In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 28 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stedin Netbeheer B.V. en [gedaagde] B.V. Stedin, als netbeheerder, vorderde een schadevergoeding van € 75,00 van [gedaagde] wegens het niet tijdig afsluiten van een energiecontract voor gas. De procedure begon met een dagvaarding op 9 december 2020, waarin Stedin stelde dat [gedaagde] onrechtmatig had gehandeld door geen contract voor gas te hebben afgesloten, ondanks herhaalde aanmaningen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] pas op 23 september 2020 huurder werd van het pand en dat de verantwoordelijkheden voor de gas- en energieaansluitingen pas op dat moment van kracht werden. Voorts heeft [gedaagde] op 1 oktober 2020 een energiecontract voor elektriciteit afgesloten, maar geen voor gas. De rechter oordeelde dat de aanmaningen van Stedin niet adequaat waren, aangezien [gedaagde] al een contract had voor elektriciteit en geen gebruik maakte van gas. De rechter concludeerde dat [gedaagde] geen onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van de gasmeter en dat de vorderingen van Stedin derhalve moesten worden afgewezen. Stedin werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].