Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
Vonnis
[eiser] ,
verweerder in reconventie
[gedaagde]
eiseres in reconventie
Partijen worden hierna [eiser] en [gedaagde] genoemd.VERLOOP VAN DE PROCEDURE
- conclusie van antwoord tevens eis in reconventie, met producties;
- vonnis van 28 oktober 2020, waarbij een mondelinge behandeling is bepaald;
- de mondelinge behandeling van 16 februari 2020, het proces-verbaal dat daarvan is opgemaakt, de conclusie van antwoord in reconventie, nadere productie 17 van [eiser] en de spreekaantekeningen van mr. Bloem.
GRONDEN VAN DE BESLISSING
Feiten en omstandigheden
In conventie en in reconventie
post 1 sloopwerk
post 2 timmerwerk divers
post 3 kozijnwerk
post 4 loodgieterswerk
post 5 cv-installatie
post 6 elektrische installatie
post 7 schilderwerk
post 8 stucwerk
Het totaalbedrag van de offerte is € 159.553,41 inclusief btw.
Als “betalingsregeling” is vermeld:
factuur 1: 10% voor aanvang werkzaamheden
factuur 3: 20% voor plaatsing kozijnen
factuur 4: 20% voor aanvang stucwerk
factuur 5: 20% voor aanvang schilderwerk
factuur 6: 10% na oplevering
factuur 1 3 februari 2019 € 16.031,63
factuur 2 9 mei 2019 € 19.041,02
factuur 3 22 mei 2019 € 20.861,50
factuur 4 24 juni 2019 € 20.861,50
heeft factuur 1 betaald.
heeft factuur 3 voor een deel betaald.
De facturen 2 en 4 zijn niet door [gedaagde] betaald.
(…)
Reeds herhaaldelijk heb ik u, zowel mondeling als schriftelijk, verzocht de op u rustende verplichtingen (…) na te komen. Gezien de voortdurende nalatigheid en het feit dat u herhaaldelijk een redelijke termijn is gegund alsnog uw verplichtingen naar behoren na te komen, kan redelijkerwijs niet langer van mij worden verwacht dat ik u nog langer in de gelegenheid stel om enerzijds de gebreken als gevolg van de onbehoorlijk uitgevoerde werkzaamheden te herstellen en anderzijds de geheel niet uitgevoerde werkzaamheden alsnog te verrichten. (…)
Vanwege het ingetreden verzuim aan uw zijde, ontbind ik hierbij voorts de met u gesloten overeenkomst. (…)
factuur 5 11 februari 2020 € 20.861,50
factuur 6 11 februari 2020 € 10.430,77
De facturen 5 en 6 zijn niet door [gedaagde] betaald.
In conventie
Vordering
primair€ 75.023,09, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 68.248,09 vanaf 5 januari 2020;
subsidiair€ 77.969,79, te vermeerderen met de wettelijke rente over € 71.194,79 vanaf 9 juni 2019;
primair en subsidiair€ 6.775,-- aan buitengerechtelijke incassokosten;
met veroordeling van [gedaagde] in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente en nakosten.
Verweer
In reconventie
Vordering
- voor recht te verklaren dat [eiser] (toerekenbaar) is tekortgeschoten in de nakoming van de overeenkomst;
- voor recht te verklaren dat [eiser] aansprakelijk is voor de schade wegens tekortkoming in de nakoming van de overeenkomst en [eiser] te veroordelen tot vergoeding van die schade, op te maken bij staat;
- [eiser] te veroordelen tot betaling van de kosten van de deskundige;
met veroordeling van [eiser] in de proceskosten, te vermeerderen met wettelijke rente en nakosten.
Verweer
Beoordeling
In conventie en in reconventie
Kwalificatie van de overeenkomst
“Als gezegd verwacht ik dat voorgaande openstaande punten behoorlijk worden opgelost op zeer korte termijn. Zo niet, stel ik een ieder reeds nu voor alsdan aansprakelijk voor alle gemaakte en te maken kosten, en voor alle geleden en te lijden schade, onder voorbehoud van alle rechten en weren. Ik ga er vanuit dat ik binnen 5 dagen na dagtekening van deze e-mail een behoorlijke inhoudelijke reactie ontvang met daarbij concrete afspraken ter oplossing van alle hiervoor genoemde punten. Gebeurt dit niet dan voel ik mij vrij alle genoemde werkzaamheden door een derde te laten repareren en/of uitvoeren, waarbij alle kosten en schade verhaald zullen worden (…).”
De punten die [gedaagde] in haar e-mail bij [eiser] aan de orde stelde betroffen:
- het aantal geplaatste radiatoren;
- de positie van de geplaatste radiatoren in verband met de manier waarop de leidingen waren aangebracht;
- kwaliteit van het schilderwerk;
- ontbreken van inbouw-spots;
- het functioneren van de stopcontacten aan de voorzijde van de woonkamer;
- het niet-functioneren van de stopcontacten en lichtknoppen “aan de andere kant in de woonkamer naast de deur”.
Niet gebleken is dat [eiser] op de e-mail van [gedaagde] heeft geantwoord dat de hiervoor genoemde klachten van [gedaagde] volgens hem ten onrechte waren en dat [gedaagde] daarom die klachten vervolgens heeft laten varen. Evenmin dat [eiser] de punten die [gedaagde] in haar e-mail van 15 juli 2019 aansneed heeft verholpen. De stelling van [eiser] dat [gedaagde] , gezien het grote aantal klachten in de e-mail van 15 juli 2019 het werk op 30 juli 2019, met voorbehouden, desondanks als gereed heeft aanvaard, is zonder nadere toelichting van de zijde van [eiser] , die achterwege is gebleven, niet voldoende en wordt daarom verworpen. Het enkele feit dat in het verslag van 30 juli 2019 het woord “
opleverpunten” is genoemd, is niet voldoende voor de gevolgtrekking dat wél sprake is geweest van oplevering van het werk onder voorbehoud. Hooguit dat sprake was van een groot aantal punten dat aan iedere vorm van oplevering in de weg stond.