ECLI:NL:RBAMS:2021:1695

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 april 2021
Publicatiedatum
9 april 2021
Zaaknummer
AMS - 19 _ 6033
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
  • R.B. Kleiss
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beoordeling van de toekenning van ambulante ondersteuning op basis van de Wmo 2015

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 8 april 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een alleenstaande vrouw van Turkse origine en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De eiseres had een aanvraag ingediend voor ambulante ondersteuning op basis van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo). In eerste instantie was haar een persoonsgebonden budget (pgb) van 2 uur en 45 minuten per week toegekend voor niet-professionele ondersteuning. Na bezwaar werd dit herzien en kreeg zij naast de eerder toegekende uren ook 4 uur professionele ondersteuning voor de periode van 16 maart 2019 tot 15 maart 2020. Eiseres was het niet eens met deze beslissing en stelde dat zij recht had op minimaal 10 uur ambulante ondersteuning, omdat haar medische situatie niet was veranderd.

De rechtbank heeft de zaak beoordeeld aan de hand van de ingediende medische adviezen en de argumenten van beide partijen. De rechtbank oordeelde dat de adviezen van de medisch adviseurs zorgvuldig tot stand waren gekomen en dat de conclusie dat de ambulante ondersteuning van de dochter niet bevorderlijk was voor de zelfredzaamheid van eiseres, goed onderbouwd was. De rechtbank concludeerde dat de toekenning van 2 uur en 45 minuten niet-professionele ondersteuning en 4 uur professionele ondersteuning doelmatig was en dat de indicatie op basis van de Wmo niet permanent is, maar gericht op verbetering van de zelfredzaamheid.

Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond, wat betekent dat de beslissing van het college van burgemeester en wethouders in stand bleef. De rechtbank gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AMS 19/6033

uitspraak van de enkelvoudige kamer van in de zaak tussen

[eiseres] , te [plaatsnaam] , eiseres

(gemachtigde: [naam] ),
en
het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam,verweerder
(gemachtigde: [naam] ).

Procesverloop

Met het besluit van 11 maart 2019 (het primaire besluit) heeft verweerder aan eiseres op grond van de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 (Wmo) een persoonsgebonden budget (pgb) toegekend voor ambulante, niet-professionele ondersteuning, voor 2 uur en driekwartier per week.
Met het besluit van 2 oktober 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder het bezwaar van eiseres gegrond verklaard. Verweerder heeft eiseres naast 2 uur en driekwartier niet-professionele ambulante ondersteuning ook 4 uur professionele ambulante ondersteuning toegekend voor de termijn van 16 maart 2019 tot en met 15 maart 2020.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek op de zitting heeft plaatsgevonden op 17 maart 2021. Eiseres heeft zich laten vertegenwoordigen door haar gemachtigde. Ook waren aanwezig de dochter van eiseres, mevrouw [naam] , en haar partner [naam] . Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde die deelnam via een spraakverbinding.

Overwegingen

1.1.
Eiseres is een alleenstaande, zelfstandig wonende [leeftijd] vrouw van Turkse origine. Zij heeft beperkingen vanwege somatische en psychische klachten. Zij ontving tot 16 maart 2019 een pgb voor ambulante ondersteuning voor 10 uur per week. In het kader van een herindicatie voor ambulante ondersteuning heeft het [naam] op 18 februari 2019 advies uitgebracht. De [functie] , [naam] , heeft dossier onderzoek gedaan en eiseres thuis bezocht. Daarbij was ook haar dochter, tevens de [functie] , aanwezig.
1.2.
In dit [naam] -advies staat het volgende. Eiseres heeft een stemmingsstoornis, waarbij zij geregeld angstig en somber is. Zij ervaart angst bij het naar buiten gaan en bij het uitvoeren van handelingen. In een prikkelende omgeving verergeren de klachten. Eiseres gaat eens in de maand naar een psychiater . Eiseres heeft een auto-immuunziekte die zich met name kenmerkt door ontstekingen van gewrichten in de handen, armen, benen en nek. Daarnaast heeft zij nierklachten en evenwichtsproblemen. Zij staat voor haar lichamelijke klachten onder controle bij de huisarts. De dochter van eiseres komt dagelijks langs voor de persoonlijke verzorging. Hiervoor heeft zij een indicatie vanuit de Zorgverzekeringswet. Eiseres heeft ook een indicatie voor hulp bij het huishouden, die door haar dochter wordt uitgevoerd. De dochter ondersteunt eiseres ook in de zelfredzaamheid. Zij neemt de post en de administratie over en rijdt eiseres naar afspraken. Het [naam] adviseert 1 uur per maand ambulant ondersteuning om eiseres naar de psychiater te brengen en 15 minuten per dag voor het stimuleren om haar maaltijden te eten voor de periode van 17 maart 2019 tot 16 maart 2020. Totaal 2 uur en driekwartier per week.
1.3.
Met het primaire besluit heeft verweerder eiseres in aanmerking gebracht voor 2 uur en driekwartier per week niet-professionele ambulante ondersteuning. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt.
1.4.
Naar aanleiding van het bezwaar heeft het [naam] op 9 augustus 2019 nogmaals advies uitgebracht. [functie] [naam] heeft het dossier bestudeerd, informatie van een behandelaar gelezen en eiseres en haar dochter op 17 juli 2019 gezien op het spreekuur. De conclusie van het advies is dat de bijzonder intensieve ambulante ondersteuning van 10 uur per week van 21 april 2015 tot 16 maart 2019 niet doelmatig is geweest. Ondanks de goede intenties is de ondersteuning niet passend geweest. Daarom adviseert het [naam] aanvullend 4 uur per week professionele ambulante ondersteuning om te werken aan realistische en haalbare doelen en eiseres niet te overvragen.
2. Met het bestreden besluit heeft verweerder het primaire besluit herzien en eiseres in aanmerking gebracht voor 2 uur en driekwartier niet-professionele ambulante ondersteuning en 4 uur professionele ambulante ondersteuning voor de periode van 16 maart 2019 tot 15 maart 2020. Verweerder heeft het bestreden besluit gebaseerd op de [naam] -adviezen van 18 februari en 9 augustus 2019 en ook gekeken naar het [naam] -advies uit 2018. De indruk bestaat dat de ambulante ondersteuning van de dochter wel ondersteunend is, maar niet zo bevorderlijk voor het vergroten van de zelfredzaamheid en participatie. Dat zou wel het doel van de ambulante ondersteuning moeten zijn. Met professionele ondersteuning kan worden toegewerkt naar meer zelfredzaamheid en participatie. Ook heeft een professioneel ondersteuner meer kennis van de sociale kaart. Met de totale omvang van 6 uur en driekwartier wordt grotendeels aan het bezwaar tegemoet gekomen. De totale omvang sluit aan bij de behoefte op dit moment en is realistisch, ook gezien de eerdere indicatie uit 2018.
3. Eiseres voert in beroep aan dat zij minstens 10 uur ambulante niet-professionele ondersteuning nodig heeft. Volgens eiseres is haar medische situatie niet veranderd en zou daarom het aantal uren ambulante ondersteuning minimaal hetzelfde moeten blijven. Eiseres overlegt stukken van haar behandelend psychiater (26 februari 2020), de huisarts (10 maart 2020) en de revalidatie. Kern hieruit is dat zij veel psychische klachten heeft, waarbij haar angstklachten overheersend lijken. Daarnaast lijdt zij aan diverse andere ziektes. Ondanks langdurige professionele hulp van een psychiater is haar situatie niet verbeterd. Uit de [naam] -adviezen blijkt volgens eiseres niet waarom haar zelfredzaamheid zou toenemen als haar dochter niet langer hulp zou verlenen en als er professionele ondersteuning geleverd zou worden. De dochter zorgt ervoor dat eiseres niet verder achteruit gaat en in beweging blijft, blijft eten, haar afspraken bij ondersteuners nakomt en nog enigszins een prettig leven heeft. Ten onrechte staat in het advies dat de dochter overbelast is.
4. De gemachtigde van verweerder heeft zich bereid verklaard de aanvullende (medische) stukken voor te leggen aan de medisch adviseur van het [naam] . Eiseres heeft geen medewerking verleend aan het nadere onderzoek van het [naam] . Daarom is het nader onderzoek gestaakt. De gemachtigde van eiseres heeft zich op het standpunt gesteld dat een herbeoordeling kan worden gemaakt op basis van de ingediende stukken.
Beoordeling door de rechtbank
5.1.
Verweerder heeft het bestreden besluit gebaseerd op de adviezen van het [naam] van 18 februari en 9 augustus 2019. Uit vaste rechtspraak van de Centrale Raad van Beroep volgt dat een bestuursorgaan in beginsel uit mag gaan van het advies van een medisch adviseur als dat advies zorgvuldig tot stand is gekomen, inzichtelijk en concludent is.
5.2.
De gemachtigde van eiseres heeft in beroep stukken overgelegd van de behandelend psychiater , de huisarts en de revalidatie. Hij heeft op de zitting toegelicht dat deze stukken geen nieuwe medische informatie bevatten, maar medische informatie die al bekend was bij het [naam] . Hij heeft de stukken overgelegd om aan te tonen dat de medische situatie waar in de [naam] -adviezen vanuit wordt gegaan, niet overeenkomt met de medische situatie zoals die blijkt uit de overgelegde stukken. Uit de brief van de psychiater blijkt dat al jaren sprake is van een stationaire situatie. Daarom dient de indicatie ook hetzelfde te blijven en is het volgens de gemachtigde onbegrijpelijk waarom de indicatie is teruggebracht. De advisering van het [naam] voldoet daarom niet aan de daaraan te stellen eisen. Daarnaast is onvoldoende gemotiveerd waarom professionele ambulante ondersteuning meer kans van slagen zou hebben dan de ondersteuning die de dochter biedt.
5.3.
De gemachtigde van verweerder heeft zich op de zitting op het standpunt gesteld dat de [naam] -adviezen wel aan de gestelde eisen voldoen. De medische situatie van eiseres is op juiste wijze in de adviezen verwerkt. Daarnaast wordt duidelijk uitgelegd hoe het [naam] komt tot een lagere omvang van de niet-professionele ondersteuning en waarom aanvullend professionele ondersteuning geadviseerd wordt. Verweerder ziet in de door de gemachtigde overgelegde stukken geen onderbouwing voor het standpunt dat de adviezen niet aan de eisen voldoen.
5.4.
De rechtbank is van oordeel dat de overgelegde stukken niet tot de conclusie leiden dat het advies niet inzichtelijk is en de conclusies niet gedragen worden door de medische informatie. Van een discrepantie tussen de overgelegde medische stukken en de [naam] -adviezen is geen sprake. De [naam] -adviezen nemen de situatie van eiseres, zoals die geschetst wordt in de medische stukken, tot uitgangspunt. Daarnaast is wel degelijk gemotiveerd waarom professionele ambulante ondersteuning wordt geadviseerd. Zoals de gemachtigde van verweerder op de zitting heeft uitgelegd, is ondersteuning op grond van de Wmo niet permanent, maar in beginsel gericht op verbetering. De ondersteuning moet daarom doelmatig zijn. Ambulante ondersteuning is gericht op het bevorderen van de zelfredzaamheid. In het [naam] rapport van 19 augustus 2019 wordt uitgelegd dat de dochter teveel overneemt van eiseres. Onbedoeld wordt eiseres hiermee de kans om zelfredzaamheid te ontwikkelen, ontnomen. Een professionele ondersteuner is beter in staat om vaardigheden en handelingen te laten inslijten. Daarnaast wordt in het [naam] advies nog een aantal voordelen opgesomd van professionele ondersteuning. Daar worden door eiseres wel vraagteken bij gezet, maar dat wordt niet nader gemotiveerd. Eiseres heeft voorts niet (medisch) onderbouwd dat alleen haar dochter, en niet een vreemde, ondersteuning kan bieden. Dat ze angst heeft voor vreemden is iets waarmee een professionele ondersteuner adequaat weet om te gaan. De rechtbank begrijp dat eiseres het prettig vindt dat haar dochter haar begeleidt bij wandelingen en bezoek aan de psychiater en in huis voor haar zorgt, maar daar is ambulante ondersteuning niet voor. Verweerder heeft dan ook op grond van de advisering van het [naam] met het bestreden besluit de indicatie vast kunnen stellen.
6. Het beroep is ongegrond. Voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. R.B. Kleiss, rechter, in aanwezigheid van mr. E.H. Kalse Spoon, griffier
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Wat kunt u doen als u het niet eens bent met deze uitspraak?

Tegen deze uitspraak kunt u binnen zes weken na de dag van verzending daarvan hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.
Als uw zaak spoedeisend is, kunt u de voorzieningenrechter van de hogerberoepsrechter vragen om het treffen van een voorlopige voorziening.