Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
2.De feiten
1) een eigen autohandel te starten kort nadat [vader eiser] tot terugbetaling was gesommeerd en kort voordat [vader eiser] . zijn autohandel staakte; en
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft eiser, de zoon van een ondernemer, een kort geding aangespannen tegen gedaagde, die geld heeft uitgeleend aan de vader van eiser. Gedaagde heeft beslag gelegd op de bankrekeningen van eiser, stellende dat eiser heeft meegewerkt aan paulianeuze handelingen door activa van zijn vader over te nemen. De voorzieningenrechter heeft op 7 februari 2020 uitspraak gedaan. De zitting was oorspronkelijk gepland op 29 januari 2020, maar is verplaatst naar 6 februari 2020. Eiser heeft verzocht om opheffing van het beslag, stellende dat de vordering van gedaagde ondeugdelijk is. Gedaagde heeft verweer gevoerd en stelt dat eiser onrechtmatig heeft gehandeld door activa van zijn vader over te nemen, waardoor gedaagde in zijn verhaalsmogelijkheden is benadeeld. De voorzieningenrechter heeft geoordeeld dat de vordering van gedaagde summierlijk ondeugdelijk is en dat het beslag niet proportioneel is. De voorzieningenrechter heeft het beslag opgeheven en gedaagde veroordeeld in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gemaakt op 7 februari 2020.