ECLI:NL:RBAMS:2021:3123

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
28 juni 2021
Publicatiedatum
17 juni 2021
Zaaknummer
8950453 CV EXPL 20-23355
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing vordering tot gefixeerde schadevergoeding door netbeheerder Stedin tegen huurder

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 28 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen Stedin Netbeheer B.V. en [gedaagde] B.V. Stedin, als netbeheerder, vorderde een schadevergoeding van € 75,00 van [gedaagde] wegens het niet tijdig afsluiten van een energiecontract voor gas. De procedure begon met een dagvaarding op 9 december 2020, waarin Stedin stelde dat [gedaagde] onrechtmatig had gehandeld door geen contract voor gas te hebben afgesloten, ondanks herhaalde aanmaningen. De kantonrechter heeft vastgesteld dat [gedaagde] pas op 23 september 2020 huurder werd van het pand en dat de verantwoordelijkheden voor de gas- en energieaansluitingen pas op dat moment van kracht werden. Voorts heeft [gedaagde] op 1 oktober 2020 een energiecontract voor elektriciteit afgesloten, maar geen voor gas. De rechter oordeelde dat de aanmaningen van Stedin niet adequaat waren, aangezien [gedaagde] al een contract had voor elektriciteit en geen gebruik maakte van gas. De rechter concludeerde dat [gedaagde] geen onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van de gasmeter en dat de vorderingen van Stedin derhalve moesten worden afgewezen. Stedin werd als in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten van [gedaagde].

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht – team kanton
zaaknummer: 8950453 CV EXPL 20-23355
vonnis van: 28 juni 2021
fno.: 245/33806

Vonnis van de kantonrechter

I n z a k e

de besloten vennootschap Stedin Netbeheer B.V.

gevestigd te Rotterdam
eiseres, nader te noemen: Stedin
gemachtigde: Inkassier Gerechtsdeurwaarders & Incasso
t e g e n

de besloten vennootschap [gedaagde] B.V.

gevestigd te [vestigingsplaats]
gedaagde, nader te noemen: [gedaagde]
gemachtigde: [gemachtigde]

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

  • dagvaarding van 9 december 2020, met producties;
  • antwoord, met een productie;
  • instructievonnis;
  • repliek tevens houdende akte vermindering van eis, met producties;
  • dupliek, met producties;
  • akte uitlating producties van Stedin;
  • dagbepaling vonnis.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Feiten

1. Als gesteld en niet (voldoende) weersproken staat het volgende vast.
1.1.
Stedin draagt als netbeheerder zorg voor het transport van elektriciteit en gas.
1.2.
Op of omstreeks 20 augustus 2020 heeft Stedin geconstateerd dat geen energieleverancier bekend is voor de energieaansluiting(en) in het pand aan het adres [adres] (hierna: het pand).
1.3.
Stedin heeft op 6 augustus 2020, 22 augustus 2020 en 5 september 2020 een brief gestuurd aan de gebruikers van het pand over het ontbreken van een overeenkomst met een energieleverancier.
1.4.
Het pand wordt met ingang van 23 september 2020 gehuurd door [gedaagde] .
1.5.
In de huurovereenkomst van [gedaagde] met de verhuurder is het volgende bepaald:
18.3
Door of vanwege Verhuurder worden wel bijkomende leveringen en diensten verzorgd. Het gehuurde is voorzien van aansluitingen gas, water en elektra. Deze nutsvoorzieningen worden op naam van Huurder gesteld, die derhalve zelf voor de afrekening met de toeleveranciers zorg draagt. Eventuele kosten voor de (her)ingebruikstelling van deze nutsvoorzieningen, alsmede noodzakelijke (toekomstige) aanpassingen en/of uitbreidingen zijn voor rekening en risico van Huurder.
18.4 (…)
Huurder dient wel de aansluitingen gas, water en elektra op haar naam te zetten vanaf 23 september 2020.
1.6.
[gedaagde] beschikt met ingang van 1 oktober 2020 over een overeenkomst met Essent voor de levering van elektriciteit.
1.7.
Stedin heeft bij brief van 13 oktober 2020 de bewoners van het pand gesommeerd om binnen vijf dagen € 75,00 aan schade te betalen en een energiecontract voor de levering van gas af te sluiten of de gas te laten afsluiten.
1.8.
Stedin heeft bij brief van 23 november 2020 [gedaagde] gesommeerd om binnen drie dagen € 75,00 aan schade te betalen en een energiecontract voor de levering van gas af te sluiten of de gas te laten afsluiten.
1.9.
Op 9 december 2020 is [gedaagde] gedagvaard om te verschijnen op de zitting van 7 januari 2021.
1.10.
In een e-mailbericht van Stedin aan [gedaagde] van 17 december 2020 is het volgende vermeld:
Uit het contract dat u ons gestuurd heeft op 15 december jl. blijkt dat u een contract heeft geregeld voor elektriciteit. Onze vordering heeft echter betrekking op degasaansluiting. Ik wil u dan ook verzoeken om per ommegaande een contract aan te gaan voor de gasmeter. Indien de gasmeter niet (meer) gebruikt wordt, verzoek ik u om een afspraak te maken met Stedin om de meter te laten verwijderen.
1.11.
In een reactie van [gedaagde] van 17 december 2020 is het volgende vermeld:
Ik heb toen al met Stedin telefonisch gesproken en op de hoogte gebracht dat ik geen gebruik wilde maken van gas. Ze zouden zelf contact opnemen met de pand eigenaar, omdat ik dat niet mag beslissen of gasmeter weggehaald mag worden. Verder ik heb nooit een waarschuwing brief op mijn eigen naam of op mijn BV s naam ontvangen. Nooit ook op de hoogte gebracht tot dat ik gedagvaard ben. Ik heb vandaag met Essent gesproken en toch gas abonnement genomen tot dat gasmeter weggehaald wordt en Stedin heel erg slordig, traag is in zijn werk.
1.12.
[gedaagde] beschikt met ingang van 17 december 2020 over een overeenkomst met Essent voor de levering van gas.
1.13.
In een e-mailbericht van Stedin aan [gedaagde] van 23 december 2020 is het volgende vermeld:
Zowel u als de verhuurder kunnen bij Stedin een verzoek indienen om de meter te laten verwijderen. Stedin maakt dan een offerte op. Als de offerte betaald is, zal de meter verwijderd worden.

Vordering en verweer

2. Stedin vordert, na vermindering van eis, dat [gedaagde] bij uitvoerbaar bij voorraad te verklaren vonnis veroordeeld zal worden tot betaling van een schadevergoeding van € 75,00, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf de dag van de dagvaarding en de proceskosten.
3. Stedin stelt, samengevat en zakelijk weergegeven, dat zij schade lijdt door het onrechtmatig handelen van [gedaagde] . De schade omvat de buitengerechtelijke incassokosten alsmede gederfde inkomsten in de vorm van netverlies en het niet kunnen incasseren van de aansluit- en transportvergoeding.
4. [gedaagde] voert als verweer tegen de vordering aan dat zij alleen brieven heeft ontvangen die waren gericht “aan de bewoners van dit pand”. [gedaagde] heeft bij Stedin aangegeven dat zij geen gebruik wilde maken van een gasaansluiting. Zij mag als huurder niet beslissen over het verwijderen van de bestaande gasmeter.

Beoordeling

5. Vast staat dat [gedaagde] op 23 september 2020 huurder is geworden van het pand. Zij werd pas per die datum– volgens de huurovereenkomst - verantwoordelijk voor de gas- en energieaansluiting. Eventuele brieven en aanmaningen van voor die tijd regarderen [gedaagde] derhalve niet.
6. Voorts staat vast dat [gedaagde] vanaf 1 oktober 2020 een energiecontract heeft afgesloten bij Essent. [gedaagde] heeft daarbij geen gasleverantie overeengekomen. Daarmee is de brief van Stedin van 13 oktober 2020 niet adequaat; de brief spreekt over het gebruiken van gasleveranties via het Netwerk van Stedin, maar die waren er niet. De brief spreekt voorts over het afsluiten van een energiecontract, maar dat had [gedaagde] al. Niet gesteld of gebleken is dat [gedaagde] geen contact heeft opgenomen met haar eigen energie-leverancier, zoals de brief vraagt. Dat [gedaagde] op de brief geen actie richting Stedin heeft ondernomen, is alleszins begrijpelijk.
7. Eerst na de dagvaarding van 9 december 2020, namelijk op 17 december 2020, en na het bericht van [gedaagde] dat zij geen gasleveranties wilden, heeft Stedin [gedaagde] geïnformeerd dat het ging om de afkoppeling van de gasmeter. Die dag heeft [gedaagde] een (nutteloze) overeenkomst voor gas met Essent gesloten, om verdere problemen met Stedin te voortkomen. [gedaagde] heeft dus direct aan het eerste duidelijke verzoek van Stedin voldaan. Dat [gedaagde] daarvoor werkelijk gebruik heeft gemaakt van de gasaansluiting, is bij dit alles niet komen vast te staan.
8. Het vorenstaande impliceert dat [gedaagde] geen onrechtmatig gebruik heeft gemaakt van de gasmeter en evenmin brieven of terechte aanmaningen van Stedin naast zich neer heeft gelegd. De daarmee verband houdende vorderingen van Stedin zullen derhalve worden afgewezen.
9. De overige vorderingen van Stedin treffen hetzelfde lot. Na ontvangst van de brief van 17 december 2020 heeft [gedaagde] direct een gasleveringsovereenkomst afgesloten, zodat de grond voor afsluiting is komen te vervallen en de vordering daartoe moet worden afgewezen. Overigens komt het de kantonrechter voor dat – los van de rol van Stedin - verzegeling of afsluiting van de meter voor [gedaagde] aantrekkelijker is dan het voortzetten van de nutteloze overeenkomst.
10. De door [gedaagde] gevraagde vergoeding van € 1.000,00 wordt niet nader onderbouwd en wordt derhalve afgewezen.
11. Stedin wordt als de in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten belast, die aan de zijde van [gedaagde] worden gesteld op € 50,- voor noodzakelijk gemaakte kosten.

BESLISSING

De kantonrechter:
wijst de vorderingen af;
veroordeelt Stedin in de kosten van het geding, tot op heden aan de zijde van Stedin begroot op € 50,00 voor noodzakelijk gemaakte kosten;
veroordeelt Stedin in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 18,00 aan noodzakelijke kosten, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat Stedin niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 28 juni 2021 in tegenwoordigheid van de griffier.
Griffier Kantonrechter