Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.[eiser 1] ,
[eiser 2],
1.De procedure
2.De feiten
3.Het geschil
4.De beoordeling
Parl. Gesch., p. 669).
1.016,00
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak vorderden twee internationale studenten rectificatie van een rapport dat door toezichthouders van de Gemeente Amsterdam was opgemaakt na een onaangekondigd huisbezoek. De studenten, die een woning huurden, waren van mening dat het rapport onjuiste informatie bevatte die hen zou kunnen schaden in een bestuursrechtelijke procedure. De voorzieningenrechter heeft op 15 juli 2021 geoordeeld dat de vordering tot rectificatie niet toewijsbaar was. De rechter oordeelde dat de studenten geen spoedeisend belang hadden bij de rectificatie, aangezien het definitieve besluit over de boete nog niet was genomen en de verhuurder al in de bestuursrechtelijke procedure de bezwaren van de studenten had kunnen inbrengen. Bovendien werd gesteld dat het rapport op ambtseed was opgemaakt en dat de controleurs hun bevindingen waarheidsgetrouw hadden opgeschreven. De vordering werd afgewezen en de studenten werden veroordeeld in de proceskosten van de Gemeente, die op € 1.683,00 werden begroot.