Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
[verzoeker sub 2],
EGBERT ASSUERUS DRAGSTRA,
1.Het verloop van de procedure
-mr. G. Bos namens DigiJuris,
-de gerechtsdeurwaarder.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 30 april 2021 uitspraak gedaan in een verzoekschrift van PNL Fintech B.V. tegen de Joint-Stock Company Commercial Bank Modulbank. Fintech verzocht om wijziging van de gerechtelijke bewaarder, DigiJuris B.V., op grond van artikel 856 lid 3 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De aanleiding voor het verzoek was het conservatoir bewijsbeslag dat Modulbank op 2 december 2020 had gelegd op de digitale administraties van Fintech, waarbij DigiJuris als gerechtelijk bewaarder was aangewezen. Fintech stelde dat vertrouwelijke informatie, waaronder bedrijfsgeheimen, in beslag was genomen en dat er onvoldoende garanties waren voor de bescherming van deze informatie.
Tijdens de mondelinge behandeling op 23 april 2021 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht. Fintech voerde aan dat DigiJuris niet voldoende zorg droeg voor de in beslag genomen gegevens en dat de selectie van de documenten te lang duurde. Modulbank daarentegen betoogde dat DigiJuris de vertrouwelijkheid waarborgde en dat er geen reden was om aan de betrouwbaarheid van DigiJuris te twijfelen. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat DigiJuris voldoende zorg heeft voor de beslagen data en dat er geen aanleiding was om de gerechtelijke bewaarder te wijzigen. Het verzoek van Fintech werd afgewezen, en Fintech werd veroordeeld in de proceskosten.
De voorzieningenrechter benadrukte dat de beslissing over de terbeschikkingstelling van de broncode van de Finom-applicaties op een later moment zou worden genomen, maar dat er op dat moment onvoldoende redenen waren om de gerechtelijke bewaarder te wijzigen. De beschikking werd openbaar uitgesproken op 30 april 2021.