ECLI:NL:RBAMS:2021:3211

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 juni 2021
Publicatiedatum
22 juni 2021
Zaaknummer
13/054265-21
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Op tegenspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Veroordeling voor witwassen met gevangenisstraf en verbeurdverklaring van geldbedragen en horloge

Op 9 juni 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van witwassen. De verdachte, geboren in 1991 en gedetineerd in een penitentiaire inrichting, werd op 25 februari 2021 aangehouden met een aanzienlijk contant geldbedrag van 650.045 euro in een motorkoffer. Tijdens de zitting op 26 mei 2021 heeft de verdachte verklaard dat hij het geld voor iemand anders moest vervoeren, maar zijn verklaring werd als onvoldoende concreet en verifieerbaar beschouwd. De rechtbank oordeelde dat de verdachte wist dat het geld afkomstig was uit een misdrijf, wat leidde tot de bewezenverklaring van witwassen. Daarnaast werd een horloge van het merk Audemars Piquet, dat de verdachte droeg, ook als witwasobject beschouwd, omdat de verdachte geen overtuigende verklaring kon geven over de herkomst ervan. De rechtbank oordeelde dat de verdachte zich schuldig had gemaakt aan medeplegen van witwassen en veroordeelde hem tot een gevangenisstraf van 18 maanden, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 jaar. Tevens werden de in beslag genomen geldbedragen en het horloge verbeurd verklaard. De rechtbank benadrukte de ernst van witwassen en de impact op de integriteit van het financiële verkeer.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

VERKORT VONNIS
Parketnummer: 13/054265-21
Datum uitspraak: 9 juni 2021
Verkort vonnis van de rechtbank Amsterdam, meervoudige strafkamer, in de strafzaak tegen
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedag] 1991,
ingeschreven in de Basisregistratie Personen op het adres [BRP-adres] , gedetineerd in de Penitentiaire Inrichting [plaats detentie] .

1.Het onderzoek ter terechtzitting

Dit verkort vonnis is op tegenspraak gewezen naar aanleiding van het onderzoek op de terechtzitting van 26 mei 2021.
De rechtbank heeft kennisgenomen van de vordering van de officier van justitie, mr. A. Kerkhoff, en van wat verdachte en zijn raadsman, mr. J-H.L.C.M. Kuijpers, naar voren hebben gebracht.

2.Tenlastelegging

Aan verdachte is ten laste gelegd dat hij in of omstreeks de periode van 5 januari 2016 tot en met 25 februari 2021 te Amsterdam, althans in Nederland, tezamen en in vereniging met (een) ander(en), althans alleen, (telkens) (van) een of meer voorwerp(en), te weten
- een of meer (contant(e)) geldbedragen van (in totaal) (ongeveer) 652.723,40 euro (bestaande uit 650.045,- en/of 1.928,40 euro en/of 750,- euro), althans grote geldbedragen en/of
- 37.954,21 euro en/of enig geldbedrag (te weten contante stortingen op zijn rekening) en/of
- een horloge van het merk Audemars Piquet,
de werkelijke aard en/of de herkomst en/of de vindplaats en/of de vervreemding en/of de verplaatsing heeft/hebben en/of verborgen en/of verhuld wie de rechthebbende(n) op genoemde voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) was/waren, en/of heeft/hebben verborgen en/of verhuld wie genoemde voorwerp(en) en/of geldbedrag(en) voorhanden heeft/hebben gehad
en/of
voornoemd(e) voorwerp(en) heeft/hebben verworven en/of voorhanden heeft/hebben gehad en/of heeft/hebben overgedragen en/of omgezet, en/of van genoemde voorwerp(en) gebruik heeft/hebben gemaakt,
terwijl hij, verdachte, en/of zijn mededader(s), wist(en), althans redelijkerwijs moest(en) vermoeden, dat bovenomschreven voorwerp(en) – onmiddellijk of middellijk – afkomstig was/waren uit enig (eigen) misdrijf.

3.Voorvragen

De dagvaarding is geldig, deze rechtbank is bevoegd tot kennisneming van het ten laste gelegde feit en de officier van justitie is ontvankelijk. Er zijn geen redenen voor schorsing van de vervolging.

4.Waardering van het bewijs

Beoordelingskader
De rechtbank gebruikt een toetsingskader dat uit vaste rechtspraak volgt. Dit houdt in dat witwassen pas bewezen kan worden indien het op grond van de vastgestelde feiten en omstandigheden niet anders kan zijn dan dat het geld of de goederen uit enig misdrijf afkomstig zijn. Het is aan de officier van justitie om aan te geven waaruit deze feiten en omstandigheden kunnen worden afgeleid. De rechtbank doorloopt daarbij de volgende stappen.
- Allereerst moet worden vastgesteld of de aangedragen feiten en omstandigheden van zodanige aard zijn dat sprake is van een vermoeden van witwassen. Dit kunnen bijvoorbeeld witwastypologieën zijn.
- Als dit het geval is, dan mag van de verdachte worden verlangd dat hij een verklaring geeft voor de herkomst van het geldbedrag. Zijn verklaring moet concreet, in enige mate verifieerbaar en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijk zijn.
- Zodra de verklaring van verdachte daartoe aanleiding geeft, is het (eventueel) aan het Openbaar Ministerie om nader onderzoek te doen naar de door verdachte gestelde alternatieve herkomst van het geld.
Bij de uiteindelijke beoordeling gaat het erom of met voldoende mate van zekerheid kan worden uitgesloten dat het geldbedrag of de goederen waarop de verdenking betrekking heeft een legale herkomst hebben en dat een criminele herkomst als enige aanvaardbare verklaring overblijft.
Contante geldbedragen
Verdachte is op 25 februari 2021 naar aanleiding van TCI-informatie bij zijn woning aangehouden en in een motorkoffer die hij bij zich droeg werd 650.045,00 euro in contanten aangetroffen bestaande uit 500, 200 en 100 biljetten en kleine coupures. Verdachte heeft een summiere verklaring afgelegd en aangegeven dat hij het in de motorkoffer aangetroffen geldbedrag voor iemand vanuit Den Haag naar Amsterdam moest vervoeren. Hij zou daarvoor worden beloond met 1.800 euro. De persoon van wie hij het geld ontving had hij nooit eerder gezien. Het fysiek vervoeren van grote bedragen in contanten brengt een aanzienlijk veiligheidsrisico met zich mee en is bovendien hoogst ongebruikelijk in het geval dat geld op legale wijze is verkregen. Ter terechtzitting heeft verdachte verklaard niet te weten hoe de opdrachtgever aan zijn geld kwam, maar dat deze vaak contant betaalde. Op de vraag van de rechtbank of hij niet vermoedde dat het foute boel was antwoordde verdachte: ‘Het kon twee kanten op’. Het feit dat verdachte niet uitsluit dat de opdrachtgever op illegale wijze aan zijn geld kwam, in combinatie met de hiervoor genoemde witwastypologie, brengt de rechtbank tot het oordeel dat verdachte wist (ten minste in de zin van voorwaardelijk opzet) dat het geld van enig misdrijf afkomstig was. Nu verdachte ter terechtzitting tevens heeft verklaard dat hij de 1.800 euro die hem beloofd was meteen uit de koffer heeft gepakt en in de portemonnee heeft gedaan waarin door de politie 1.928,40 euro is aangetroffen, acht de rechtbank ook daarvan het witwassen bewezen. Van het overige aangetroffen contante geld ad 128,40 euro en 750,00 euro is criminele herkomst niet komen vast te staan, zodat verdachte van die bedragen partieel zal worden vrijgesproken.
Horloge van het merk Audemars Piquet
Ten aanzien van het horloge dat verdachte bij zijn aanhouding om zijn pols droeg en waarvan de waarde is getaxeerd op 32.000,00 euro heeft verdachte op de terechtzitting verklaard dat hij dit voor een derde heeft gekocht en dat deze derde het horloge heeft betaald en dat hij het horloge slechts een korte periode zou dragen ter promotie omdat het bedrijf waarvan hij het had gekocht niet wil dat horloges worden doorverkocht. Verdachte zit beweerdelijk in horlogehandel, hij geeft dit alleen niet op bij de belasting.
Nog afgezien van het feit dat belastingontduiking ook een misdrijf is, is de verklaring van verdachte niet concreet omdat hij de naam van de koper nooit heeft willen noemen en hij geen administratie heeft overgelegd van zijn beweerdelijke horlogehandel. Dat maakt dat de verklaring van verdachte niet verifieerbaar is en de verdenking van witwassen van het horloge daarom niet wordt ontzenuwd. De rechtbank overweegt daarnaast dat in de woning van verdachte ook andere dure merkartikelen zijn aangetroffen die zich niet verhouden met het inkomen van verdachte en zijn partner.
Contante stortingen ad37.954,21 euro
Verdachte is pas in een laat stadium geconfronteerd met de beschuldiging van witwassen van deze bedragen, te weten bij het uitbrengen van de tenlastelegging. Verdachte heeft daarom naar het oordeel van de rechtbank onvoldoende gelegenheid gehad om de verdediging op dit punt voor te bereiden en de verdenking te ontzenuwen door een concrete, in enige mate verifieerbare en niet op voorhand hoogst onwaarschijnlijke verklaring.
Nu onvoldoende is komen vast te staan dat de contante stortingen een criminele herkomst hebben, zal verdachte ook van het witwassen van deze bedragen partieel worden vrijgesproken.
Bewezenverklaring
De rechtbank acht bewezen dat verdachte op 25 februari 2021 te Amsterdam tezamen en in vereniging met anderen zich schuldig heeft gemaakt aan witwassen, immers heeft hij contante geldbedragen van in totaal 651.845 euro, bestaande uit 650.045 euro en 1.800 euro voorhanden gehad, terwijl hij, verdachte, en zijn mededaders wisten dat bovenomschreven totaal geldbedrag onmiddellijk afkomstig was uit enig misdrijf
en
op 25 februari 2021 te Amsterdam van een voorwerp, te weten een horloge van het merk Audemars Piquet, de herkomst heeft verhuld, terwijl hij wist dat het voorwerp middellijk afkomstig is uit enig misdrijf.

5.De strafbaarheid van het feit

Het bewezen geachte feit is volgens de wet strafbaar. Het bestaan van een rechtvaardigingsgrond is niet aannemelijk geworden.

6.De strafbaarheid van verdachte

Er is geen omstandigheid aannemelijk geworden die de strafbaarheid van verdachte uitsluit. Verdachte is dan ook strafbaar.

7.Motivering van de straffen en maatregelen

De officier van justitie heeft bij requisitoir gevorderd dat verdachte ter zake van het door haar bewezen geachte feit zal worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van 20 maanden, met aftrek van voorarrest, waarvan 4 maanden voorwaardelijk, met een proeftijd van 2 (twee) jaren, dat de onder verdachte in beslaggenomen PGP telefoon aan het verkeer onttrokken zal worden verklaard en de in beslaggenomen geldbedragen en het in beslaggenomen horloge zullen worden verbeurd verklaard.
De raadsman van verdachte heeft verzocht om een groot deel van de eventueel op te leggen gevangenisstraf in voorwaardelijke vorm op te leggen en heeft de mogelijkheid geopperd om aan verdachte een taakstraf op te leggen.
De hierna te noemen strafoplegging is in overeenstemming met de ernst van het bewezen geachte, de omstandigheden waaronder dit is begaan en de persoon en de draagkracht van verdachte, zoals van een en ander ter terechtzitting is gebleken.
De rechtbank heeft bij de keuze tot het opleggen van een vrijheidsbenemende straf en bij de vaststelling van de duur daarvan in het bijzonder het volgende laten meewegen.
Verdachte heeft zich schuldig gemaakt aan witwassen. Witwassen vormt een ernstige bedreiging van de integriteit van het financiële en economische verkeer. Het zorgt ervoor dat criminelen met hun illegaal en dus oneerlijk verdiende geld een maatschappelijke en financiële status kunnen verwerven die zij niet behoren te hebben. Een en ander is te ernstig om af te doen met een taakstraf, zoals door de raadsman van verdachte voorgesteld.
Uit het Uittreksel Justitiële Documentatie d.d. 19 mei 2021 betreffende verdachte, blijkt dat verdachte niet eerder ter zake van soortgelijke feiten is veroordeeld.
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op het feit dat verdachte first-offender is en op het feit dat zij minder bewezen acht dan de officier van justitie, aanleiding bestaat om bij de straftoemeting af te wijken van hetgeen door de officier van justitie is gevorderd, in die zin dat zij de op te leggen straf enigszins zal matigen.
Verbeurdverklaring
De inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerpen, te weten: een geldbedrag van 651.845 euro en een horloge van het merk Audemars Piquet, die aan verdachte toebehoren, dienen te worden verbeurd verklaard en zijn daarvoor vatbaar, aangezien met betrekking tot die voorwerpen het bewezen geachte is begaan.
Onttrekking aan het verkeer
Het inbeslaggenomen en niet teruggegeven voorwerp, te weten: een telefoon, Apple iPhone, dient onttrokken te worden aan het verkeer en is daarvoor vatbaar, aangezien met behulp van dit voorwerp het bewezen geachte is begaan en dit voorwerp van zodanige aard is dat het ongecontroleerde bezit daarvan in strijd is met het algemeen belang.

8.Toepasselijke wettelijke voorschriften

De op te leggen straffen en maatregel zijn gegrond op de artikelen 33, 33a, 36b, 36c, 47, 57 en 420bis van het Wetboek van Strafrecht.

9.Beslissing

De rechtbank komt op grond van het voorgaande tot de volgende beslissing.
Verklaart bewezen dat verdachte het ten laste gelegde heeft begaan zoals hiervoor in rubriek 4 is vermeld.
Verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hiervoor is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij.
Het bewezen verklaarde levert op:
medeplegen van witwassen
en
witwassen.
Verklaart het bewezene strafbaar.
Verklaart verdachte, [verdachte] , daarvoor strafbaar.
Veroordeelt verdachte tot een gevangenisstraf voor de duur van
18 maanden.
Beveelt dat de tijd die door veroordeelde voor de tenuitvoerlegging van deze uitspraak in verzekering en in voorlopige hechtenis is doorgebracht, bij de tenuitvoerlegging van die straf in mindering gebracht zal worden.
Beveelt dat een gedeelte, groot 4 maanden, van deze gevangenisstraf niet tenuitvoergelegd zal worden, tenzij later anders wordt gelast.
Stelt daarbij een proeftijd van 2 jaren vast.
De tenuitvoerlegging kan worden gelast indien de veroordeelde zich voor het einde van de proeftijd schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Verklaart verbeurd: een geldbedrag van in totaal 651.845 euro en een horloge van het merk Audemars Piquet.
Verklaart onttrokken aan het verkeer: een telefoon, Apple iPhone
Gelast de teruggave aan verdachte van: een geldbedrag van 128,40 euro en een geldbedrag van 750,- euro (in totaal 878,40 euro).
Dit vonnis is gewezen door
mr. E. Akkermans, voorzitter,
mrs. S. Djebali en R.S.T. Gaarthuis, rechters,
in tegenwoordigheid van R. Rog, griffier,
en uitgesproken op de openbare terechtzitting van deze rechtbank van 9 juni 2021.