Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
Beide partijen hebben producties en een pleitnota in het geding gebracht.
Bij de mondelinge behandeling waren – voor zover van belang – aanwezig:
Na verder debat is vonnis bepaald op 20 mei 2021.
2.De feiten
[opdrachtnemer] zal er voor zorgen dat hij per 1/11 drie dagen per week beschikbaar is voor deze opdracht. Uitbreiding naar 4 dagen per week is in overleg mogelijk, zij het dat we vanwege andere opdrachten niet meer dan 3 dagen per week kunnen garanderen.Verder is in de offerte een dagdeeltarief van € 1.500,- (exclusief btw) opgenomen.
met inachtneming van een, gelet op de aard van de overeenkomst, redelijke termijn van in elk geval tenminste drie maanden”. In artikel 14 van die voorwaarden is opgenomen dat alle geschillen zullen worden voorgelegd aan de bevoegde rechter te Amsterdam.
[ambtenaar 1] , medewerker van het Ministerie van VWS, die hem mededeelde dat facturatie op basis van de offerte niet mogelijk was omdat die offerte uitging van een overeenkomst voor onbepaalde tijd en van een vergoeding in dagdelen in plaats van in uren. Op 23 december 2020 heeft [ambtenaar 1] een e-mail gestuurd aan [opdrachtnemer] waarin onder meer het volgende is opgenomen:
Bijgevoegd het document dat jij eerder hebt gestuurd(de onder 2.1 genoemde offerte, vzr.).
Op basis hiervan hebben we contact gezocht met de inhuurdesk.Verzoek vanuit de inhuurdesk is of er een uitgewerkte offerte kan komen, met daarin onder meer de volgende punten:In algemene zin:- NAW gegevens- Contactgegevens- Naam contactpersoon + mailadres- KVK- IBANBij inhuurverplichtingen:- Naam in te zetten inhuurkracht(en)- Omschrijving uit te voeren werkzaamheden (eventueel aangevuld met een functiebenaming)- Begin- en einddatum- Aantal uren inzet per week- Uurtarief, incl en excl- Optie tot verlengingHet verzoek is of al in de offerte kan worden aangegeven dat de ARVODI-voorwaarden(algemene rijksvoorwaarden voor diensten 2018, vzr.)
van toepassing worden verklaard. (…)Kan jij hier mee verder? Als wij de uitgewerkte offerte binnen hebben, kunnen wij het verder in de lijn brengen. (…)
€ 50,- op het uurtarief wordt verleend en vanaf 8 februari 2021 een uurtarief geldt van € 225,-. Ook is in die e-mail opgenomen:
Tot eind februari vindt mijn inzet plaats via de huidige inhuurwijze zodat jullie voldoende tijd hebben om een inhuurproces op te zetten via een mantel, met 1 maart als aansluitende ingangsdatum, voor € 225, per uur exclusief btw voor drie dagen per week.-Jullie gaven mij aan dat de meest logische plek om mij onder te brengen is onder aansturing van [ambtenaar 4] , dat lijkt mij prima! Zouden jullie hem bij willen praten over de gemaakte afspraken en hem willen vragen het inhuurproces op te starten? Voor nu ben ik nog in afwachting van de facturatie-instructies (…).
Zouden jullie me alsjeblieft de benodigde facturatieinformatie kunnen doormailen? En is het gelukt om [ambtenaar 4] bij te praten over ons gesprek zodat hij de administratieve kant voor na 28 februari in gang kan zetten?Diezelfde dag heeft [ambtenaar 2] geantwoord:
Gelijk dit na ons gesprek in gang gezet. Ik check even waar het blijft en dan komt het gelijk jouw kant op!”
Opdrachtomschrijving: offerte d.d. 30 oktober 2020 en aanvullende afspraken d.d. 25 januari 2021Tevens is op de facturen het adres van [eiseres] vermeld ( [adres 1] ) alsmede dat de algemene voorwaarden van [eiseres] van toepassing zijn.
We hebben de afspraken zoals besproken met [opdrachtnemer] opgenomen in een opdrachtbrief. Die komt zsm jullie kant op.We vragen om de reeds door [eiseres] Office ingediende facturen te crediteren, want VWS kan alleen facturen accepteren waar een verplichtingennummer op staat. (…).
Afgelopen vrijdag contact gehad met mijn collega die hierover gaat. Hij is bezig met de facturatie. Kreeg hier vanochtend ook bericht over dat dit nu geregeld wordt. Neem aan in de loop van de week. Ik zal dat nog even nagaan.
Helaas heb ik nog niks mogen vernemen van jullie financiële afdeling over de betaling van de openstaande facturen waar de betalingstermijn inmiddels van is verstreken. Kunnen jullie alsjeblieft aangeven wanneer we de betaling mogen verwachten?2.15. Bij e-mail van 9 maart 2021 heeft [ambtenaar 2] aan [eiseres] geschreven:
Klopt het dat jullie nog geen factuur hebben gestuurd? In bijgaand document staat aangegeven hoe facturatie kan plaatsvinden. Zodra wij factuur hebben ontvangen, kunnen wij overgaan tot betaling.Het bijgaand document betrof een “Opdrachtbrief aan [eiseres] B.V.” van
De opdracht behelst het uitwerken en ondersteunen van het door u in samenwerking met de heer [persoon 1] ontwikkelde raamwerk voor digitale ondersteuning dat perspectief kan bieden op een te heropenen veilige en leefbare samenleving in 2021. De dienstverlening nader omschreven in uw offerte van
- 4 dagen per week voor een uurtarief van €325 ex btw voor de periode van 01/11/20 tot 08/02/21.
- 3 dagen per week voor een uurtarief van €225 ex btw voor de periode van 08/02/21 tot 01/03/21.
als intellectuele ouders van het plan, concept en app” tot een succes wil maken en dat hij zich “
dan ook niet zomaar zonder steekhoudende reden op deze manier aan de zijlijn [laat] zetten.”
3.Het geschil
primair
a. onmiddellijke wedertewerkstelling,
b. het verlenen van toegang tot alle systemen,
c. het opnieuw plannen en maken van afspraken met [opdrachtnemer] ,
d. het verlenen van alle overigens van haar redelijkerwijs te verwachten medewerking;
tenminstegerechtvaardigd op vertrouwen dat de opdracht tot en met juli 2021 zou voortduren. Het Ministerie van VWS schiet tekort in de nakoming van haar verplichtingen door [opdrachtnemer] de toegang tot de systemen te ontzeggen, de gemaakte afspraken te annuleren (terwijl het project nog in volle gang is) en door de voorschotnota voor maart 2021 niet te betalen. De opzegging in de brief van haar raadsman van 12 april 2021 (zie 2.21) is onrechtmatig. Ook maakt het Ministerie van VWS inbreuk op de intellectuele eigendomsrechten van [opdrachtnemer] . Alle notities en dergelijke van de hand van [opdrachtnemer] (zie de producties 2 tot en met 5 van [eiseres] ) zijn auteursrechtelijk beschermde werken. Het Ministerie van VWS mag niet zonder zijn toestemming overgaan tot het verveelvoudigen of openbaar maken daarvan. [opdrachtnemer] acht een vergoeding van € 77.400,- redelijk. Dit bedrag is gebaseerd op het voorwerk dat [opdrachtnemer] heeft verricht in de maanden september en oktober 2020 en op het meerwerk in de periode november 2020 tot en met maart 2021.
[eiseres] heeft een spoedeisend belang bij toewijzing van haar vorderingen. Het project is het geesteskind van [opdrachtnemer] . Het is nog niet afgerond en er moeten nog veel werkzaamheden worden verricht. [opdrachtnemer] kan de vruchten van zijn werk niet plukken. De kwaliteit van de uitvoering van het project komt in gevaar aangezien [opdrachtnemer] niet in de gelegenheid is geweest om de werkzaamheden en zijn specifieke kennis over te dragen. De Exit Strategie wordt momenteel op een aantal punten niet goed uitgevoerd, hetgeen [opdrachtnemer] afleidt uit de berichtgeving hierover in de media. Ook loopt de reputatie van [opdrachtnemer] gevaar door de plotselinge beëindiging van zijn werkzaamheden. Bovendien is hij door de onzorgvuldige handelwijze van het Ministerie van VWS het grootste deel van zijn inkomen kwijt.
De voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam is onbevoegd om van dit geschil kennis te nemen omdat in artikel 33 lid 1 van de ARVODI-voorwaarden is opgenomen dat de bevoegde rechter te Den Haag exclusief bevoegd is.
De overeenkomst met [eiseres] kende een bepaalde tijd, met als einddatum
De app CoronaCheck is tot stand gekomen in samenwerking met [opdrachtnemer]”). Voor deze twee zaken is dit kort geding dus overbodig.
Einddatum: 28 februari 2021” en de periodes daarna zijn in die e-mail als
optiesaangemerkt. Op 24 december 2020 heeft [opdrachtnemer] uitdrukkelijk bevestigd dat de ARVODI-voorwaarden van toepassing zijn (zie 2.7). In het gesprek van 18 januari 2021 is gesproken over verlaging van de tarieven en over een
mogelijkeverlenging van de opdracht, maar in het gesprek van 25 januari 2021 is [opdrachtnemer] medegedeeld dat er geen basis bleek te zijn voor een verlenging. Dit is neergelegd in de brief van 16 februari 2021 (zie 2.15) die helaas naar een onjuist adres is gestuurd, maar [opdrachtnemer] uiteindelijk wel heeft bereikt.
Verder bestrijdt het Ministerie van VWS dat zij een vergoeding van € 77.400,- verschuldigd is voor het gebruik van de intellectuele eigendomsrechten. Ideeën, zoals voor de CoronaCheck-app, komen niet voor IE-bescherming in aanmerking. Mocht er al sprake zijn van enig auteursrecht, dan komt dit toe aan de begeleidingscommissie waarvan [opdrachtnemer] niet het enige lid was. Ook op grond van de ARVODI-voorwaarden komen auteursrechten toe aan het Ministerie van VWS. Het bedrag van € 77.400,- lijkt bovendien uit de lucht gegrepen.
[eiseres] heeft geen (spoedeisend) belang bij toewijzing van de vordering tot wedertewerkstelling. Er is nu eenmaal geen werk meer voor [opdrachtnemer] . Het belang dat [opdrachtnemer] stelt, te weten het op correcte wijze afronden van het project, is een belang aan de zijde van het Ministerie van VWS, terwijl het spoedeisend belang in een kort geding aan de zijde van de eisende partij moet liggen. Met betrekking tot de geldvorderingen, waarvoor verzwaarde motiveringseisen gelden als het om het spoedeisend belang gaat, is in het geheel niet onderbouwd waarom de bodemprocedure niet kan worden afgewacht.
4.De beoordeling
de bevoegdheid
€ 77.400,- voor het gebruik van de intellectuele eigendomsrechten van [opdrachtnemer] in dit kort geding toewijsbaar. Vooralsnog is de hoogte van dit bedrag niet onderbouwd. Mede gezien het door het Ministerie van VWS gevoerde verweer, is onvoldoende gesteld om aan te kunnen nemen dat het hier gaat om auteursrechtelijk beschermde werken, dat [opdrachtnemer] hiervan
alleende maker is en dat het Ministerie van VWS hierop inbreuk zou maken nu de opdracht met [opdrachtnemer] (eenzijdig) is beëindigd. Ook is het spoedeisend belang van [eiseres] bij toewijzing van deze vordering onvoldoende onderbouwd.
5.De beslissing
€ 30.492,- voor de daadwerkelijk door [opdrachtnemer] gewerkte uren,