Op 25 mei 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een zaak betreffende de overlevering van een opgeëiste persoon op basis van een Europees aanhoudingsbevel (EAB) uitgevaardigd door het Amtsgericht Bonn in Duitsland. De vordering tot overlevering werd ingediend door de officier van justitie en dateert van 16 maart 2021. De opgeëiste persoon, geboren in Frankrijk in 1976, was gedetineerd in Nederland en had geen vaste woon- of verblijfplaats. Tijdens de openbare zitting op 11 mei 2021 werd de identiteit van de opgeëiste persoon bevestigd en werd het EAB besproken. De rechtbank heeft vastgesteld dat het EAB voldoet aan de eisen van de Overleveringswet (OLW) en dat er geen weigeringsgronden zijn voor de overlevering. De rechtbank heeft de overlevering toegestaan, omdat het feit waarvoor de overlevering wordt verzocht, diefstal, ook naar Nederlands recht strafbaar is. De rechtbank heeft de relevante wetsartikelen, waaronder artikel 311 van het Wetboek van Strafrecht en artikelen 2, 5 en 7 van de OLW, in haar beslissing betrokken. De uitspraak werd gedaan door de voorzitter en twee andere rechters, en er staat geen gewoon rechtsmiddel open tegen deze uitspraak.