Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Op de zitting waren aanwezig:
2.De feiten
Continueringsperiodevan de overeenkomst zijn de afspraken voor deze periode neergelegd, zoals de prestaties die van LCS worden verwacht. In de artikelen 4 en 5 van de overeenkomst staat dat RFH haar oude fustwasmachines om niet aan LCS in bruikleen geeft totdat de nieuwe fustwasmachines operationeel zijn. Verder staat in artikel 5.2 dat na een periode van 12 maanden na ondertekening van de overeenkomst, dan wel zoveel eerder of later als partijen overeenkomen, LCS de diensten als beschreven in Bijlage 1 zal verlenen met gebruikmaking van de in opdracht van LCS te bouwen fustwasmachines.
Transitie & Retransitiebij de overeenkomst staat over de aanvang van de dienstverlening door LCS het volgende:
Kwaliteit en Kritische Prestatie Indicatoren(KPI’s) staat, voor zover van belang, het volgende:
Service Level Agreement (SLA)
Transitieen bijlage 5
Transitieplanvan de overeenkomst staan de voor die periode gemaakte afspraken. RFH betaalt in de transitiefase een fixed price vergoeding. In artikel 2.3.1 van bijlage 5 staat dat de transitie start op 1 november 2017 en op 1 november 2018 is afgerond.
Overgang van werknemersstaat daarover, voor zover van belang het volgende:
3.Het geschil in conventie
Continueringsperiode geen afwijkende regeling staat voor de suppletievergoeding. Voor beide periodes geldt dat RFH de vergoeding moet voldoen. De achterstallige vergoeding van 15 maart 2019 tot en met 1 september 2020 bedraagt € 239.048,51 (inclusief BTW) en na 1 september 2020 € 14.180,01 (inclusief BTW) per maand. d. Verder hebben partijen nog discussie over de ‘correctie’ op de berekening van LCS. Deze discussie op details in de naverrekening rechtvaardigt niet een opschorting van de betaling door RFH, aldus nog steeds LCS.
Transitie en Retransitiegenoemde overdrachtsprotocol en Dechargedocument. Deze bepalingen zijn echter in de overeenkomst opgenomen vanuit de gedachte dat LCS pas met de dienstverlening zou aanvangen vanaf de inbruikname van de nieuwe fustwasmachines, maar de dienstverlening ving eerder aan door de invoering van de continueringsperiode en voordat de nieuwe machines klaar waren. De operationele ingebruikname van de nieuwe machines vond vervolgens plaats zonder ondertekening van een dechargedocument. Er heeft voorts een evaluatie plaatgevonden en LCS heeft meegewerkt aan de vervolgstappen. Dit had als resultaat dat LCS op 21 december 2018 de locatie Naaldwijk gegund kreeg en de transitiefase naar tevredenheid was afgerond. Pas in augustus 2019 kwam RFH met de noodzaak van een Dechargedocument aanzetten.
4.Het geschil in reconventie
5.De beoordeling in conventie en in reconventie
Transitie & Retransitiemet een decharge-document worden afgesloten. Op dat tijdstip werd immers nog gewerkt met de oude machines en pas vanaf 23 maart 2019 zijn de nieuwe fustwasmachines in gebruik genomen. Vanaf dat moment is vervolgens enige tijd gewerkt met zowel nieuwe als oude machines, waarna de oude machines in overleg zijn uitgefaseerd. De omstandigheid dat werd gewerkt met oude en nieuwe machines betekent niet, zoals RFH stelt, dat de dienstverlening niet is aangevangen. Feitelijk was de nieuwe fustwasserij al in werking en aannemelijk is dat, zoals door LCS aan de hand van het door RFH als bijlage 38 overgelegde overzicht ter zitting toegelicht, de oude machines door LCS alleen ter ondersteuning werden gebruikt op momenten dat dit nodig was voor verbeteringen aan de nieuwe machines en na overleg met RFH.
Overgang van werknemersis verschuldigd. Dat RFH, zoals zij stelt, in november 2018 met de betaling van een bedrag van
€ 108.000,- aan LCS de discussie over de suppletievergoeding in de ‘as-is’ fase heeft afgekocht, doet niet ter zake. Hiervoor is al geoordeeld dat met het in bedrijf gaan van de nieuwe fustwasserij deze fase vanaf maart 2019 was afgerond.
980,00