Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[verzoekster] , te [woonplaats] , verzoekster,
het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, verweerder,
[adviesbureau], te Amsterdam.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 4 december 2020 uitspraak gedaan over een verzoek om voorlopige voorziening en een beroep tegen een besluit van het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. Het betreft de verlening van een omgevingsvergunning voor het kappen van een es in de achtertuin van een woning aan de [adres 1] in Amsterdam. De vergunninghouder had de vergunning aangevraagd om de es te kappen zodat de tuin heringericht kon worden. Verzoekster, die in de nabijheid woont, heeft bezwaar gemaakt tegen de vergunning en stelt dat de es gezond is en dat het kappen schade kan toebrengen aan een nabijgelegen monumentale populier. De voorzieningenrechter heeft de zaak op zitting behandeld op 1 december 2020, waarbij zowel verzoekster als vertegenwoordigers van verweerder en vergunninghouder aanwezig waren.
De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat het bestreden besluit zorgvuldig is genomen en dat de adviezen van de boomdeskundige [boomdeskundige] zijn gevolgd. De voorzieningenrechter oordeelt dat er geen weigeringsgronden zijn voor het verlenen van de vergunning en dat het belang van de vergunninghouder bij het kappen van de es zwaarder weegt dan het belang van verzoekster bij het behoud van de es. De voorzieningenrechter heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun rechtsmiddelen.