Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , te België, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing wordt in het openbaar uitgesproken.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam uitspraak gedaan over de terugvordering van een voorschot op een WIA-uitkering. Eiseres, woonachtig in België, had een voorschot ontvangen van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) per 10 december 2019. Echter, met een besluit van 24 juli 2020 heeft het UWV de WIA-uitkering geweigerd, wat leidde tot de terugvordering van een bruto bedrag van € 4.541,63. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld, waarbij zij aanvoerde dat zij geen verwijt treft voor de terugvordering en dat de uitkering deel uitmaakte van haar gezinsinkomen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat het UWV het voorschot in beginsel rechtmatig heeft teruggevorderd, omdat eiseres geen recht had op de WIA-uitkering. De rechtbank oordeelde dat er geen dringende redenen aanwezig waren om van terugvordering af te zien, aangezien eiseres geen bewijs heeft geleverd van onaanvaardbare gevolgen van de terugvordering. Het beroep op het vertrouwensbeginsel van eiseres werd afgewezen, omdat niet is aangetoond dat er een uitdrukkelijke toezegging was gedaan over de toekenning van de uitkering.
De rechtbank heeft het bestreden besluit vernietigd, maar de rechtsgevolgen in stand gelaten. Dit betekent dat eiseres geen gelijk kreeg, maar dat het UWV wel het griffierecht van € 49,- aan eiseres moet vergoeden. Daarnaast is het UWV veroordeeld tot betaling van de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 1496,-. De uitspraak werd gedaan door rechter T.L. Fernig - Rocour, in aanwezigheid van griffier L.H.J. van Haarlem.