Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
vonnis van de kantonrechter
[eiser]
[gedaagde]
VERDERE VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- kort gezegd - geoordeeld dat de beperkende overheidsmaatregelen als gevolg van de coronacrisis onvoorziene omstandigheden in de zin van artikel 6:258 BW opleveren die een wijziging van de huurovereenkomst te weten een huurkorting rechtvaardigen, waarbij de tegenvaller gelijkelijk over beide partijen wordt verdeeld. De kantonrechter blijft bij de inhoud van het tussenvonnis. Voor alle duidelijkheid wordt nog opgemerkt - en zo is dit ook door partijen begrepen - dat met de verwijzing naar het ‘richtsnoer’ in rechtsoverweging 21 van het tussenvonnis wordt gedoeld op het percentage huurverlaging, dat in beginsel wordt berekend volgens de formule % huurverlaging = % omzetverlies x 50%.
- een akte uitlating van 12 januari 2021 van [gedaagde] ;
- een antwoordakte van 9 februari 2021 van [eiser] .