ECLI:NL:RBAMS:2021:2032
Rechtbank Amsterdam
- Beschikking
- Rechtspraak.nl
Verzoek om billijke vergoeding afgewezen wegens onvoldoende ernstig verwijtbaar handelen van werkgever
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 26 april 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van [verzoeker] tegen Stichting Waternet. [verzoeker] verzocht om een billijke vergoeding van € 47.053,38, omdat zij van mening was dat Waternet ernstig verwijtbaar had gehandeld door onvoldoende re-integratie-inspanningen te verrichten na haar ziekmelding. De procedure begon met een verzoekschrift dat op 29 januari 2021 werd ingediend, waarna Waternet een verweerschrift indiende. De mondelinge behandeling vond plaats op 29 maart 2021, waarbij beide partijen hun standpunten toelichtten.
De feiten van de zaak tonen aan dat [verzoeker] sinds 1999 bij Waternet werkte en in 2002 een gedeeltelijke WAO-uitkering ontving vanwege een medische aandoening. Na een reorganisatie in 2017 werd haar functie gewijzigd, wat leidde tot een ziekmelding in mei 2018. Waternet heeft verschillende onderzoeken laten uitvoeren en heeft geprobeerd om [verzoeker] te re-integreren, maar volgens [verzoeker] was dit onvoldoende. De kantonrechter oordeelde dat, hoewel het UWV de re-integratie-inspanningen van Waternet als onvoldoende had beoordeeld, dit niet automatisch betekent dat Waternet ernstig verwijtbaar had gehandeld. De kantonrechter concludeerde dat Waternet zich had gehouden aan de adviezen van de bedrijfsarts en dat er geen sprake was van ernstig verwijtbaar handelen dat tot de beëindiging van de arbeidsovereenkomst had geleid.
Uiteindelijk wees de kantonrechter het verzoek van [verzoeker] af en veroordeelde haar in de proceskosten. De beslissing werd uitvoerbaar bij voorraad verklaard, wat betekent dat Waternet de kosten direct kon vorderen, ongeacht een eventueel hoger beroep.