ECLI:NL:RBAMS:2021:1540

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
16 februari 2021
Publicatiedatum
1 april 2021
Zaaknummer
20/6055
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Beschikking
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bezwaarschrift tegen toepassing vervangende hechtenis in verband met ISD-maatregel

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 16 februari 2021 uitspraak gedaan op een bezwaarschrift van een veroordeelde tegen de toepassing van vervangende hechtenis. De veroordeelde was eerder door de politierechter veroordeeld tot een taakstraf van 80 uren, met de voorwaarde dat bij niet-nakoming vervangende hechtenis van 40 dagen zou worden opgelegd. Het Openbaar Ministerie heeft op 7 december 2020 besloten om de vervangende hechtenis toe te passen, omdat de veroordeelde niet met de taakstraf was begonnen. Het bezwaarschrift werd op 17 december 2020 ingediend en richtte zich tegen deze beslissing van het Openbaar Ministerie.

De raadsman van de veroordeelde voerde aan dat de veroordeelde inmiddels was veroordeeld tot een ISD-maatregel van 2 jaren, waardoor het uitvoeren van de taakstraf niet meer mogelijk was. De politierechter heeft de stukken in de zaak bestudeerd, waaronder het vonnis van 3 maart 2020 en een rapport van Reclassering Nederland. Tijdens de openbare zitting op 16 februari 2021 zijn zowel de officier van justitie als de raadsman gehoord. De officier van justitie steunde het verzoek van de raadsman om het bezwaarschrift gegrond te verklaren.

De politierechter heeft geoordeeld dat het bezwaarschrift tijdig was ingediend en dat de veroordeelde door de ISD-maatregel niet in staat was om de taakstraf uit te voeren. Daarom heeft de politierechter het bezwaarschrift gegrond verklaard en bepaald dat de veroordeelde geen uren taakstraf meer hoeft te verrichten. Deze beslissing is genomen in het belang van de veroordeelde, gezien de omstandigheden van de ISD-maatregel en de onredelijkheid van de tenuitvoerlegging van de taakstraf.

Uitspraak

beslissing

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling Publiekrecht
Teams Strafrecht
Parketnummer: 13/047640-20
RK: 20/6055
Beslissing op het bezwaarschrift ex artikel 6:6:23, eerste lid van het Wetboek van Strafvordering van:
[veroordeelde],
geboren op [geboortedag] 1987 te [geboorteplaats] ([geboorteland]),
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres
[adres],
thans gedetineerd in de [detentieadres]
woonplaats kiezend op het kantooradres van haar raadsman,
mr. D. Duijvelshoff,
[kantooradres],
hierna te noemen: veroordeelde.

1.Procesgang

De politierechter in deze rechtbank heeft bij vonnis van 3 maart 2020 veroordeelde een taakstraf van 80 uren opgelegd en bevolen dat voor het geval veroordeelde de taakstraf niet (naar behoren) verricht, vervangende hechtenis van 40 dagen zal worden toegepast. Het vonnis is onherroepelijk.
Het Openbaar Ministerie heeft op 7 december 2020 beslist dat de vervangende hechtenis wordt toegepast en hiervan aan veroordeelde kennis gegeven.
Het bezwaarschrift is op 17 december 2020 op de griffie van deze rechtbank ingediend.
Veroordeelde is niet met de taakstraf aangevangen.

2.Inhoud van het bezwaarschrift

Het bezwaarschrift richt zich tegen de kennisgeving door het Openbaar Ministerie en strekt ertoe dat de politierechter de beslissing van het Openbaar Ministerie tot toepassing van de vervangende hechtenis wijzigt. Nu veroordeelde door de meervoudige kamer van deze rechtbank op 31 december 2020 is veroordeeld tot een ISD-maatregel voor 2 jaren, lijkt tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis weinig zinvol.

3.Beoordeling

De politierechter heeft kennisgenomen van de stukken in de zaak onder bovenvermeld parketnummer, waaronder:
  • het hiervoor genoemde vonnis;
  • het rapport van Reclassering Nederland, ressort Amsterdam, van 18 september 2020, waarin het Openbaar Ministerie wordt geadviseerd de tenuitvoerlegging van de vervangende hechtenis te bevelen;
  • de kennisgeving van de beslissing tot toepassing van de vervangende hechtenis;
  • het bezwaarschrift van veroordeelde.
De politierechter heeft op de openbare terechtzitting van 16 februari 2021 de officier van justitie, mr. R. Leuven, gehoord
.De politierechter heeft telefonisch de raadsman van veroordeelde, mr. D. Duijvelshoff, gehoord.
Standpunt van de verdediging
De raadsman van veroordeelde heeft telefonisch naar voren gebracht dat veroordeelde gedetineerd zit in het kader van de uitspraak van de meervoudige kamer van deze rechtbank op 31 december 2020. Er is toen aan veroordeelde de ISD-maatregel voor 2 jaren opgelegd. Dit maakt dat veroordeelde niet in staat is om de taakstraf uit te voeren. De raadsman heeft verzocht het bezwaar gegrond te verklaren en het aantal te werken uren op 0 (nul) te bepalen.
Standpunt van de officier van justitie
De officier van justitie heeft gevorderd het bezwaarschrift gegrond te verklaren en het aantal te werken uren op 0 (nul) te bepalen.
Oordeel van de politierechter
De politierechter heeft geconstateerd dat het bezwaarschrift tijdig is ingediend.
Nu veroordeelde op 31 december 2020 onherroepelijk is veroordeeld tot de ISD-maatregel voor 2 jaren, zal de politierechter de raadsman en de officier van justitie volgen. Het bezwaarschrift zal gegrond worden verklaard en de politierechter zal bepalen dat veroordeelde nog 0 (nul) uren taakstraf moet verrichten, nu veroordeelde, gelet op de duur van de maatregel, niet in staat zal zijn de taakstraf uit te voeren en met de tenuitvoerlegging van het vonnis van de politierechter van 3 maart 2020 geen redelijk doel meer is gediend.

4.Beslissing

De politierechter
- verklaart het bezwaarschrift
gegrond;
bepaalt het aantal uren taakstraf dat nog moet worden verricht op
0 (nul).
Deze beslissing is gegeven door
mr. E.G.C. Groenendaal, politierechter,
in tegenwoordigheid van mr. C.T. St Rose, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank op 16 februari 2021.