ECLI:NL:RBAMS:2021:2705

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
30 april 2021
Publicatiedatum
27 mei 2021
Zaaknummer
C/13/698180 / KG RK 21-278
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Wijziging van de gerechtelijke bewaarder op verzoek van Fintech B.V. in verband met conservatoir bewijsbeslag

In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 april 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van PNL Fintech B.V. tegen de Joint-Stock Company Commercial Bank Modulbank. Fintech verzocht om wijziging van de gerechtelijke bewaarder, DigiJuris B.V., op grond van artikel 856 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De aanleiding voor het verzoek was het conservatoir bewijsbeslag dat Modulbank op 2 december 2020 had gelegd op de digitale administraties van Fintech, waarbij DigiJuris als gerechtelijk bewaarder was aangewezen. Fintech stelde dat vertrouwelijke informatie, waaronder bedrijfsgeheimen, in beslag was genomen en dat er onvoldoende garanties waren voor de bescherming van deze informatie.

Tijdens de mondelinge behandeling op 23 april 2021 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Fintech voerde aan dat DigiJuris niet voldoende zorg droeg voor de in beslag genomen gegevens en dat de selectie van de documenten te lang duurde. Modulbank daarentegen betoogde dat DigiJuris de vertrouwelijkheid waarborgde en dat er geen reden was om aan de betrouwbaarheid van DigiJuris te twijfelen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat DigiJuris voldoende zorg heeft voor de beslagen data en dat er geen aanleiding was om de gerechtelijke bewaarder te wijzigen. Het verzoek van Fintech werd afgewezen, en Fintech werd veroordeeld in de proceskosten.

De voorzieningenrechter benadrukte dat de beslissing over de terbeschikkingstelling van de broncode van de Finom-applicaties op een later moment zou worden genomen, maar dat er op dat moment onvoldoende redenen waren om de gerechtelijke bewaarder te wijzigen. De beschikking werd openbaar uitgesproken op 30 april 2021.

Uitspraak

beschikking

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rekestnummer: C/13/698180 / KG RK 21-278 CdK/RS
Beschikking van 30 april 2021
in de zaak van
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PNL FINTECH B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
2.
[verzoeker sub 2],
wonende te [woonplaats] ,
verzoekers,
advocaat mr. H.F.K. Schulz te Amsterdam,
tegen
de vennootschap naar vreemd recht
JOINT-STOCK COMPANY COMMERCIAL BANK MODULBANK,
gevestigd te Kostroma, Russische Federatie,
verweerster,
advocaten mrs. R.M. van der Velden en C. Sijm te Amsterdam.
Belanghebbenden zijn:
1. de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
DIGIJURIS B.V.,
gevestigd te Amersfoort,
gerechtelijk bewaarder,
2.
EGBERT ASSUERUS DRAGSTRA,
gerechtsdeurwaarder te Hengelo.
Verzoekers zullen hierna gezamenlijk Fintech worden genoemd, verweerster Modulbank en de belanghebbenden DigiJuris en de gerechtsdeurwaarder.

1.Het verloop van de procedure

1.1.
Fintech heeft op 24 februari 2021 een verzoekschrift met producties op de voet van artikel 856 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv) ingediend. De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 23 april 2021.
Op de mondelinge behandeling waren aanwezig:
- [verzoeker sub 2] , bijgestaan door I. van Erkel (tolk in de Russisch taal) met mr. D.B. Le Poole namens Fintech,
-mrs. Van der Velden en Sijm namens Modulbank,
-mr. G. Bos namens DigiJuris,
-de gerechtsdeurwaarder.
1.2.
Tijdens de mondelinge behandeling hebben Fintech en Modulbank hun standpunten nader toegelicht. Fintech aan de hand van een pleitnotitie en de ter zitting overgelegde dagvaarding in de bodemprocedure en Modulbank onder toezending van een eerder ingediend verweerschrift met producties. DigiJuris en de gerechtsdeurwaarder hebben op vragen van de voorzieningenrechter hun taak en uitgevoerde werkzaamheden toegelicht.
1.3.
De beschikking is bepaald op heden.

2.Het verzoek

2.1.
Op 2 december 2020 heeft Modulbank ten laste van Fintech conservatoir bewijsbeslag gelegd op haar digitale administraties. De voorzieningenrechter van deze rechtbank heeft op 16 november 2020 daartoe verlof verleent en daarbij DigiJuris als gerechtelijk bewaarder aangewezen. Fintech stelt – kort samengevat – dat vertrouwelijke informatie in beslag is genomen waaronder gevoelige informatie van haar klanten en bedrijfsgeheimen zoals de broncode van de Finom applicaties die Fintech exploiteert. Fintech maakt zich zorgen over de bescherming van de vertrouwelijkheid van de in beslag genomen bescheiden. Zo ontbreken in het verzoekschrift de garanties en maatregelen ter bescherming hiervoor. In de correspondentie met DigiJuris en de gerechtsdeurwaarder wordt onvoldoende onderkent dat er passende maatregelen zijn getroffen. Ook duurt het selecteren van de beslagen documenten erg lang en ontbreekt het zicht of tijdens dit proces de bescherming van de vertrouwelijke informatie is gewaarborgd. Tevens blijkt dat de website van DigiJuris sinds 2016 niet meer is bijgewerkt. Ook verschijnt er om veiligheidsredenen een waarschuwingsmelding als haar website wordt bezocht en zijn er geen jaarrekeningen gedeponeerd bij de Kamer van Koophandel. Dat alles maakt dat Fintech geen vertrouwen heeft in DigiJuris als gerechtelijk bewaarder.
Op grond van artikel 856 lid 3 Rv verzoekt Fintech Hoffmann B.V. als gerechtelijke bewaarder aan te wijzen die de gerechtelijke bewaring van DigiJuris zal overnemen.

3.Het verweer

3.1.
Modulbank voert – kort gezegd – aan dat het bewijsbeslag op 19 april 2021 is afgerond en dat DigiJuris sindsdien het geselecteerde bewijsmateriaal in gerechtelijke bewaring heeft. Hierbij is de vertrouwelijkheid gewaarborgd doordat het in beslaggenomen bewijsmateriaal aan een onafhankelijke gerechtelijk bewaarder in bewaring wordt gegeven en niet aan Modulbank.
3.2.
Verder heeft Fintech tijdens de beslaglegging medio december 2020 gecorrespondeerd met de gerechtsdeurwaarder en DigiJuris. De gerechtsdeurwaarder heeft aan Fintech in diverse mails kenbaar gemaakt dat strikte geheimhouding gewaarborgd is. DigiJuris heeft onder meer een geheimhoudingsverklaring getekend en is in het bezit van een aansprakelijkheidsverzekering. Ook is er geen enkele reden is om te twijfelen aan de betrouwbaarheid en onafhankelijkheid van DigiJuris. Fintech heeft meer dan twee maanden na deze correspondentie pas dit verzoekschrift ingediend. Ook heeft Fintech geen vordering tot opheffing van het bewijsbeslag ingediend, aldus Modulbank.
3.3.
Voorts merkt Modulbank op dat DigiJuris het bewijsmateriaal in een verzegelde envelop heeft opgeslagen. Ook maakt zij onder meer gebruik van een kluis en encryptie van data. Bovendien staat op haar website vermeldt dat zij in overeenstemming handelt met de meest recente beslagsyllabus en dat zij sinds 2007 altijd werkt volgens de regels zoals opgenomen in de meest recente juridische uitspraken. Het verzoek van Fintech om een andere gerechtelijke bewaarder aan te wijzen dient dan ook om de bovenstaande redenen te worden afgewezen, met veroordeling van Fintech in de (na)kosten, aldus nog steeds Modulbank.

4.Toelichting ter zitting

4.1.
Op vragen van de voorzieningenrechter heeft de gerechtsdeurwaarder ter zitting toegelicht dat hij ruime ervaring heeft als deurwaarder in bewijsbeslagen. In de afgelopen 12 jaar heeft hij ruim 200 bewijsbeslagen gelegd waarbij hij ongeveer in 90% van deze bewijsbeslagen heeft samengewerkt met DigiJuris. De gerechtsdeurwaarder heeft benadrukt hij de taak heeft om te beoordelen wat er onder het beslag van het verzoekschrift valt en dus niet DigiJuris. Zij heeft een faciliterende rol. Ook benadrukt de gerechtsdeurwaarder dat hij ook altijd werkt aan de hand van de meest huidige wet- en regelgeving.
4.2.
DigiJuris licht kort toe dat zij gebonden is aan haar geheimhoudingsplicht en heeft daarom in haar correspondentie verwezen naar de gerechtsdeurwaarder. DigiJuris kan er in verband met die geheimhouding niet al te veel over kwijt behalve dat zij integer te werkt gaat met de nodige maatregelen. Zo bewaart zij de data encrypted en verwerkt zij die offline. De data wordt vervolgens in een kluis bewaard waar een beperkt aantal medewerkers toegang toe heeft en de toegang wordt geregistreerd. Verder maakt zij gebruik van de meest recente forensisch gecertificeerde zoeksoftware die het verwerkingsproces vastlegt. Zodra een bewijsbeslag wordt afgerond worden de werkkopieën van de beslagen data en daarmee het verwerkingsproces vernietigd. Daarvan bestaat dan geen logboek meer.
5. De beoordeling
5.1.
Artikel 856 lid 3 Rv bepaalt dat de rechter desverzocht de gerechtelijke bewaarder kan wijzigen. Reden daarvoor kan zijn dat de gerechtelijk bewaarder onvoldoende zorg voor het goed heeft.
5.2.
Uit het verweerschrift van Modulbank en de verklaringen van de gerechtsdeurwaarder en DigiJuris blijkt dat DigiJuris voldoende zorg heeft voor het goed doordat zij de nodige veiligheidsmaatregelen hanteert in haar werkwijze. Dit heeft de gerechtsdeurwaarder in zijn correspondentie aan Fintech ook kenbaar gemaakt, al zou dit door de gerechtsdeurwaarder meer expliciet kunnen zijn toegelicht. Ook weegt mee dat DigiJuris sinds 2007 ervaring heeft met bewijsbeslagen en onder de verantwoordelijkheid van de gerechtsdeurwaarder werkt.
5.3.
Uit hetgeen Fintech heeft gesteld is niet gebleken dat DigiJurus onvoldoende zorg voor de beslagen data zou hebben. Zij heeft slechts twijfel daarover geuit, die met name lijkt te zijn veroorzaakt door de lange duur van het selectieproces van de data. Verder is begrijpelijk dat Fintech zorgen heeft over de inbeslagname, omdat haar belangrijkste kapitaalgoed, de broncode van Finom, onder beslag ligt. Vanzelfsprekend dient een zeer zorgvuldige afweging te worden gemaakt bij de beslissing of die broncode, die immers de kerngegevens vormt van de computerapplicatie, al of niet aan Modulbank ter beschikking zal worden gesteld. Die beslissing zal echter op een later moment worden genomen. Uit het voorgaande volgt dat er onvoldoende aanleiding is om de gerechtelijke bewaarder te wijzigen en wordt het verzoek afgewezen.
5.4.
Nu Fintech in het ongelijk wordt gesteld, zal zij in de proces- en nakosten worden veroordeeld als na te melden.

6.De beslissing

De voorzieningenrechter
6.1.
wijst het verzoek af,
6.2.
veroordeelt Fintech in de kosten van deze procedure aan de zijde van Modulbank begroot op € 667,-- aan griffierecht en € 1016,-- aan salaris advocaat te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na de betekening van deze beschikking tot aan de voldoening, en begroot de kosten aan de zijde van DigiJuris en de gerechtsdeurwaarder op nihil,
6.3.
veroordeelt Fintech in de na deze beschikking ontstane kosten, begroot op
€ 163,-- aan salaris advocaat, te vermeerderen met € 85,- en de kosten van het betekeningsexploot ingeval betekening van deze beschikking plaatsvindt, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover met ingang van veertien dagen na de betekening van deze beschikking tot aan de voldoening,
6.4.
verklaart deze kostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Deze beschikking is gegeven door mr. C.M.E. de Koning, voorzieningenrechter, bijgestaan door R.J.J. Stoops, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 30 april 2021. [1]

Voetnoten

1.type: RS