Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Procesgang
2.Inhoud van het klaagschrift
3.Standpunt van het Openbaar Ministerie
4.Beoordeling
5.Beslissing
ongegrond.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 oktober 2020 uitspraak gedaan op een klaagschrift ex artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering, ingediend door klager, die de teruggave van een in beslag genomen motorcrosser, merk Kawasaki, vorderde. Het klaagschrift werd op 26 juni 2020 ter griffie ontvangen, waarna het Openbaar Ministerie op 27 juli 2020 zijn standpunt kenbaar maakte. Tijdens de openbare zitting op 16 oktober 2020 werd de raadsvrouw van klager, mr. A. Petrescu, en de officier van justitie, mr. M.A. van der Vlugt, gehoord. Klager zelf was niet verschenen, ondanks een geldige oproep.
De motorcrosser was in beslag genomen op 5 mei 2020, samen met twee andere crossmotoren, omdat deze niet onder een eigenaar geregistreerd stonden. Klager stelde dat hij de motorcrosser te goeder trouw had gekocht via Marktplaats en dat er geen bewijs was dat de motorcrosser van misdrijf afkomstig was. De officier van justitie verzet zich echter tegen de teruggave, omdat het onderzoek nog niet was afgerond en er onvoldoende bewijs was dat klager de eigenaar was van de motorcrosser.
De rechtbank oordeelde dat het belang van strafvordering zich verzet tegen de teruggave van de motorcrosser, omdat het voorwerp in beslag was genomen om de waarheid aan de dag te brengen. De rechtbank concludeerde dat het onderzoek nog loopt en dat niet vaststaat dat klager als rechthebbende van de motorcrosser kan worden beschouwd. Het klaagschrift werd ongegrond verklaard, en klager heeft de mogelijkheid om in cassatie beroep aan te tekenen bij de Hoge Raad binnen veertien dagen na betekening van de beschikking.