ECLI:NL:RBAMS:2021:3008

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
11 juni 2021
Publicatiedatum
14 juni 2021
Zaaknummer
8922371 CV EXPL 20-22292
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schilder moet ontevreden klant schadevergoeding betalen wegens ondeugdelijk schilderwerk

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 11 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een schilder en zijn klant. De klant, eiser, had de schilder, gedaagde, opdracht gegeven voor schilderwerkzaamheden in zijn woning. Na uitvoering van de werkzaamheden bleek het schilderwerk niet dekkend te zijn en ontstonden er vlekken op de muren. Eiser heeft gedaagde in gebreke gesteld en verzocht om de gebreken te herstellen, maar gedaagde heeft hierop niet gereageerd. Eiser heeft vervolgens een andere schilder ingeschakeld om de gebreken te verhelpen en vorderde de kosten van deze werkzaamheden, alsook buitengerechtelijke incassokosten van gedaagde.

De kantonrechter oordeelde dat gedaagde tekortgeschoten was in de nakoming van de overeenkomst, omdat het schilderwerk ondeugdelijk was uitgevoerd. De rechter heeft vastgesteld dat de schilderwerkzaamheden niet aan de verwachtingen voldeden, en dat gedaagde niet had gereageerd op de ingebrekestelling van eiser. De kantonrechter heeft gedaagde veroordeeld tot betaling van € 800,00 aan schadevergoeding voor de herstelwerkzaamheden, vermeerderd met wettelijke rente, en € 120,00 aan buitengerechtelijke incassokosten. De proceskosten werden gecompenseerd, zodat iedere partij zijn eigen kosten draagt. Dit vonnis is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 8922371 CV EXPL 20-22292
vonnis van: 11 juni 2021

vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

[eiser] ,

wonende te [woonplaats] ,
eiser,
nader te noemen: [eiser] ,
gemachtigde: M.W.J.M. Jonk,
t e g e n

[gedaagde] ,

wonende en zaakdoende te [plaats] ,
gedaagde,
nader te noemen: [gedaagde] ,
procederend in persoon.

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

De volgende stukken bevinden zich in het dossier:
- dagvaarding van 1 december 2020 met producties;
- antwoord met producties;
- instructievonnis;
- dagbepaling mondelinge behandeling.
De mondelinge behandeling heeft plaatsgevonden op 12 mei 2021. [eiser] is in persoon verschenen, vergezeld door de gemachtigde. Ook [gedaagde] is in persoon verschenen, vergezeld door zijn partner mevr. [naam partner] . Partijen zijn gehoord en hebben vragen van de kantonrechter beantwoord. De griffier heeft aantekeningen gemaakt van hetgeen is besproken. Ten slotte is vonnis bepaald op heden.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.
1.1.
Op 6 mei 2020 heeft [gedaagde] aan [eiser] een offerte uitgebracht voor het uitvoeren van diverse schilderwerkzaamheden in de woning van [eiser] voor een bedrag van € 812,05 incl. btw.
1.2.
[eiser] heeft [gedaagde] opdracht gegeven tot het uitvoeren van de werkzaamheden conform de offerte. [gedaagde] heeft de werkzaamheden grotendeels op 30 en 31 mei 2020 uitgevoerd. De schilderwerkzaamheden bestonden uit het schuren, opknappen en wit schilderen van de wanden in onder meer de hal, slaapkamer en woonkamer.
1.3.
[eiser] heeft de volledige aanneemsom aan [gedaagde] voldaan.
1.4.
[eiser] heeft [gedaagde] bij brief van 25 juni 2020 een ingebrekestelling en aansprakelijkstelling verstuurd en hem verzocht c.q. gesommeerd om de door hem genoemde gebreken – zichtbare scheur, vlekken op de muur, afgebladderde verf en verfspetters – binnen vier weken kosteloos te herstellen. [gedaagde] heeft niet op deze brief gereageerd en is niet binnen deze termijn tot herstel overgegaan.
1.5.
Bij brief van 10 augustus 2020 heeft de gemachtigde van [eiser] aan [gedaagde] bericht dat [eiser] aanspraak maakt op vervangende schadevergoeding in plaats van nakoming. [gedaagde] heeft niet op deze brief gereageerd.
1.6.
[eiser] heeft op 29 oktober 2020 voor een bedrag van € 2.400,87 incl. btw schilderwerkzaamheden laten verrichten door Schildersbedrijf [naam schildersbedrijf] (hierna: [naam schildersbedrijf] ). In de factuur van [naam schildersbedrijf] is, voor zover relevant, het volgende vermeld:
“ Binnenschilderwerk in uw woning: hoeveelheid prijs totaalprijs
Sigmatex superlatex 10 ltr 2 emmers 99,17 € 198,34 €
Acryllaatkit 3 kokers 3,77 € 11,31 €
Afdekfolie 1 rol 7,10 € 7,10 €
Afplakbend breed 4 rol 3,87 € 15,48 €
Polyfilla F110 vulmiddel 11 kg 4,59 € 50,49 €
Sigmafix 3 ltr 13,97 € 41,91 €
Arbeid [naam 1] 24 uur 35,00 € 840,00 €
Arbeid [naam 2] 24 uur 43,25 € 1.038,00 €
(..)
Eindtotaal 2.400,87 €”

Vordering en verweer

2. [eiser] vordert dat bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis [gedaagde] veroordeeld zal worden tot betaling van:
€ 2.400,87 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente vanaf 24 juli 2020, althans 31 augustus 2020, tot aan de dag der voldoening;
€ 360,13 aan buitengerechtelijke incassokosten;
de proceskosten.
3. Aan deze vordering legt [eiser] - kort gezegd – ten grondslag dat [gedaagde] tekortgeschoten is in de nakoming van de tussen partijen gesloten overeenkomst, doordat hij de overeengekomen schilderwerkzaamheden ondeugdelijk heeft uitgevoerd. Zo is de scheur die [gedaagde] zou repareren nog zichtbaar, schijnt de oude crèmekleurige verf door de nieuwe laag witte verf heen, bladdert de verf af en zijn meerdere verfspetters geconstateerd. [eiser] heeft [gedaagde] in de gelegenheid gesteld de gebreken te herstellen. Nu [gedaagde] dat heeft nagelaten, is hij in verzuim geraakt. [eiser] heeft de vordering tot nakoming middels de brief van 10 augustus 2020 omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding. [gedaagde] dient de kosten van de door [naam schildersbedrijf] verrichte herstelwerkzaamheden ten bedrage van € 2.400,87 dan ook aan [eiser] te voldoen. Daarnaast maakt [eiser] aanspraak op vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten ten bedrage van € 360,13.
4. [gedaagde] heeft de vordering betwist en daartoe, samengevat en zakelijk weergegeven, het navolgende aangevoerd. [gedaagde] heeft de schilderwerkzaamheden deugdelijk uitgevoerd, zodat geen sprake is van enige tekortkoming. Daarnaast heeft [gedaagde] [eiser] er voor het uitvoeren van de werkzaamheden op gewezen dat de woning vanwege een bouwtechnische fout gestuct zou moeten worden, en dat de kans bestond dat de scheur in de muur zichtbaar zou blijven dan wel terug zou keren indien de muur enkel geverfd zou worden. [eiser] heeft er echter prijstechnisch voor gekozen om de muur alleen te laten verven. [gedaagde] heeft [eiser] daarom geen garantie op de werkzaamheden gegeven. Daarnaast is het onmogelijk dat door het verven met witte verf, en dus door toedoen van [gedaagde] , drie weken later bruin/rode vlekken op de muur zijn ontstaan. De muren zagen er ten tijde van de oplevering netjes uit.
5. Waar nodig zal hierna bij de beoordeling nader worden ingegaan op de stellingen en verweren van partijen.

Beoordeling

6. Niet in geschil is dat [eiser] de vordering tot nakoming middels de brief van 10 augustus 2020 rechtsgeldig heeft omgezet in een vordering tot vervangende schadevergoeding. Het geschil spitst zich dan ook toe op de vraag of [gedaagde] toerekenbaar tekortgeschoten is in de nakoming van de overeenkomst door ondeugdelijk werk te verrichten en zodoende gehouden is om de kosten van de door [naam schildersbedrijf] verrichte (herstel)werkzaamheden aan [eiser] te voldoen. Daartoe wordt als volgt overwogen.
7. Ten aanzien van de scheur in de muur is de kantonrechter van oordeel dat geen sprake is van een tekortkoming aan de zijde van [gedaagde] . [eiser] heeft immers erkend dat [gedaagde] hem er voor het uitvoeren van de werkzaamheden voor heeft gewaarschuwd dat de scheur na het enkel verven van de muur mogelijk zichtbaar zou blijven, dan wel terug zou keren. [eiser] heeft er desondanks voor gekozen om de muur alleen door [gedaagde] te laten verven. Dat de scheur na het uitvoeren van de schilderwerkzaamheden nog steeds zichtbaar is kan dan ook niet als tekortkoming van [gedaagde] worden aangemerkt. Dit betekent dat [gedaagde] niet gehouden is om de kosten ten behoeve van het repareren van de scheur aan [eiser] te vergoeden.
8. Anders luidt het oordeel ten aanzien van de dekking van de verf en de donkere vlekken in onder andere de hal en woonkamer. [eiser] heeft ter onderbouwing van de stelling dat [gedaagde] ondeugdelijk werk heeft verricht verwezen naar de door hem overgelegde foto’s die omstreeks drie weken na het uitvoeren van de werkzaamheden zijn gemaakt. Op deze foto’s is duidelijk zichtbaar dat de verf op bepaalde plekken niet dekkend is en dat
op delen van de muren vlekken zijn ontstaan. Hetgeen door [gedaagde] overigens ook niet is bestreden. Uit deze foto’s blijkt voldoende dat door [gedaagde] gebrekkig werk is verricht. Van een professionele schilder mag immers worden verwacht dat het door hem verrichte schilderwerk, ook drie weken nadat de werkzaamheden zijn uitgevoerd, egaal en dekkend is. Het verweer van [gedaagde] , inhoudende dat de vlekken mogelijk zijn ontstaan door het verschuiven van meubels dan wel door gedragingen van kinderen van [eiser] , acht de kantonrechter, mede gelet op de gemotiveerde betwisting van [eiser] , niet aannemelijk. De foto’s vertonen niet een beeld van vegen hier en daar, maar een algeheel beeld van niet dekkend schilderwerk. Dat [eiser] de muren al heeft laten overschilderen en het schilderwerk dus enkel aan de hand van foto’s kan worden beoordeeld is een omstandigheid die mede aan [gedaagde] te wijten is, nu hij heeft nagelaten op de brieven en verzoeken van [eiser] te reageren.
9. Het voorgaande leidt ertoe dat de kosten die [eiser] heeft moeten maken om de muren opnieuw te laten schilderen, door [gedaagde] dienen te worden vergoed. [eiser] heeft de door hem gevorderde schadevergoeding gebaseerd op de factuur van [naam schildersbedrijf] ten bedrage van € 2.400,87 incl. btw
.Een deel van de door [naam schildersbedrijf] verrichte werkzaamheden heeft echter tevens betrekking op het repareren van de scheur waar [gedaagde] niet aansprakelijk voor kan worden gehouden (waaronder kit en vulmiddel en een aantal arbeidsuren, zie feiten onder 1.6). Nu de factuur de werkzaamheden en de kosten die daarmee gemoeid zijn niet afzonderlijk specificeert, zal de kantonrechter de herstelkosten voor het schilderwerk begroten op een bedrag van € 800,00. [gedaagde] zal dan ook worden veroordeeld tot betaling van dit bedrag.
10. De wettelijke rente over dit bedrag – waartegen geen zelfstandig verweer is gevoerd - acht de kantonrechter eveneens toewijsbaar. Hetzelfde geldt ten aanzien van de gevorderde vergoeding van de buitengerechtelijke incassokosten, nu [eiser] voldoende heeft gesteld en onderbouwd dat buitengerechtelijke incassowerkzaamheden zijn verricht. De kantonrechter zal de buitengerechtelijke incassokosten dan ook toewijzen tot het wettelijke tarief dat hoort bij het aan de hoofdsom toegewezen bedrag, te weten
een bedrag van € 120,00 excl. btw.
11. Nu partijen deels in het gelijk en deels in het ongelijk zijn gesteld, ziet de kantonrechter aanleiding om de proceskosten te compenseren, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.

BESLISSING

De kantonrechter:
veroordeelt [gedaagde] om tegen bewijs van kwijting aan [eiser] te betalen:
a. een bedrag van € 800,00, vermeerderd met de wettelijke rente daarover vanaf 24 juli 2020 tot aan de dag der algehele voldoening;
b. een bedrag van € 120,00 aan buitengerechtelijke incassokosten;
compenseert de proceskosten in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M. van Walraven, kantonrechter, en in het openbaar
uitgesproken op 11 juni 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.