ECLI:NL:RBAMS:2020:7574
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Toewijzing van een vordering tot verwijdering van BKR-registraties na belangenafweging in kort geding
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 21 augustus 2020 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een eiseres en ING Bank N.V. De eiseres, die in financiële problemen verkeerde door een schuldenlast van ruim € 18.000, heeft verzocht om de verwijdering van negatieve BKR-registraties. De eiseres had haar schulden inmiddels afgelost en was werkzaam met een stabiel inkomen, maar ondervond problemen bij het vinden van een nieuwe woning door de BKR-registraties. ING voerde verweer en stelde dat de eiseres geen spoedeisend belang had en dat de termijn voor het indienen van een verzoek tot verwijdering was overschreden. De voorzieningenrechter oordeelde dat de eiseres wel degelijk een spoedeisend belang had, gezien haar aanstaande verhuizing en de moeilijkheden die zij ondervond bij het vinden van een nieuwe woning. De rechter voerde een belangenafweging uit en concludeerde dat de belangen van de eiseres zwaarder wogen dan die van ING. De vordering van de eiseres werd toegewezen, en ING werd veroordeeld om de BKR-registraties te verwijderen. Tevens werd ING veroordeeld in de proceskosten.