bosbaan vast mag overnemen. Voor toewijzing van die vordering is vereist dat GC De Bosbaan spoedeisend belang heeft bij haar vordering en dat voldoende aannemelijk is dat de bodemrechter de vordering van GC De Bosbaan tot indeplaatsstelling zal toewijzen. Daarvan zal slechts sprake zijn indien GC De Bosbaan een zwaarwichtig belang heeft bij de overdracht.
De bodemrechter zal de vordering afwijzen indien de voorgestelde huurder (Venus & Adonis) niet voldoende waarborgen biedt voor een volledige nakoming van de overeenkomst en voor een behoorlijke bedrijfsvoering.
4.5.
GC De Bosbaan heeft aangevoerd in ernstige financiële problemen te zijn geraakt als gevolg van de coronacrisis en haar onderneming zo snel mogelijk te willen verkopen om verdere verliezen te beperken. Verder wil haar bestuurder alle horeca-activiteiten afstoten, zijn de verhoudingen met [eisers] verstoord geraakt en hebben haar aandeelhouders inmiddels allen een hoge leeftijd bereikt. Dat zijn echter geen van alle redenen om vooruit te lopen op de normale procedure tot indeplaatsstelling bij de kantonrechter.
4.6.
Daar komt bij dat GC De Bosbaan pas op 9 oktober 2020 de vennootschap Venus & Adonis als beoogde huurder heeft voorgesteld, waardoor voor een gedegen onderzoek naar de soliditeit van deze potentiële nieuwe huurder nog weinig tijd is geweest. Over de waarborgen voor een behoorlijke bedrijfsvoering is vooralsnog niets bekend. Ook om die reden kan niet vooruit worden gelopen op de procedure bij de kantonrechter. De vordering zal worden afgewezen.
4.7.
GC De Bosbaan zal als in het ongelijk gestelde partij worden veroordeeld in de proceskosten, tot heden aan de zijde van [eisers] begroot op:
– 0 € 656,00 aan griffierecht en
– 00
€ 980,00aan salaris advocaat.
Totaal € 1.636,00

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
in de zaak met rolnummer KG ZA 20-903
5.1.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.2.
veroordeelt [eisers] in de proceskosten van GC De Bosbaan, tot op heden begroot op € 3.022,-,
5.3.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad,
In zaak met rolnummer KG ZA 20-917
5.4.
weigert de gevraagde voorzieningen,
5.5.
veroordeelt GC De Bosbaan in de proceskosten van [eisers] , tot op heden begroot op € 1.636,00,-
5.6.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. J. Dekker, griffier, en in het openbaar uitgesproken door mr. M. van Walraven op 2 november 2020. [1]

Voetnoten

1.type: JD