7.3Oordeel van de rechtbank
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder de feiten zijn begaan en de persoon van verdachte, zoals daarvan ter terechtzitting is gebleken.
Verdachte heeft meermalen met een schroevendraaier gestoken naar en tegen het bovenlichaam van een straatcoach. Verdachte heeft daarbij in het geheel niet stilgestaan bij de mogelijk ernstige gevolgen die hadden kunnen plaatsvinden. De rechtbank weegt in strafverhogende zin mee dat die straatcoaches daar enkel aanwezig waren vanwege hun werkzaamheden, namelijk het bevorderen van de veiligheid op straat. Verdachte had op dat moment bovendien ook een nepvuurwapen bij zich. Uit de aangiftes blijkt dat de straatcoaches mede daarom zo erg zijn geschrokken. Vervolgens is politie ter plaatse gekomen en heeft verdachte zich ook agressief opgesteld tegen de dienstdoende verbalisanten en daarbij een van hen beledigd. Ook hier ging het om een ambtenaar die enkel afkwam op een melding om verdachte naar het politiebureau te vervoeren.
De rechtbank weegt in strafverlagende zin mee dat verdachte veel en ernstig letsel heeft overgehouden aan het toegepaste geweld door de straatcoaches en verbalisanten. Namelijk onder meer een gebroken oogkas, een hersenschudding en een gekneusde hand. Aldus hebben zij hebben niet de-escalerend opgetreden tegen verdachte die op dat moment in een zeer emotionele staat verkeerde. Ook het feit dat verdachte is gefouilleerd door een straatcoach, die daar geen bevoegdheid toe heeft, weegt de rechtbank in strafverlagende zin mee.
De rechtbank heeft gekeken naar het Uittreksel Justitiële Documentatie (het strafblad) van verdachte van 18 augustus 2020. Waaruit blijkt dat verdachte geen recente veroordelingen heeft.
De rechtbank heet kennisgenomen van het rapport van Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering van 17 juni 2020, opgemaakt door mevrouw M. Hamels. In het rapport staat, kort gezegd, de voorgeschiedenis van verdachte omschreven waaronder zijn problematische opvoedsituatie, de verslaafde ouders, de uithuisplaatsing en het verblijf op teintallen plekken bij meerdere pleeggezinnen en instellingen. Verdachte ervaart naar eigen zeggen veel stress en heeft moeite met het vertrouwen van mensen.
Verder heeft de rechtbank ook kennisgenomen van het rapport van Leger des Heils Jeugdbescherming en Reclassering van 3 november 2020, opgemaakt door mevrouw
A. Neslo. De reclassering adviseert hierin het adolescentenstrafrecht toepassen, omdat zij mogelijkheden ziet voor pedagogische beïnvloeding vanuit de betrokken instellingen.
Het schorsingstoezicht loopt, als sinds het begin op 28 februari 2020, moeizaam. Verdachte is slecht bereikbaar of hij raakt in paniek wanneer hij contact heeft met de toezichthouder. Verdachte blijkt erg veel moeite te hebben om mensen te vertrouwen. Aangezien het contact met betrokkene zeer moeizaam verloopt onderhoudt de toezichthouder voornamelijk contact met de betrokken hulpverlening. Stichting Care & Coaching kan verdachte de juiste hulp bieden, echter de zorg die verdachte momenteel ontvangt niet voldoende alsmede financieel niet haalbaar voor de Stichting. Middels een aanvraag van een IBO (individuele betaalovereenkomst specialistische Jeugdhulp) bij de gemeente Amsterdam zou de heer
[verdachte] de juiste zorg geboden kunnen worden. Stichting Care & Coaching is momenteel aan het
onderzoeken hoe de adequate hulp voor betrokkene gefinancierd kan worden. Verdachte verblijft ondertussen in [verblijfadres] , zodat hij nu wel dagelijks begeleiding ontvangt en dagbesteding heeft. De reclassering adviseert een straf zonder bijzondere voorwaarden, omdat zij geen mogelijkheden zien om met interventies of toezicht de risico's te beperken of het gedrag te veranderen.
De rechtbank heeft ook het e-mailbericht van 12 november 2020 van [naam 4] van ’ [verblijfadres] , dagbesteding in oprichting gelezen. Hieruit volgt, kort gezegd, dat verdachte sinds 31 juli 2020 verblijft bij [verblijfadres] . Daaraan voorafgaand was hij een week eerder te voet vertrokken vanuit Amsterdam en was hij daar zowel mentaal als fysiek in slechte conditie aangekomen. ’ [verblijfadres] zorgt voor opvang, dagactiviteiten en een slaapplek. Verdachte is onderdeel gaan uitmaken van het gezin. Verdachte is zeer getraumatiseerd en vertrouwen in de mensheid, met name in hulpverlening, ontbreekt volledig. Verdachte vlucht op dit moment in alcohol, softdrugs en gamen. Door de maanden heen is er een proces gestart waardoor er positieve ontwikkelingen op het gebied van vertrouwen en zelfzorg te melden zijn. Hij heeft de kans nodig om zijn trauma’s te verwerken in een stabiele en liefdevolle omgeving. ’ [verblijfadres] adviseert dan ook dat verdachte bij hen blijft wonen.
R. Moamedi, verbonden aan Care & Coaching, heeft op de terechtzitting van 17 november 2020, kort gezegd, verklaart dat verdachte bij het [verblijfadres] een vrije en rustige plek heeft in de natuur. Dat pas goed bij verdachte. In Amsterdam zijn er voor hem teveel prikkels. Sinds verdachte in [verblijfadres] verblijft is hij minder onzeker en is zijn zelfvertrouwen gegroeid. De verblijfsvergoeding loopt momenteel via Persoonsgebonden Budget (PGB, maar die vergoeding is niet afdoende voor de begeleiding die verdachte nodig heeft. De Ibo-aanvraag bij de gemeente Amsterdam loopt nog. Vanuit een financieel perspectief zou het prettig zijn, dat indien verdachte wordt veroordeeld, het verblijf bij [verblijfadres] wordt opgenomen als bijzondere voorwaarde en dat toezicht wordt gehouden door de reclassering.
[naam 4] , verbonden aan ’ [verblijfadres] , dagbesteding in oprichting, is ook op de terechtzitting van 17 november 2020, gehoord en persisteerde bij zijn e-mailbericht van 12 november 2020. Ter terechtzitting heeft hij verder benoemd dat verdachte, als uitzondering, zo bij het gezin hoort dat hij buiten de dagbesteding bij hen op het campingterrein kan verblijven. In verband hiermee werkt verdachte, naast de verschillende werkzaamheden voor de camping, ook aan een eigen houten huisje op het terrein. Verder benadrukt [naam 4] dat verdachte ondanks al zijn persoonlijke problematiek altijd open en eerlijk tegen hen is en zich in geen geval fysiek of verbaal agressief heeft opgesteld. Sterker, verdachte zou andere cliënten van de dagbesteding adviseren hoe zij zich verre kunnen houden van agressief gedrag naar anderen. Voor de financiering voor een langer verblijf van verdachte kan men eventueel ook terecht bij de gemeente [plaats] .
De rechtbank zal, gelet op voornoemde reclasseringsrapporten, het adolescentenstrafrecht toepassen en rekening houden met de oriëntatiepunten die het Landelijk Overleg Vakinhoud Strafrecht (LOVS) voor jeugd heeft opgesteld.
De rechtbank houdt verder in de strafoplegging rekening met de persoonlijke situatie van verdachte. De positieve weg die verdachte door middel van hulp van ’ [verblijfadres] is ingeslagen, wil de rechtbank niet doorkruisen. De rechtbank acht daarom een geheel voorwaardelijke taakstraf van 100 uren passend en geboden. Als bijzondere voorwaarde geldt dat verdachte gedurende de proeftijd van twee jaren moet verblijven bij ’ [verblijfadres] . Dit traject is reeds in gang gezet en de situatie zal voor verdachte in de praktijk dan ook niet wijzigen. De rechtbank zal geen reclasseringstoezicht opleggen, nu zowel de reclassering daar geen mogelijkheden toe ziet en verdachte niet gemotiveerd is om aan een dergelijk toezicht mee te werken.