ECLI:NL:RBAMS:2020:5433

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 oktober 2020
Publicatiedatum
11 november 2020
Zaaknummer
RK 20/3067
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Klaagschrift teruggave in beslag genomen motorcrosser, ongegrond verklaard

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 oktober 2020 uitspraak gedaan op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door klager, die de teruggave van een in beslag genomen motorcrosser, merk Kawasaki, vorderde. Het klaagschrift werd op 26 juni 2020 ter griffie ontvangen, waarna het Openbaar Ministerie op 27 juli 2020 zijn standpunt kenbaar maakte. Tijdens de openbare zitting op 16 oktober 2020 werd de raadsvrouw van klager, mr. A. Petrescu, en de officier van justitie, mr. M.A. van der Vlugt, gehoord. Klager zelf was niet verschenen, ondanks een geldige oproep.

De motorcrosser was in beslag genomen op 5 mei 2020, samen met twee andere crossmotoren, omdat deze niet onder een eigenaar geregistreerd stonden. Klager stelde dat hij de motorcrosser te goeder trouw had gekocht via Marktplaats en dat er geen bewijs was dat de motorcrosser van misdrijf afkomstig was. De officier van justitie verzet zich echter tegen de teruggave, omdat het onderzoek nog niet was afgerond en er onvoldoende bewijs was dat klager de eigenaar was van de motorcrosser.

De rechtbank oordeelde dat het belang van strafvordering zich verzet tegen de teruggave van de motorcrosser, omdat het voorwerp in beslag was genomen om de waarheid aan de dag te brengen. De rechtbank concludeerde dat het onderzoek nog loopt en dat niet vaststaat dat klager als rechthebbende van de motorcrosser kan worden beschouwd. Het klaagschrift werd ongegrond verklaard, en klager heeft de mogelijkheid om in cassatie beroep aan te tekenen bij de Hoge Raad binnen veertien dagen na betekening van de beschikking.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Proces-verbaalnummer: PL 1300-2020091794
RK: 20/3067
Beschikking op het klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering van:
[klager] ,
geboren op [geboortedag] 1998 te [geboorteplaats] ,
woonplaats kiezend op het kantooradres van zijn raadsman, mr. P.D. Popescu, Kingsfordweg 151, 1043 GR te Amsterdam,
klager.

1.Procesgang

Het klaagschrift is op 26 juni 2020 ter griffie van deze rechtbank ontvangen.
Het Openbaar Ministerie heeft op 27 juli 2020 schriftelijk zijn standpunt kenbaar gemaakt.
De rechtbank heeft op 16 oktober 2020 de raadsvrouw van klager mr. A. Petrescu, die waarneemt voor haar kantoorgenoot, en de officier van justitie, mr. M.A. van der Vlugt, in openbare raadkamer gehoord.
Klager is, hoewel geldig opgeroepen, niet in raadkamer verschenen.

2.Inhoud van het klaagschrift

Het klaagschrift strekt tot teruggave van het in beslag genomen voorwerp, te weten: een motorcrosser, merk Kawasaki chassisnummer [nummer] (goednummer: 5915314).
In het klaagschrift is opgenomen dat klager de motorcrosser via Marktplaats heeft gekocht en hij derhalve de eigenaar van de motorcrosser is. Hij heeft de motorcrosser te goeder trouw gekocht van een persoon die via Marktplaats in tweedehands goederen handelt. De motorcrosser is zonder papieren verkocht omdat deze bedoeld is voor privéterreinen in plaats van op de openbare weg.
De raadsvrouw van klager heeft naar aanleiding van het standpunt van het Openbaar Ministerie en ter toelichting op het klaagschrift kort samengevat het volgende aangevoerd. De motorcrosser, merk Kawasaki chassisnummer [nummer] , die in de schuur is aangetroffen is de motorcrosser die klager in april 2020 heeft gekocht. Klager heeft destijds foto’s ontvangen van de motorcrosser. Daarnaast blijkt nergens uit dat deze motorcrosser van misdrijf afkomstig is.

3.Standpunt van het Openbaar Ministerie

De officier van justitie heeft – onder verwijzing naar het schriftelijk standpunt van het Openbaar Ministerie – verklaard zich te verzetten tegen teruggave van de in beslag genomen crossmotor aan klager omdat het onderzoek nog niet is afgerond.
Daarnaast is niet gebleken dat klager de eigenaar is van de in beslag genomen crossmotor, merk Kawasaki chassisnummer [nummer] . Het enkele gegeven dat er uit een WhatsApp-gesprek blijkt dat er in april 2020 met iemand heeft gesproken over de levering van een crossmotor is onvoldoende om aan te nemen dat het om de in beslag genomen crossmotor gaat. Immers, op basis van het WhatsApp gesprek kan niet worden vastgesteld dat dit gesprek ziet op de verkoop van de in beslag genomen crossmotor, nu niet wordt gesproken over een chassisnummer of het merk/type motorcrosser, en niet blijkt de crossmotor op de – via WhatsApp verstuurde – foto de in beslag genomen crossmotor is. Bovendien kan zelfs niet worden vastgesteld door wie dit WhatsApp-gesprek is gevoerd. Of de crossmotor uit misdrijf afkomstig is doet niet ter zake.

4.Beoordeling

Uit de stukken en het verhandelde in raadkamer is het volgende gebleken.
Op 5 mei 2020 is op de voet van artikel 94 Sv een motorcrosser, merk Kawasaki chassisnummer [nummer] (goednummer: 5915314), samen met twee andere Kawasaki crossmotoren in beslag genomen. De drie Kawasaki crossmotoren stonden niet onder een eigenaar geregistreerd.
De rechtbank stelt voorop dat het onderzoek in raadkamer naar aanleiding van een klaagschrift als bedoeld in artikel 552a Sv een summier karakter draagt. Dat betekent dat van de rechtbank niet kan worden gevergd ten gronde in de mogelijke uitkomst van een nog te voeren hoofdzaak of ontnemingsprocedure te treden. Daarvoor is in de beklagprocedure geen plaats, omdat ten tijde van een dergelijke procedure veelal het dossier zoals dat uiteindelijk aan de zittingsrechter in de hoofd- of ontnemingszaak zal worden voorgelegd, nog niet compleet is en omdat voorkomen moet worden dat de beklagrechter vooruitloopt op het in de hoofd- of de ontnemingszaak te geven oordeel. Het beperkte karakter van de beklagprocedure komt tot uitdrukking in enkele van de aan te leggen toetsingsmaatstaven (Hoge Raad 28 september 2010, ECLI:NL:HR:2010:BL2823, NJ 2010/654).
In geval van een beklag van de beslagene tegen een op de voet van artikel 94 Sv gelegd beslag dient de rechtbank a. te beoordelen of het belang van strafvordering het voortduren van het beslag vordert, en zo neen, b. de teruggave van het in beslag genomen voorwerp te gelasten aan de beslagene, tenzij een ander redelijkerwijs als rechthebbende ten aanzien van dat voorwerp moet worden beschouwd.
Het belang van strafvordering verzet zich tegen teruggave indien het veiligstellen van de belangen waarvoor artikel 94 Sv de inbeslagneming toelaat, het voortduren van het beslag nodig maakt. Dat is bijvoorbeeld het geval wanneer het inbeslaggenomene kan dienen om de waarheid aan de dag te brengen of om wederrechtelijk verkregen voordeel aan te tonen. Voorts verzet het door artikel 94 Sv beschermde belang van strafvordering zich tegen teruggave indien niet hoogst onwaarschijnlijk is dat de strafrechter, later oordelend, met betrekking tot het voorwerp de verbeurdverklaring zal uitspreken of onttrekking aan het verkeer zal bevelen, al dan niet naar aanleiding van een afzonderlijke vordering daartoe als bedoeld in artikel 36b, eerste lid onder 4°, Sr in verbinding met art 552f Sv.
In het onderhavig geval is sprake van een voorwerp dat volgens het Openbaar Ministerie dient om de waarheid aan de dag te brengen.
De rechtbank dient in dit geval te beoordelen of het onderzoek nog niet is afgerond.
Op grond van de zich thans in het dossier bevindende stukken en het verhandelde in raadkamer is de rechtbank van oordeel dat nu het onderzoek nog loopt, het strafvorderlijk belang van waarheidsvinding zich verzet tegen opheffing van het beslag. Immers, het voorwerp is in beslag genomen met het doel de waarheid aan het licht te brengen en is daartoe ook geschikt. Daarnaast is de rechtbank van oordeel dat niet is komen vast te staan dat klager als rechthebbende van de crossmotor moet worden beschouwd. Op basis van de printscreens het WhatsApp-gesprek kan niet worden vastgesteld dat het gesprek door klager is gevoerd en blijkt evenmin dat gesproken wordt over de verkoop van de in beslag genomen crossmotor, merk Kawasaki chassisnummer [nummer] .
Het beklag zal dan ook ongegrond worden verklaard.

5.Beslissing

De rechtbank komt tot de volgende beslissing.
De rechtbank verklaart het beklag
ongegrond.
Deze beslissing is gegeven door
mr. L. Dolfing, rechter,
in tegenwoordigheid van mr. L.P.H. Borghans, griffier,
en in het openbaar uitgesproken op 16 oktober 2020.
Tegen de beslissing van deze rechtbank staat voor klager beroep in cassatie bij de Hoge Raad open,
in te stellen bij de griffie van deze rechtbank,
binnen veertien (14) dagen na betekening van deze beschikking.