Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
1. [eiser 1]
2. [eiser 2]
Woningstichting Eigen Haard
Woningstichting Eigen Haard
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak, die voor de Rechtbank Amsterdam is behandeld, hebben eisers, vertegenwoordigd door mr. R. Zwiers, een vordering ingesteld tegen Woningstichting Eigen Haard, vertegenwoordigd door mr. D.M. Koning. De zaak betreft een geschil over schadevergoeding en verhuis- en inrichtingskosten in verband met renovatiewerkzaamheden. Op 7 juli 2020 is er een tussenvonnis gewezen waarin de kantonrechter heeft bepaald dat de vordering tot vergoeding van verhuis- en inrichtingskosten werd afgewezen. De eisers hebben vervolgens een akte ingediend waarin zij de kosten van kunstgras, plinten, jaloezieën en een rolluik hebben opgevoerd, met een totaalbedrag van € 4.015,50. Woningstichting Eigen Haard heeft in een nadere akte aangegeven zich in dit bedrag te kunnen vinden.
De kantonrechter heeft in zijn eindvonnis van 8 december 2020 geoordeeld dat Woningstichting Eigen Haard inderdaad € 4.015,50 aan eisers moet betalen, vermeerderd met wettelijke rente vanaf 10 december 2019. De rechter heeft bepaald dat beide partijen hun eigen kosten dragen, aangezien zij op onderdelen in het ongelijk zijn gesteld. Daarnaast zijn er kosten voor de gemachtigde van eisers toegewezen, die op € 60,00 zijn begroot, met een mogelijke verhoging afhankelijk van de betalingstermijn. Het vonnis is uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat de veroordelingen onmiddellijk kunnen worden uitgevoerd, ongeacht eventuele hoger beroep procedures.
Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, en markeert een belangrijke uitspraak in het civiele recht met betrekking tot schadevergoeding en de verantwoordelijkheden van woningcorporaties bij renovaties.