ECLI:NL:RBAMS:2021:3372
Rechtbank Amsterdam
- Kort geding
- Rechtspraak.nl
Vervangende toestemming voor vakantie en identiteitskaart voor minderjarige in kort geding
In deze zaak, die op 2 juli 2021 door de Rechtbank Amsterdam is behandeld, hebben partijen, [eiser] en [gedaagde], een geschil over de zorgregeling en de toestemming voor de vakantie van hun minderjarige zoon, [minderjarige]. De ouders hebben gezamenlijk gezag over [minderjarige], die geboren is op [geboortedatum] 2016. Tijdens de zitting op 24 juni 2021 hebben beide partijen hun standpunten toegelicht en is afgesproken dat de zaak pro forma zou worden aangehouden voor overleg. Op 29 juni 2021 hebben partijen overeenstemming bereikt over de vakantie van [minderjarige] naar Bonaire, maar er waren nog onduidelijkheden over de aanvraag van een identiteitskaart en de inschrijving bij de buitenschoolse opvang (BSO).
De voorzieningenrechter heeft in zijn vonnis geoordeeld dat de vorderingen van [eiser] tot het verkrijgen van vervangende toestemming voor de vakantie en de aanvraag van een identiteitskaart voor [minderjarige] toewijsbaar zijn. Tevens is de vordering van [eiser] voor de inschrijving van [minderjarige] bij de BSO voor twee uur per week toegewezen. De voorzieningenrechter heeft benadrukt dat het in het belang van [minderjarige] is dat beide ouders zich inspannen om in goed overleg tot afspraken te komen. De proceskosten zijn gecompenseerd, zodat iedere partij de eigen kosten draagt.