3.3.Gelet op de tegensprekende conclusies in voornoemde rapporten, heeft de rechtbank in het tussenvonnis van 20 maart 2019 een deskundige benoemd en aan de deskundige vragen gesteld over de oorzaak van de onthechting van de tegels. In het (eind)rapport van 29 april 2020 heeft de deskundige onder meer en hier van belang het volgende aan de rechtbank meegedeeld:
“(…) De beantwoording van de vragen
(…)
De uitvoeringsrichtlijn URL 35-101 voor het aanbrengen van tegelwerk
Voor het onderzoek hanteer ik onder andere de ten tijde van de uitvoering geldende uitvoeringsrichtlijn URL 35-101 versie 16 maart 2009 als uitgangspunt. Deze richtlijn wordt binnen de branche, waaronder de Bond van Aannemers van Tegelwerken in Nederland (BOVATIN), als basaal document beschouwd waarin omschreven wordt hoe tegelwerk moet worden uitgevoerd en waaraan de ondergrond moet voldoen
. Noot:AE Expertise hanteert in diens rapportage dezelfde richtlijn en citeert hier (deels) uit.
Het lijmadvies voor het tegelwerk
Verder hanteer ik als uitgangspunt voor het onderzoek dat DS (Diamond, toevoeging rechtbank) het tegelwerk heeft aangebracht conform het lijmadvies van Bostik “verlijmen tegel op vloer” versie 23 juni 2015 (…), hieronder letterlijk overgenomen:
(…)
Stap 3: met behulp van Bostik Ardaflex Light kunnen de tegels op de met Bostik Ardagrip special primer voorbereide ondergrond verlijmd worden, zaak is om dit de buttering floating methode te doen zodat er een vrijwel 100% verlijming ontstaat,
Inzake de toedracht:
1. Wat is de oorzaak van de onthechting van de tegels in het gebouw van RD, met inachtneming van de conclusies in de rapporten van Eurocol van 25 maart 2016 en AE Expertise van 25 oktober 2016?
Antwoord:
Op basis van mijn onderzoek is de oorzaak van de (structurele) onthechting van de vloertegels gelegen in (een combinatie van) de volgende factoren:
a. Het niet opgenomen zijn van dilataties en bewegingsvoegen in het vloertegelwerk om optredende schuifspanningen op te vangen. Die schuifspanningen ontstaan door een cyclische opwarming en afkoeling van de vloerconstructie met een ‘vermoeiingsbreuk’ tussen de tegels en de lijm respectievelijk de lijm en de ondergrond. De bezonning, de donkere kleur, de afmeting van het tegelwerk, en de in de vloer opgenomen verwarmingsleidingen zijn daarop van invloed.
***********
Reactie DS (…) op antwoord a van vraag 1.
Met betrekking tot a:
Wij hebben in ons onderzoek (AE Expertise) geen onthechting tussen tegel en lijm kunnen waarnemen. Deze degradatie is o.i. een gevolgschade van langdurige belastingen van de tegelvloer ná de onthechting over een periode van jaren.
Mijn antwoord op de reactie van DS:
Mijn conclusie en antwoord op de vraag wat de oorzaak is van de (structurele) onthechting van de tegels blijft ongewijzigd en is gelegen in het niet opgenomen zijn van dilataties en bewegingsvoegen in het vloertegelwerk om optredende schuifspanningen op te vangen met een ‘vermoeiingsbreuk’ tot gevolg. Die breuk kan primair zijn opgetreden tussen de tegel en de lijm alsook tussen de lijm en de ondergrond. Het is dus niet zo dat de onthechting tussen de tegel en de lijm enkelvoudig moet beoordeeld als een gevolg nadat het tegelwerk al was losgekomen.
**********
b. De omvang van de gebreken heeft zich mede kunnen openbaren door een niet volledig contactvlak (geen 100% verlijming). Daarnaast is sprake van breuk van tegels langs randen en in het volle tegelvlak, óók op locaties waar vrijwel geen sprake is van opwarming/afkoeling zoals kopieerruimte, voorruimte van de toiletgroep, waarvan de oorzaak is gelegen in een onvoldoende draagvlak onder de tegel. Breuk ontstaat tijdens de gebruiksbelasting.
De aspecten onder 1a hadden conform de URL 35-101 vooraf door partijen moeten worden onderkend respectievelijk moeten worden afgestemd en verwijzen u naar hoofdstuk 2 van de URL 35-101 (…), waarin de benodigde uitwisseling van informatie is omschreven respectievelijk de contractvorming. De gebreken onder 1b richten zich op een niet adequate uitvoering van het tegelwerk op die posities.
**********
Reactie DS (…) op antwoord b van vraag 1.
Met betrekking tot b:
Zoals de deskundige al eerder stelde is een 100% verlijming met grootformaattegels gelijmd met een lijmkam onmogelijk. Ook bij sloopvloeren, waar nooit onthechting is opgetreden, komen wij geen 100% verlijmingen tegen en deze is voor de situatie in een kantoorblok geen vereiste, zie ook de URL. Laatste pagina 19: De URL 35-101 geeft duidelijk aan dat de prestatie-eisen een ontwerp aspect zijn. Het is daarom opvallend dat de bouwdirectie van de RD (de heer [naam] ) o.i. onterecht buiten beeld blijft waar deskundige het ontwerp en prestatie-eisen onderwerp bespreekt.
Mijn antwoord op de reactie van DS:
Bij het toegepaste XXL -tegelformaat is de buttering floating- methode (“100% verlijming) een vereiste. Overigens is deze methode ook in het lijmadvies van Bostik het uitgangspunt. Ik heb aangegeven dat een “100% verlijming” van het contactoppervlak vrijwel niet mogelijk is aangezien luchtinsluitingen tussen de tegel en de lijm onvermijdelijk is. Het contactoppervlak dient minimaal 95% te zijn over 95% van het vloeroppervlak. Die luchtinsluiting kan worden beperkt door de lijm (de lijmrillen) in een rechte lijn aan te brengen hetgeen ook is voorgeschreven, in plaats van gespaand zoals wij ook op locatie hebben aangetroffen.
AE stelt dat het opvallend is dat de bouwdirectie van RD
(de heer [naam] ) onterecht buiten beeld blijft waar ik het ontwerp en prestatie-eisen onderwerp bespreekt. Ik heb aangegeven dat de gebreken onder 1b zich richten op een niet adequate uitvoering van het tegelwerk. Ik heb geen inzage in de overeenkomst tussen partijen en de (mogelijk) specifiek gemaakte afspraken over de totstandkoming van het tegelwerk.
***********
2. Is de onthechting het gevolg van het ontbreken van een voldoende tussenlaag zoals in het rapport van Eurocol van 25 maart 2016 wordt gesteld?
Antwoord:
Met de tussenlaag wordt de primerlaag bedoeld zoals DS die overeenkomstig het lijmadvies van Bostik moest aanbrengen. Eurocol stelt dat die primerlaag niet in voldoende mate is aangebracht, waardoor expansieve zouten hebben kunnen ontstaan vanuit de egaliseerlaag met onthechting tot gevolg. Het is niet uit te sluiten dat de primer ‘’te dun’’ is aangebracht. Hierdoor wordt tijdens het verlijmen van de tegels vocht aan de tegellijm onttrokken waardoor de lijm niet goed afbindt en zich een filmlaag vormt aan het oppervlak van de lijmrillen die de hechting van de tegels aanzienlijk beperkt.
De vereiste laagdikte van de primer is evenwel niet vastgelegd en de aangebrachte laagdikte is vrijwel niet meer te achterhalen.
Op basis van mijn overige bevindingen acht ik een (mogelijk) niet afdoende primerlaag niet de primaire oorzaak van de onthechting van het tegelwerk maar kan wel van invloed zijn geweest op het huidige oppervlak wat onthecht is.
(…)
3. Ligt de oorzaak van de onthechting in de gipsegaliseerlaag, zoals is het rapport van AE Expertise van 25 oktober 2016 wordt gesteld *
noot: AE Expertise stelt in deze rapportage dat de oorzaak van de onthechting is gelegen in het niet/niet afdoende aanwezig zijn van bewegingsvoegen.
Antwoord:
Nee. De oorzaak van de onthechting van de tegels is niet gelegen in de gipsegaliseerlaag. Het feit dat de onthechting op die positie (ook) naar voren komt, betekent nog niet systematisch dat deze een ontoereikende oppervlaktecohesie bezit. Zie ook de hiervoor beschreven bevindingen onder ‘’Karakteristieken van de ondergrond en de tegels’’. Daarnaast is uit het dossier niet op te maken dat de ‘’checklist aanvang werk’’ conform de URL 35-101 is gehanteerd. Die checklist geeft aan om diverse risicofactoren van de ondergrond (zoals vocht, vlakheid en dergelijke) waarop getegeld gaat worden te controleren om de kans op onthechting ter plaatse van de ondergrond te voorkomen.
**********
Reactie DS (…) op antwoord van vraag 3.
Ten aanzien van het antwoord op vraag 3:
Hoewel wij in onze eerste rapportage (AE Expertise 25.10.2016) aangaven dat de grote afschuifkrachten door het ontbreken van dilataties en randsparingen de hoofdoorzaak zijn voor onthechtingsmogelijkheden wilden wij op basis van de zichtbare onthechting in de egalisatie laag deze niet uitsluiten en verzochten wij om nader onderzoek. Indien de egalisatie laag aangebracht door firma [bedrijf] wel aan de verwerkingseisen zou voldoen, gesteld door Eurocol (fabrikant), weten wij niet of de vloer zou zijn losgekomen. Deze egalisatie laag is vanwege de gipsbasis de zwakste schakel in het pakket hechtende middelen! Een volmondig nee als antwoord op deze vraag lijkt ons niet terecht.
Wij missen dan ook onderzoek/onderbouwing in het deskundigenrapport m.b.t. de primaire locatie van de onthechting.
Mijn antwoord op de reactie van DS:
Zij bladzijde 7,8 en 9 van dit rapport waarin ik heb aangegeven dat dat egalisatielaag voldoet en de oorzaak van de onthechting van de tegels niet is gelegen in een mindere laagdikte.
**********
4. Zijn het ontbreken van dilataties en randsparingen nog van invloed geweest op de onthechting van het tegelwerk?
Antwoord:
Ja. Zie toelichting bij vraag 1.
Inzake de aard en omvang van de onthechting / losliggend tegelwerk:
5. Waar en in welke mate doet de onthechting van het tegelwerk zich voor?
Antwoord:
Op alle verdiepingen is geconstateerd dat het tegelwerk hol klinkt respectievelijke los ligt met name in de ganggebieden. Dit beoordeel ik als structureel.
6. Is het proces van onthechting nog aan de gang of is dit inmiddels tot staan gekomen?
Antwoord:
In de ganggebieden dient de onthechting als structureel te worden beschouwd. In de entreegebieden zijn delen tegelwerk nog niet onthecht. Aangezien ook in die gebieden onthechting en breuk (langs randen en in het volle tegelvlak) is waargenomen, zal naar verloop van tijd de onthechting zich uitbreiden.
Inzake het herstel:
7. Kan worden volstaan met partieel herstel of dient de gehele tegelvloer opnieuw te worden gelegd?
Antwoord:
Los van het feit dat het merendeel van het oppervlak inmiddels is onthecht dient herstel gericht te zijn op het onder andere aanbrengen van bewegingsvoegen en zal definitief vastgesteld moeten worden of sprake is van gebouwdilataties. Indien dit laatste het geval is dan zullen die dilataties sowieso in de tegelvloer opgenomen moeten worden. Ik beschouw partieel herstel zowel vanuit technisch als praktisch oogpunt niet tot de mogelijkheden behoren. (…)”