ECLI:NL:RBAMS:2021:1922

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
20 april 2021
Publicatiedatum
20 april 2021
Zaaknummer
8908601
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Mondelinge uitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vordering tot betaling van een loodgietersbedrijf voor installatie van een buitenkraan en geschil over de factuur

In deze zaak heeft de besloten vennootschap Installatiebedrijf Vosse B.V. (hierna: Vosse) een vordering ingesteld tegen een gedaagde, die in persoon procedeerde, met betrekking tot een factuur voor de installatie van een buitenkraan. De procedure begon met een dagvaarding op 26 november 2020, waarin Vosse eiste dat de gedaagde zou worden veroordeeld tot betaling van € 429,62, het restant van een eerder gefactureerd bedrag van € 665,69, vermeerderd met incassokosten en rente. Vosse stelde dat er geen vaste prijs was afgesproken en dat de werkzaamheden op basis van een uurtarief van € 85,00 inclusief btw waren uitgevoerd.

De gedaagde betwistte de hoogte van de factuur en stelde dat hij voorafgaand aan de werkzaamheden had geïnformeerd naar een richtprijs, die hem tussen de € 200,00 en € 250,00 was genoemd. Hij voerde aan dat de kosten voor de geleverde materialen buitensporig waren en niet in lijn met de prijzen van andere loodgietersbedrijven. De kantonrechter oordeelde dat er geen vooraf afgesproken prijs was en dat, aangezien de hoogte van het verschuldigde loon niet was bepaald, een redelijk loon verschuldigd was op basis van artikel 7:405 lid 2 BW.

De kantonrechter concludeerde dat Vosse niet had aangetoond wat gebruikelijk was in de branche en dat de gedaagde met zijn betaling van € 236,07 een redelijk bedrag had voldaan. De vordering van Vosse werd afgewezen, en Vosse werd veroordeeld in de proceskosten van de gedaagde, die op nihil werden begroot, aangezien hij zonder rechtsbijstand had geprocedeerd. De uitspraak werd gedaan door kantonrechter R. Kruisdijk op 20 april 2021.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK AMSTERDAM
Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8908601 CV EXPL 20-21823
vonnis van: 20 april 2021
fno.: 47653
vonnis van de kantonrechter
I n z a k e
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid Installatiebedrijf Vosse B.V.
gevestigd te Heemstede
eiseres
nader te noemen: Vosse
gemachtigde: gerechtsdeurwaarder mr. O.J. Boeder
t e g e n
[gedaagde]
wonende te [woonplaats]
gedaagde
nader te noemen: [gedaagde]
procederend in persoon.
VERLOOP VAN DE PROCEDURE
Vosse heeft op 26 november 2020 een dagvaarding uitgebracht waarin gevorderd wordt dat [gedaagde] veroordeeld wordt tot het doen van een betaling aan Vosse. Bij email van 8 december 2020 heeft [gedaagde] een conclusie van antwoord ingediend. Van Vosse is een conclusie van repliek ontvangen. Van [gedaagde] is een conclusie van dupliek ontvangen. Hierop heeft de kantonrechter vonnis bepaald.

1.UITGANGSPUNTEN

1.1.
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten die vaststaan dan wel onvoldoende gemotiveerd zijn bestreden.
1.2.
Op verzoek van [gedaagde] zijn op 21 maart 2019 twee monteurs van Vosse bij [gedaagde] aan het werk geweest om een buitenkraan te plaatsen. [gedaagde] had Vosse met een verzoek daartoe telefonisch benaderd.
1.3.
Bij vertrek van de monteurs en nadat de klus was geklaard heeft [gedaagde] desgevraagd een ‘werkbon’ ondertekend. Op de werkbon is vermeld de namen van 2 monteurs en dat aan arbeid 2 keer 2 uren is besteed. Tevens is gebruikt materiaal vermeld (1 meter buis koper, 1x buitenkraan, 1 x knie 15 en 1 x T 15).
1.4.
Op 22 april 2020 heeft Vosse aan [gedaagde] een factuur toegestuurd ter hoogte van € 665,69.
1.5.
Naar aanleiding van deze factuur heeft [gedaagde] op 29 april 2020 telefonisch gereclameerd. Daarna heeft zich een email-correspondentie tussen partijen ontwikkeld, met name over het aantal gewerkte uren en de prijs van de gebruikte materialen.
1.6.
[gedaagde] heeft op 21 mei 2020 een bedrag van € 236,07 overgemaakt aan Vosse.
1.7.
Vosse heeft daarna op 29 mei 2020 aan [gedaagde] een aanmaning gestuurd voor het restant van haar vordering en buitengerechtelijke incassokosten aangezegd ingeval van niet betalen.
1.8.
Bij brief van 29 juni 2020 heeft de incassogemachtigde van Vosse aan [gedaagde] een specificatie van de kosten van de geleverde materialen toegezonden.
1.9.
Na verdere email-correspondentie tussen [gedaagde] en de incasso- gemachtigde van Vosse is de dagvaarding uitgebracht.

2.VORDERING

2.1.
Vosse vordert dat de kantonrechter, voor zoveel mogelijk uitvoerbaar bij voorraad, [gedaagde] veroordeelt tot betaling van de som van € 429,62, zijnde het restant van haar vordering van € 665,69, te verhogen met de incassokosten van € 64,44 en de rente van € 4,45, en de rente vanaf datum dagvaarding, alsmede dat [gedaagde] wordt veroordeeld in de proceskosten van Vosse.
2.2.
Ter onderbouwing van haar vordering stelt Vosse dat zij met [gedaagde] heeft afgesproken dat zij de buitenkraan zou installeren en dat zij zou factureren op basis van uren-geld. Er is geen richtprijs of vaste prijs afgesproken. De monteurs hebben beiden 2 uur gewerkt waarbij een uurprijs van € 85,00 inclusief btw geldt; daarnaast is een half uur reistijd in rekening gebracht, parkeerkosten en de materialen, zoals gespecificeerd in de brief van 29 juni 2020 van de incassogemachtigde. [gedaagde] heeft bovendien niet tijdig gereclameerd en hij gaat uit van prijzen van bouwmarkten en ‘dozenschuivers’. Daarnaast heeft te gelden dat Vosse 5 jaar garantie geeft op de klus en de materialen.

3.VERWEER

[gedaagde] stelt dat hij van te voren wel telefonisch heeft gevraagd naar een richtprijs en dat hem verteld is dat de kosten € 200,00 à € 250,00 zouden bedragen, dat de monteurs niet beiden 2 uren gewerkt hebben en dat de materiaalkosten buitensporig zijn en niet kloppen met de prijzen die zoal op internet worden gevraagd. Volgens de algemene voorwaarden van Vosse worden alleen voor zware klussen twee monteurs gestuurd. Volgens die algemene voorwaarden zal een richtprijs worden genoemd indien de consument er om vraagt en zal een richtprijs met niet meer dan 10% worden overschreden. Uit offertes die [gedaagde] heeft opgevraagd bij een tweetal loodgietersbedrijven volgt dat deze een veel lagere prijs zouden berekenen dan die welke Vosse in rekening heeft gebracht. [gedaagde] heeft een bedrag van € 236,07 aan Vosse betaald, welk bedrag hij redelijk vindt voor het geleverde werk en het materiaal.

4.BEOORDELING

4.1.
Uit de standpunten van partijen en de overgelegde stukken maakt de kantonrechter op dat zij een overeenkomst van opdracht hebben gesloten als bedoeld in artikel 7:400 BW.
4.2.
Niet is komen vast staan dat partijen van te voren een prijs hebben afgesproken voor het werk. [gedaagde] stelt dat hij in het eerste contact wel daarnaar gevraagd heeft, en dat hem wel een richtprijs is gegeven, maar Vosse heeft dat gemotiveerd ontkend. Zij stelt altijd uurpijzen (regie) te hanteren. Welke uurprijs Vosse daarbij genoemd zou hebben is onbekend gebleven. [gedaagde] heeft voorts gewezen op artikel 3.3 van de algemene voorwaarden die Vosse hanteert waaruit volgt dat op verzoek van de consument Vosse wel een indicatie geeft van de te verwachten uitvoeringskosten door het noemen van een richtprijs.
4.3.
Indien partijen de hoogte van het verschuldigde loon niet hebben bepaald, is een gebruikelijk of redelijk loon verschuldigd, zo volgt uit artikel 7:405 lid 2 BW.
4.4.
Vosse heeft niet aangegeven wat door beroepsgenoten in het algemeen voor de verrichte werkzaamheden als beloning in rekening wordt gebracht. Wat in de branche gebruikelijk is, is derhalve onbekend gebleven. Vosse hanteert zelf een bedrag van € 85,00 per uur exclusief btw. [gedaagde] heeft een tweetal offertes overgelegd, van twee verschillende loodgieters, die hebben geoffreerd de klus te willen doen voor € 85,00 excl. btw en materiaalkosten, dan wel voor €175,00 inclusief materiaal. Uit deze offertes blijkt niet of het ook een ‘vorstvrije’ buitenkraan betreft noch blijkt van de kwaliteit van het materiaal. In ieder geval lijkt € 85,00 per uur daarmee aan de hoge kant.
4.5.
Daar komt bij dat Vosse 2 monteurs heeft gestuurd om de klus te doen. Niet duidelijk is waarom 2 monteurs nodig waren en niet kon worden volstaan met één. Het betreft immers onweersproken niet ‘zware werkzaamheden’ zoals bedoeld in de ‘Reader met aanvullende Leveringsvoorwaarden voor Installatiewerkzaamheden door Vosse voor Consumenten’. In zijn conclusie van antwoord heeft [gedaagde] gewezen op deze leveringsvoorwaarden en aangegeven dat de tweede man geen vinger heeft uitgestoken. Op deze punten heeft Vosse geen verweer gevoerd, zodat de kantonrechter oordeelt dat 2 keer 2 uur in rekening brengen niet correct is geweest.
4.6.
[gedaagde] heeft betaald wat hij een redelijke vergoeding achtte, en hij heeft zijn berekening voor materiaalkosten onderbouwd met informatie afkomstig van diverse websites. Daartegenover heeft Vosse gesteld dat zij bruto adviesprijzen hanteert en dat deze prijzen niet te vergelijken zijn met wat de consument bij bouwmarkten en ‘dozenschuivers’ zoal betaalt. Bovendien bieden die aanbieders een beperkte(re) garantie. Vosse heeft een specificatie opgesteld met vermelding van de desbetreffende bruto adviesprijzen die aan Vosse worden berekend. Vosse onderbouwt deze prijzen evenwel niet, bijvoorbeeld met facturen van haar leveranciers. Ook noemt zij geen fabrieksmerk of kwaliteitslabel. In ieder geval is de prijs van de door Vosse geleverde buitenkraan van € 150,00 excl. btw veel hoger dan de prijs die [gedaagde] op internet gevonden heeft (‘Wiesbaden vorstvrije buitenkraan 15x3/4’) te weten € 39,95 incl. btw. Dit grote verschil is door Vosse niet afdoende verklaard.
4.7.
Al met al is de kantonrechter van oordeel dat [gedaagde] , door een bedrag te betalen van € 236,07, aan Vosse – met inachtneming van de door hem berekende materiaalkosten – een redelijk bedrag heeft betaald. Ten onrechte maakt Vosse aanspraak op meer. De vordering van Vosse moet dan ook worden afgewezen.
4.8.
Vosse heeft ook nog gesteld dat [gedaagde] te laat heeft gereclameerd. Volgens haar eigen aanvullende leveringsvoorwaarden moet schriftelijk worden gereclameerd binnen 14 dagen. Na de factuur van 22 april 2020 die dus eerst ruim een jaar na het gedane werk is verstuurd, heeft [gedaagde] op 29 april 2020 telefonisch bezwaar gemaakt, waarna een email-correspondentie tussen partijen is gevolgd. Ook deze stelling van Vosse treft derhalve geen doel.
4.9.
Nu Vosse in het ongelijk is gesteld, moet zij de proceskosten van [gedaagde] betalen, welke kosten worden begroot op nihil nu hij zonder rechtsbijstand procedeert.
4.10.
Beslist wordt als volgt.

5.BESLISSING

De kantonrechter:
- wijst de vordering af;
- veroordeelt Vosse tot betaling van de proceskosten van [gedaagde] , tot op heden begroot op nihil;
- verklaart deze veroordeling uitvoerbaar bij voorraad;
- wijst af het meer of anders gevorderde.
Deze uitspraak is gewezen door mr. R. Kruisdijk, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 20 april 2021 in aanwezigheid van de griffier.
De griffier De kantonrechter