ECLI:NL:RBAMS:2020:611

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
21 januari 2020
Publicatiedatum
3 februari 2020
Zaaknummer
678587 / FA RK 20-215
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Beschikking
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel in het kader van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg

Op 21 januari 2020 heeft de Rechtbank Amsterdam een beschikking gegeven in een zaak betreffende de voortzetting van een crisismaatregel, aangevraagd door de officier van justitie. Deze aanvraag volgde op een eerder opgelegde crisismaatregel op 19 januari 2020. De rechtbank heeft de mondelinge behandeling op dezelfde datum gehouden, waarbij verschillende betrokkenen, waaronder de betrokkene en zijn advocaat, aanwezig waren. De betrokkene, geboren in 1999, heeft verklaard zich bang te voelen en heeft aangegeven te zijn weggevlucht bij zijn vader. De advocaat van de betrokkene heeft gesteld dat aan de vereisten voor toewijzing van het verzoek is voldaan en refereerde zich aan het oordeel van de rechtbank.

De rechtbank heeft vastgesteld dat er sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel voor de betrokkene, waaronder ernstige psychische schade en verwaarlozing, en dat dit nadeel vermoedelijk voortvloeit uit een psychische stoornis. De rechtbank oordeelde dat de voorgestelde verplichte zorg noodzakelijk is om het nadeel af te wenden, ondanks het verzet van de betrokkene. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven beschikbaar die hetzelfde effect zouden hebben. De rechtbank verleent daarom een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel, die geldig is tot en met 11 februari 2020.

De beschikking is mondeling gegeven door rechter I.M. Nusselder en schriftelijk uitgewerkt op 4 februari 2020. Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open.

Uitspraak

beschikking
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht Team Familie & Jeugd
zaaknummer / rekestnummer: 678587 / FA RK 20-215
kenmerk: OMZ399456
Machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel
Beschikking van 21 januari 2020naar aanleiding van het door de officier van justitie ingediende verzoek tot verlenging van een crisismaatregel, als bedoeld in artikel 7:7 van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg (Wvggz), ten aanzien van:
[betrokkene] ,
geboren [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] ,
wonende te [adres] ,
hierna te noemen: betrokkene,
advocaat: mr. R.P.G. van der Weide.

1.Procesverloop

1.1.
Bij verzoekschrift, ingekomen ter griffie op 20 januari 2020, heeft de officier van justitie verzocht om verlenging van de op 19 januari 2020 opgelegde crisismaatregel.
Bij het verzoekschrift zijn de volgende bijlagen gevoegd:
  • een afschrift van de beslissing tot het nemen van de crisismaatregel d.d. 19 januari 2020;
  • de medische verklaring d.d. 19 januari 2020;
  • een uittreksel uit het curateleregister.
1.2.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 21 januari 2020, op de locatie Arkin, locatie 1ste Constantijn Huygensstraat 38 (TOA) te Amsterdam.
1.3.
Ter zitting waren aanwezig en heeft de rechtbank de volgende personen gehoord:
- betrokkene;
- advocaat van betrokkene, mr. R.P.G. van der Weide;
- behandelend arts, mevrouw M. de Wit;
- behandelend psychiater, de heer R.A. van Elmpt;
- broer van betrokkene, [broer] .
1.4.
De officier van justitie is niet ter zitting verschenen, omdat een nadere toelichting op of motivering van het verzoek niet nodig is.

2.Beoordeling

2.1.
Betrokkene heeft tijdens de mondelinge behandeling verklaard dat hij zich bang voelt. Hij is weggevlucht bij zijn vader. Hij is weggegaan bij zijn vader, omdat hij hem wilde onderdrukken. Betrokkene had niet opgenomen willen worden.
De advocaat van betrokkene is van mening dat aan de vereisten voor toewijzing van het verzoek is voldaan. Hij refereert zich daarom aan het oordeel van de rechtbank.
2.2.
Uit de overgelegde stukken en het behandelde ter zitting is gebleken dat er ten aanzien van betrokkene sprake is van onmiddellijk dreigend ernstig nadeel, gelegen in ernstige psychische schade, ernstige verwaarlozing, acute maatschappelijke teloorgang, bedreiging van de veiligheid van betrokkene al dan niet doordat hij onder invloed van een ander raakt en ernstig nadeel door hinderlijk gedrag, agressie van anderen over zichzelf afroepen. Vermoed wordt dat dit nadeel wordt veroorzaakt door gedrag dat voortvloeit uit een psychische stoornis, in de vorm van een psychotisch toestandsbeeld. De crisissituatie is zo ernstig dat de procedure voor een zorgmachtiging niet kan worden afgewacht.
2.3.
De rechtbank is van oordeel dat de in de crisismaatregel genoemde zorg, te weten:
  • toedienen van vocht, voeding en medicatie;
  • het verrichten van medische controles of andere medische handelingen en therapeutische maatregelen, ter behandeling van een psychische stoornis, dan wel vanwege die stoornis, ter behandeling van een somatische aandoening;
  • beperken van de bewegingsvrijheid;
  • insluiten;
  • uitoefenen van toezicht op betrokkene;
  • onderzoek aan kleding of lichaam;
  • onderzoek van de woon- of verblijfsruimte op gedrag-beïnvloedende middelen en gevaarlijke voorwerpen;
  • controleren op de aanwezigheid van gedrag-beïnvloedende middelen;
  • aanbrengen van beperkingen in de vrijheid het eigen leven in te richten, die tot gevolg hebben dat betrokkene iets moet doen of nalaten, waaronder het gebruik van communicatiemiddelen;
  • opnemen in een accommodatie,
noodzakelijk is om het nadeel af te wenden. Betrokkene verzet zich tegen deze zorg. Er zijn geen minder bezwarende alternatieven die hetzelfde beoogde effect hebben.
2.4.
De voorgestelde verplichte zorg is evenredig en naar verwachting effectief
(artikel 3:3). Uit de stukken blijkt dat rekening is gehouden met de voorwaarden die noodzakelijk zijn om deelname van betrokkene aan het maatschappelijk leven te bevorderen, alsmede met de veiligheid van betrokkene.
2.5.
Gelet op het voorgaande zal een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel worden verleend, welke machtiging een geldigheidsduur heeft van drie weken na heden.

3.Beslissing

De rechtbank:
verleent een machtiging tot voortzetting van de crisismaatregel ten aanzien van
[betrokkene], geboren [geboortedatum] 1999 te [geboorteplaats] voor zover het de in rechtsoverweging 2.3. genoemde vormen van verplichte zorg betreft;
bepaalt dat deze machtiging geldt tot en met 11 februari 2020.
Deze beschikking is op 21 januari 2020 mondeling gegeven door mr. I.M. Nusselder, rechter en in het openbaar uitgesproken bijgestaan door J.M. Vos als griffier, en op 4 februari 2020 schriftelijk uitgewerkt en ondertekend.
Tegen deze beschikking staat het rechtsmiddel van cassatie open
.