In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 14 juli 2021 een tussenvonnis gewezen in een incident. De eiseres, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, heeft verzocht om de commanditaire vennootschap Betaal Garant Nederland C.V. als derde op te roepen in de procedure tegen de stichting BGN. De eiseres stelt dat zowel BGN als Betaal Garant betrokken zijn bij de rechtsverhouding en dat het noodzakelijk is dat de beslissing jegens beide partijen gelijkluidend is. BGN heeft verweer gevoerd en betwist dat de eiseres zich kan beroepen op artikel 118 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). De rechtbank oordeelt dat er geen specifieke wetsbepaling is die de oproeping voorschrijft en dat er geen sprake is van een processueel ondeelbare rechtsverhouding. De rechtbank wijst de vordering van de eiseres af en veroordeelt haar in de kosten van het incident. De behandeling van de hoofdzaak zal op 3 augustus 2021 worden voortgezet.