ECLI:NL:RBAMS:2020:6368
Rechtbank Amsterdam
- Voorlopige voorziening+bodemzaak
- Rechtspraak.nl
Weigering urgentieverklaring voor huisvesting na relatiebreuk met kinderen
Op 17 december 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak waarin [verzoekster] een urgentieverklaring voor huisvesting had aangevraagd. De aanvraag was geweigerd door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, omdat [verzoekster] niet voldeed aan de voorwaarden voor een urgent huisvestingsprobleem. De voorzieningenrechter oordeelde dat [verzoekster] niet had aangetoond dat zij de woning op basis van het huurrecht had opgeëist en dat er geen sprake was van een urgent huisvestingsprobleem, aangezien zij nog een woning had en niet aan de voorwaarden voor een verbroken relatie voldeed. De voorzieningenrechter concludeerde dat het beroep van [verzoekster] ongegrond was en wees het verzoek om een voorlopige voorziening af. De uitspraak benadrukte dat de situatie van [verzoekster] niet als schrijnend werd beschouwd en dat het college in redelijkheid geen toepassing hoefde te geven aan de hardheidsclausule. De uitspraak werd openbaar uitgesproken en partijen werden geïnformeerd over de mogelijkheid tot hoger beroep.