ECLI:NL:RBAMS:2020:5467

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 november 2020
Publicatiedatum
11 november 2020
Zaaknummer
C/13/691110 / KG ZA 20-908
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Kort geding
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot verstrekking van gegevens door Booking.com in verband met frauduleus gebruik van zakelijke creditcard

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 11 november 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Florensis B.V. en Booking.com B.V. Florensis, een tuinbouwbedrijf, vorderde inzage in gegevens van een boeking die met een zakelijke creditcard was gedaan, waarvan zij stelde dat deze frauduleus was. De vordering was gebaseerd op artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering, dat inzage in bescheiden mogelijk maakt voor partijen met een rechtmatig belang. Tijdens de mondelinge behandeling op 28 oktober 2020 heeft Florensis haar vordering toegelicht, terwijl Booking.com verweer voerde. De voorzieningenrechter oordeelde dat er voldoende aanwijzingen waren voor fraude en dat Florensis een spoedeisend belang had bij het verkrijgen van de gevraagde informatie. De rechter oordeelde dat Booking.com niet had aangetoond dat er gewichtige redenen waren om de gegevens niet te verstrekken. De vordering van Florensis werd in grote lijnen toegewezen, met de verplichting voor Booking.com om binnen zeven dagen na betekening van het vonnis inzage te geven in de gevraagde gegevens. Tevens werd een dwangsom opgelegd voor het geval Booking.com niet aan de veroordeling zou voldoen. De proceskosten werden tussen partijen verrekend, waarbij iedere partij de eigen kosten droeg.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/691110 / KG ZA 20/908 AB / MB
Vonnis in kort geding van 11 november 2020
in de zaak van
de besloten vennootschap
FLORENSIS B.V.,
kantoorhoudende te Hendrik-Ido-Ambacht,
eiseres bij dagvaarding van 12 oktober 2020 en akte eiswijziging van 23 oktober 2020,
advocaat mr. B. van Mieghem te Rotterdam,
tegen
de besloten vennootschap
BOOKING.COM B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. A. Oorthuys te Leiden.
Eiseres zal hierna worden aangeduid als Florensis. Gedaagde zal hierna Booking.com worden genoemd.

1.De procedure

Op de mondelinge behandeling van 28 oktober 2020 heeft Florensis de vordering zoals omschreven in de dagvaarding met producties en in de akte wijziging eis toegelicht. Booking.com heeft verweer gevoerd. Beide partijen hebben een pleitnota overgelegd. Na verder debat is vonnis bepaald op vandaag.
Bij de mondelinge behandeling waren aanwezig
aan de zijde van Florensis:
mr. V.W.B. Sloeserwij en [naam] ,
aan de zijde van Booking.com:
mr. Oorthuys en mr. C.J. Braat.

2.De feiten

2.1.
Florensis is een tuinbouwbedrijf, dat zich bezighoudt met de teelt en kweek van bloemen en (sier)planten. Booking.com verleent op haar website diensten voor online reserveringen van onder meer accommodaties.
2.2.
Op 27 juli en 29 juli 2020 zijn met behulp van de door Florensis aan haar werknemer [naam werknemer] verstrekte zakelijke Visa creditcard bedragen afgeschreven van
€ 169,98 respectievelijk € 1.100,00, telkens onder de vermelding “Hotel on Booking.com Amsterdam”. [naam werknemer] heeft geen hotels geboekt of laten boeken en de creditcard is in die tijd niet gestolen of vermist geweest. Florensis heeft de beide transacties op 30 juli 2020 door Visa doen storneren.
2.3.
Een maand eerder had Florensis een, kennelijk frauduleuze, handmatige spoedbetaling van € 50.000,00 weten te verhinderen. Een onderzoek door Hoffmann bedrijfsrecherche leverde geen eenduidige conclusie op. Naar aanleiding hiervan heeft Florensis het contract met een tijdelijke medewerker beëindigd.

3.Het geschil

3.1.
Florensis vordert, na vermeerdering van de eis, dat Booking.com op straffe van verbeurte van een dwangsom wordt veroordeeld om inzage te verschaffen in de volgende gegevens:
I de reiziger die gebruik heeft gemaakt van de boekingen;
II de informatie over het hotel dat is geboekt;
III informatie over het exacte tijdstip waarop en de locatie waarvan de boeking is gemaakt;
IV het IP-adres en het apparaat gebruikt bij de boeking en alle overige technische informatie die in dit verband te achterhalen is;
V informatie over de exacte autorisatieprocedure die is gebruikt voor de controle van de creditcard;
VI overige relevante informatie.
Zij vordert verder Booking.com te veroordelen in de proceskosten, met de wettelijke rente daarover, en in het nasalaris.
3.2.
Booking.com voert verweer.
3.3.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Het gaat zo goed als zeker om fraude, waarbij met behulp van een door Florensis aan een van haar medewerkers verstrekte zakelijke creditcard twee boekingen zijn gedaan bij Booking.com, die niet zijn gerelateerd aan het bedrijf en waarvoor die medewerker geen verklaring heeft. Booking.com heeft geweigerd nadere gegevens over deze beide boekingen te verstrekken. Reden voor Florensis om de hiervoor onder 3.1. weergegeven vordering op grond van artikel 843a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) in te stellen.
4.2.
Booking.com voert aan dat van Florensis mag worden verwacht dat zij haar stellingen deugdelijk uitwerkt en staaft met producties. Zij betwist het merendeel van de gestelde feiten bij gebrek aan wetenschap. De onderbouwing met producties van de kant van Florensis houdt inderdaad niet over, maar na de toelichting die met name haar directeur op de zitting heeft gegeven zijn de relevante feiten voldoende aannemelijk geworden. Overigens heeft Booking.com een voorstel van de voorzieningenrechter om Florensis alsnog gelegenheid te geven nadere bewijstukken in te brengen van de hand gewezen, dus zo zwaar lijkt zij aan het ontbreken daarvan niet te tillen.
4.3.
Florensis heeft tijdig kans gezien de bedragen te doen storneren en heeft dan ook geen financieel nadeel ondervonden van de vermoedelijke fraude, maar onder haar personeel is blijvende onrust ontstaan bij de gedachte dat in hun midden een fraudeur huist. Weliswaar heeft zij onlangs een tijdelijke medewerker, die werd verdacht van een ander fraudegeval, ontslagen, maar zolang niet duidelijk wordt dat die ook hierachter heeft gezeten, blijft de onrust bestaan. Bovendien kan toekomstige schade worden voorkomen door het achterhalen van de fraudeur. Daarmee heeft Florensis een voldoende spoedeisend en rechtmatig belang om op korte termijn nadere gegevens te verkrijgen over degene die misbruik van de door haar verstrekte creditcard heeft gemaakt. Het belang van Booking.com om de gegevens van deze gebruiker van haar website te beschermen weegt daar niet tegenop.
4.4.
Op grond van artikel 843a Rv kan degene die daarbij een rechtmatig belang heeft inzage, afgifte of uittreksel vorderen van bepaalde bescheiden die betrekking hebben op een rechtsbetrekking waarbij hij partij is. De gevraagde bescheiden moeten voldoende specifiek zijn. Booking.com is niet gehouden inzage in gegevens te bieden, als zij voor het niet verstrekken daarvan gewichtige redenen heeft, of als er een geschikt alternatief is om die gegevens te verkrijgen.
4.5.
Florensis vordert inzage in gegevens die zijn opgeslagen in computerbestanden, die naar zij onweersproken heeft gesteld door Booking.com worden bewaard, en waarin eenvoudig digitaal inzage kan worden verschaft.
Dat zijn dus bestaande bescheiden, die bovendien voldoende bepaald zijn.
Van Florensis kan niet worden verlangd dat zij aangeeft in welk bestand elk van de gegevens waarin inzage wordt gevraagd zich precies bevindt.
4.6.
Florensis is geconfronteerd met een onrechtmatige daad door een fraudeur. Ook dat is een rechtsbetrekking als bedoeld in artikel 843a Rv.
4.7.
Van een gewichtige reden aan de kant van Booking.com om de gegevens niet te verstrekken is niet gebleken. Evenmin is gebleken van een geschikt alternatief om die gegevens te verkrijgen.
4.8.
Voor zover Booking.com meent dat zij persoonsgegevens op grond van de AVG alleen mag verstrekken na een rechterlijke uitspraak, is aan die eis met dit vonnis voldaan.
4.9.
Booking.com heeft er terecht op gewezen dat de boekingen zijn teruggedraaid en dat daarvan dus door niemand gebruik kan zijn gemaakt. Het kan dus hoogstens gaan om degene op wiens naam werd geboekt. Het verzoek om “alle overige technische informatie die in dit verband te achterhalen is” en om “overige relevante informatie” is onvoldoende bepaald en zal worden afgewezen. Voor het overige is de vordering toewijsbaar zoals hierna is vermeld. Booking.com heeft niet aangevoerd dat zij niet over de gevraagde gegevens beschikt.
4.10.
Booking.com maakt bezwaar tegen het opleggen van een dwangsom. Florensis gaat volgens haar uit van de onjuiste veronderstelling dat zij niet zal voldoen aan een rechterlijk bevel, maar fundamenteler is volgens haar dat zij niet gehouden is om te voldoen aan gemankeerde verzoeken om informatie.
Dat laatste is waar. Pas op de zitting heeft het verzoek om informatie voldoende handen en voeten gekregen. Dat is reden de proceskosten tussen partijen te verrekenen zoals hierna is vermeld. Een onomwonden toezegging dat aan een eventueel veroordelend vonnis zal worden voldaan is echter door Booking.com niet gedaan, zodat aan de veroordeling een dwangsom zal worden verbonden.
4.11.
Die dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd zoals hierna is vermeld.

5.De beslissing

De voorzieningenrechter
5.1.
veroordeelt Booking.com om binnen zeven dagen na betekening van dit vonnis aan Florensis inzage in de volgende gegevens te verstrekken:
a) de (naam van de) reiziger op wiens naam de boekingen zijn gedaan,
b) naam en plaats van het hotel dat is geboekt,
c) het tijdstip waarop is geboekt en de locatie waarvandaan is geboekt,
d) het IP-adres en het apparaat dat is gebruikt bij de boeking,
e) de autorisatieprocedure die is gebruikt voor controle van de creditcard,
5.2.
veroordeelt Booking.com tot betaling van een dwangsom van € 500,00 voor iedere dag dat zij niet voldoet aan de veroordeling onder 5.1, met een maximum van € 25.000,00,
5.3.
verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4.
verrekent de kosten van deze procedure tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt,
5.5.
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. A.J. Beukenhorst, voorzieningenrechter, bijgestaan door mr. M. Balk, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 11 november 2020. [1]

Voetnoten

1.type: MB