Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres (hierna: [eiseres] )
Procesverloop
Overwegingen
€ 85,- per maand is minder dan een derde van haar aflossingscapaciteit. [eiseres] heeft niet met nadere stukken onderbouwt dat zij hierdoor niet meer kan voorzien in de intensieve zorg van haar kind.
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtsmiddel
Bijlage: Juridisch kader
Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering
Algemene kinderbijslagwet
- Artikel 23, eerste lid, aanhef en onder c, van de AKW bepaalt dat de kinderbijslag behoudens voor zoveel dit dient tot verhaal van een uitkering tot levensonderhoud van het kind, of tot terugvordering van onverschuldigd betaalde kinderbijslag als bedoeld in artikel 24, niet vatbaar is voor executoriaal of conservatoir beslag noch voor beslag ingevolge faillissement of toepassing van de schuldsaneringsregeling natuurlijke personen.
- Artikel 24, eerste lid van de AKW bepaalt dat de kinderbijslag die als gevolg van een besluit als bedoeld in artikel 14a onverschuldigd is betaald, alsmede hetgeen anderszins onverschuldigd is betaald, door de Sociale verzekeringsbank van de verzekerde, dan wel degene met wie hij een huishouding vormt, of de persoon aan wie op grond van artikel 21 kinderbijslag wordt betaald, wordt teruggevorderd.
- Artikel 24a, tweede lid, aanhef en onder b van de AKW bepaalt dat artikel 17g van overeenkomstige toepassing is, met dien verstande dat indien degene van wie wordt teruggevorderd, dan wel degene met wie hij een huishouden vormt, kinderbijslag op grond van deze wet ontvangt, in afwijking van artikel 17g, eerste lid, het besluit tot terugvordering ten uitvoer kan worden gelegd door verrekening met die bijslag.