Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
3.Ontvankelijkheid van de officier van justitie
4.Waardering van het bewijs
5.Bewezenverklaring
a) meerdere in de periode 2 februari 2014 tot en met 17 februari 2014 verrichte ongebruikelijke samengestelde transacties, te weten contante betalingen van in totaal 26.200,00 euro (transactienummer [transactienummer] ) en
b) meerdere in de periode van 6 oktober 2014 tot en met 30 oktober 2014 verrichte ongebruikelijke samengestelde transacties, te weten contante betalingen van in totaal 108.550,00 euro (transactienummer [transactienummer 1] en
c) meerdere in de periode 17 december 2014 tot en met 19 december 2014 verrichte ongebruikelijke samengestelde transacties, te weten contante betalingen van in totaal 49.500,00 euro (transactienummer [transactienummer 3] en
d) meerdere in de periode van 2 februari 2015 tot en met 17 februari 2015 verrichte ongebruikelijke samengestelde transacties, te weten contante betalingen van in totaal 102.900,00 euro (transactienummer [transactienummer 4] en
e) meerdere in de periode van 3 maart 2015 tot en met 18 maart 2015 verrichte ongebruikelijke samengestelde transacties, te weten contante betalingen van in totaal (minstens) 130.850,00 euro (transactienummer [transactienummer 5] en
f) meerdere in de periode 19 november 2015 tot en met 14 december 2015 verrichte ongebruikelijke transactie, te weten een geheel contante betaling van 27.200,00 euro (transactienummer [transactienummer 6] ;
6.Bewijs
7.Motivering van de straf
8.Toepasselijke wettelijke voorschriften
9.Beslissing
[naam bedrijf]daarvoor strafbaar.
€ 40.000,-(veertigduizend euro).
proeftijd van 1 (één) jaarvast.