Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- [eiseres] , [minderjarige] , en [naam 1] (hierna: [naam 1] ) met mr. Berkhout;
- aan de kant van SION: [naam 2] ( [functie 1] ) met mr. Van den Brink.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Amsterdam op 18 maart 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen een moeder, die optreedt als wettelijk vertegenwoordiger van haar minderjarige zoon, en de Stichting Islamitisch Onderwijs Nederland (SION). De moeder vorderde dat SION haar zoon, die eerder was verwijderd van school wegens vermeende betrokkenheid bij graffiti, opnieuw toeliet tot het onderwijs. De school had de jongen geschorst na het aanbrengen van beledigende teksten op de schoolmuren, maar er was geen sluitend bewijs van zijn betrokkenheid. De voorzieningenrechter oordeelde dat de verwijdering van de jongen niet gerechtvaardigd was, gezien het gebrek aan bewijs en de ingrijpende gevolgen van de verwijdering voor de jongen. De rechter heeft SION veroordeeld om binnen drie werkdagen na betekening van het vonnis onderwijs te bieden aan de jongen en binnen zeven dagen een herstelproject op te stellen voor het gemiste onderwijs. De vordering tot het overleggen van camerabeelden en een rectificatie werd afgewezen, omdat de beelden niet onder de AVG vallen en er geen bewijs was dat de naam van de jongen met derden was gedeeld. De proceskosten werden gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.