ECLI:NL:RBAMS:2020:7586

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
4 juni 2020
Publicatiedatum
1 september 2022
Zaaknummer
AMS20/816, AMS20/817, AMS20/818, AMS20/819, AMS20/820, AMS20/821,AMS20/822, AMS20/823, AMS20/824, AMS20/825, AMS20/835, AMS20/837, AMS20/838, AMS20/839, AMS20/840, AMS20/841, AMS20/842
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van beroepen wegens niet tijdig beslissen door bestuursorgaan

In deze zaak heeft eiseres, gevestigd te Zwaagdijk, zeventien beroepen ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten door het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand op zestien aanvragen uit de jaren 2011 en 2012, alsook het niet beëindigen van een modelovereenkomst. De rechtbank Amsterdam heeft op 4 juni 2020 uitspraak gedaan zonder een rechtszitting te houden. Eiseres heeft op 5 november 2019 zestien ingebrekestellingen verzonden, omdat zij van mening was dat verweerder geen subsidievaststellingsbeschikkingen had genomen en de modelovereenkomst niet bij besluit had beëindigd. Eiseres heeft op 31 januari 2020 de beroepen ingesteld, omdat zij geen reactie van verweerder had ontvangen.

Verweerder heeft in zijn verweerschrift gesteld dat hij reeds op de aanvragen van eiseres had beslist en dat de modelovereenkomst van rechtswege was beëindigd. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres eerder al in beroep was gegaan tegen besluiten op haar subsidieaanvragen en dat zij geen rechtsmiddelen had aangewend tegen eerdere beslissingen. De rechtbank concludeert dat de beroepen van eiseres niet-ontvankelijk zijn, omdat verweerder al beslissingen had genomen voordat de beroepen werden ingesteld.

Daarnaast heeft eiseres verzocht om schadevergoeding, maar de rechtbank heeft dit verzoek afgewezen, omdat eiseres niet had onderbouwd dat zij schade had geleden. De rechtbank heeft de stukken van eiseres doorgezonden aan verweerder ter afdoening als bezwaarschrift, en eiseres is geen griffierecht verschuldigd. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van de beslissing.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummers: AMS 20/816, AMS 20/817, AMS 20/818, AMS 20/819, AMS 20/820, AMS 20/821, AMS 20/822, AMS 20/823, AMS 20/824, AMS 20/825, AMS 20/835, AMS 20/837, AMS 20/838, AMS 20/839, AMS 20/840, AMS 20/841 en AMS 20/842.

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , te Zwaagdijk, eiseres,

en

het bestuur van de Raad voor Rechtsbijstand, verweerder

(gemachtigde: mr. C.W. Wijnstra).

Procesverloop

Eiseres heeft zeventien beroepen ingesteld tegen het niet tijdig nemen van besluiten op zestien aanvragen uit 2011 en 2012 en het niet bij besluit beëindigen van een modelovereenkomst. Verweerder heeft stukken ingediend en een schriftelijke reactie gegeven.
De rechtbank doet uitspraak zonder een rechtszitting te houden. [1]

Overwegingen

1. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [2] Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [3]
2. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten en omstandigheden. Verweerder heeft met eiseres op 17 december 2010 een modelovereenkomst bewindvoerders Wsnp [4] voor de periode 1 januari 2011 tot 31 december 2011 gesloten in het kader van de pilot ‘Bijzondere subsidie Bewindvoerders Wsnp’. Eiseres heeft in 2011 en 2012 bij verweerder zeventien aanvragen ingediend. Het betrof zestien aanvragen voor bijzondere subsidie voor het verlenen van rechtsbijstand in Wsnp-zaken en een aanvraag voor een arrangement. Eiseres is sinds 11 januari 2013 uitgeschreven uit het register voor Wsnp zaken.
3. Eiseres heeft op 5 november 2019 zestien ingebrekestellingen naar verweerder verzonden. Eiseres stelt zich op het standpunt dat verweerder geen subsidievaststellingsbeschikkingen heeft genomen. Daarnaast heeft verweerder volgens eiseres de modelovereenkomst/arrangement die hij op 17 december 2010 met eiseres heeft afgesloten niet bij besluit beëindigd. Op grond hiervan heeft eiseres eveneens een (zeventiende) ingebrekestelling naar verweerder verstuurd. Omdat eiseres geen reactie van verweerder heeft ontvangen heeft zij op 31 januari 2020 zeventien beroepen wegens het niet
tijdig beslissen ingesteld. Eiseres voert hierbij aan dat verweerder zich niet op het standpunt kan stellen dat er reeds beslissingen op haar aanvragen zijn genomen, nu verweerder niet bevoegd is om beslissingen te nemen.
4. Verweerder verwijst in zijn verweerschrift naar de overgelegde stukken uit vorige procedures van eiseres met verweerder. Uit die stukken blijkt dat verweerder zich op het standpunt stelt dat hij reeds op de aanvragen van eiseres heeft beslist bij beschikkingen uit 2011 en 2012. Verweerder stelt zich verder op het standpunt dat het met eiseres gesloten arrangement van rechtswege is beëindigd. Eiseres was hiervan op de hoogte en heeft op 20 december 2012 daarom een aanvraag ingediend om een nieuwe overeenkomst aan te gaan. Eiseres heeft eind 2012 niet geprotesteerd tegen de beëindiging van de pilot of de afloop van de overeenkomst. De beroepen van eiseres dienen volgens verweerder daarom niet-ontvankelijk te worden verklaard.
5. De rechtbank stelt vast dat uit de uitspraak van deze rechtbank van 7 mei 2014 [5] blijkt dat eiseres de besluiten op de subsidieaanvragen reeds in beroep aan de orde heeft gesteld. Dit volgt eveneens uit het door eiseres zelf ingediende verzoek tot herziening van 21 april 2016. Eiseres noemt hierin alle besluiten met kenmerken van de aanvragen. Uit een andere uitspraak van deze rechtbank van 7 mei 2014 [6] volgt bovendien dat eiseres, nadat zij sinds 11 januari 2013 was uitgeschreven uit het register voor Wsnp zaken, hiertegen bezwaar heeft aangetekend, welke ongegrond is verklaard. Eiseres heeft hiertegen geen rechtsmiddel aangewend. Voor zover eiseres heeft aangevoerd dat verweerder niet alleen een (gewijzigde) toekenningsbeschikking, maar ook een subsidievaststellingsbeschikking had moeten nemen, overweegt de rechtbank dat eiseres haar betoog geenszins nader geconcretiseerd heeft. Dit geldt eveneens voor de stelling van eiseres dat haar arrangement met verweerder nog steeds niet bij besluit geëindigd is en dat verweerder niet bevoegd is om beslissingen te nemen. De rechtbank stelt vast dat verweerder reeds voor het beroep niet tijdig beslissen op de aanvragen van eiseres heeft beslist. De beroepen zullen daarom niet-ontvankelijk worden verklaard.
6. Eiseres heeft verzocht verweerder te veroordelen tot vergoeding van schade. De rechtbank merkt dat verzoek aan als een verzoek als bedoeld in artikel 8:88, eerste lid, aanhef en onder c, van de Awb, gelezen in samenhang met artikel 8:91, eerste lid van de Awb. Gelet op het feit dat verweerder reeds heeft besloten op de aanvragen van eiseres en zij niet nader heeft onderbouwd dat zij schade heeft geleden, wijst de rechtbank het verzoek om schadevergoeding af.
7. De rechtbank zal de stukken van eiseres met bijlagen met toepassing van artikel 6:20, vierde lid, van de Awb doorzenden aan verweerder ter afdoening als bezwaarschrift.
8. Aangezien de beroepen van eiseres worden doorgezonden als bezwaarschrift, is eiseres geen griffierecht verschuldigd. Het betaalde griffierecht zal worden teruggestort.
9. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank
  • verklaart de beroepen niet-ontvankelijk;
  • wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M.L.A.T. Doll, rechter, in aanwezigheid van mr. L. El Ouardiji, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden ingesteld bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.

Voetnoten

1.De rechtbank doet uitspraak zonder zitting op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).
2.Artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
3.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb.
4.Wet schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.
5.AMS 13/643, AMS 12/5428, AMS 13/510 en AMS 13/642.
6.AMS 13/5243.