ECLI:NL:RBAMS:2021:4006

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
2 augustus 2021
Publicatiedatum
2 augustus 2021
Zaaknummer
9277684 KK EXPL 21-432
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Kort geding
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing en vernietiging van concurrentiebeding in kort geding tussen werknemer en werkgever

In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 2 augustus 2021 uitspraak gedaan in een kort geding tussen Sthree Holdings B.V. (eiseres) en [eiseres] (gedaagde). De eiseres vorderde onder andere de eerbiediging van een concurrentiebeding en het staken van werkzaamheden door [eiseres] voor Elevation Partners, een concurrent. De gedaagde had eerder haar arbeidsovereenkomst met Sthree opgezegd en was in dienst getreden bij Searchlite, een dochteronderneming van Elevation Partners. De gedaagde stelde dat het concurrentiebeding niet van toepassing was, omdat zij geen commerciële functie had en Searchlite geen directe concurrent was. De kantonrechter oordeelde dat het concurrentiebeding rechtsgeldig was en dat Sthree een belang had bij het handhaven ervan, gezien de kennis die [eiseres] had van vertrouwelijke bedrijfsinformatie. De rechter schorste echter het concurrentiebeding met ingang van 1 november 2021, omdat de gedaagde onbillijk werd benadeeld door de lange duur van het beding in verhouding tot haar korte dienstverband. Daarnaast werd [eiseres] veroordeeld tot het vernietigen van vertrouwelijke documenten en het aanpassen van haar LinkedIn-profiel. De proceskosten werden gecompenseerd.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer: 9277684 KK EXPL 21-432
vonnis van: 2 augustus 2021
func.: 452

vonnis van de kantonrechterkort geding

I n z a k e

[eiseres]

wonende te [woonplaats]
eiseres in conventie
verweerster in reconventie
nader te noemen: [eiseres]
gemachtigde: mr. D.K. Nijhuis
t e g e n

de besloten vennootschap Sthree Holdings B.V.

gevestigd te Amsterdam
gedaagde in conventie
eiseres in reconventie
nader te noemen: SThree
gemachtigde: mr. J. Rosendahl

VERLOOP VAN DE PROCEDURE

Bij dagvaarding van 18 juni 2021, met producties heeft [eiseres] een voorziening gevorderd.
Ter zitting van 22 juli 2021 heeft de mondelinge behandeling plaatsgevonden. Gelijktijdig heeft de mondelinge behandeling in de zaak met zaaknummer 9279248 KK EXPL 21-434 plaatsgevonden. [eiseres] is in persoon verschenen, vergezeld door de gemachtigde. SThree is verschenen bij [naam 1] , CRM Development & Engagement Director, mr. D.J. Baveco en de gemachtigde. Partijen hebben beide op voorhand (aanvullende) producties in het geding gebracht. SThree heeft een eis in reconventie met producties ingediend. Partijen hebben ter zitting hun standpunten toegelicht, mede aan de hand van een overgelegde pleitnota. De griffier heeft aantekening gehouden van wat is besproken. Na verder debat is vonnis gevraagd en is een datum voor vonnis bepaald.

GRONDEN VAN DE BESLISSING

Uitgangspunten

1. Als uitgangspunt geldt het volgende.
1.1.
SThree houdt zich bezig met arbeidsbemiddeling (werving en selectie van personeel) op het gebied van Science, Technology, Engineering and Mathematics. Onder SThree opereren negen merken, met ieder een eigen handelsnaam, binnen een eigen branche.
1.2.
De afdeling Talent Acquisition is de afdeling die de werknemers van SThree werft, die dan weer plaatsingen en bemiddelingen voor SThree maken.
1.3.
[eiseres] , geboren op [geboortedatum] 1989, is op 18 september 2017 bij SThree Holdings in dienst getreden als Junior Talent Acquisition Consultant op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. In de arbeidsovereenkomst zijn een geheimhoudingsbeding, een nevenactiviteiten/non-wervingsbeding en een boetebeding opgenomen.
1.4.
In de laatst tussen partijen geldende overeenkomst, die voor onbepaalde tijd is en door partijen is ondertekend op 5 maart 2020, is de functie van [eiseres] met ingang van 1 maart 2020 gewijzigd in Talent Acquisition Team Leader, met een bruto salaris van € 45.000,00 per jaar inclusief vakantietoeslag en een arbeidsduur van 36 uur per week. In de overeenkomst is vermeld dat de in de laatst getekende arbeidsovereenkomst opgenomen clausules en overige arbeidsvoorwaarden van kracht blijven. In de overeenkomst zijn de volgende -in deze procedure van belang zijnde- clausules uitgeschreven:
Artikel 9: Nevenactiviteiten/Non-wervingsbeding
9.1
Gezien de aard van de activiteiten van SThree -te weten het werven van personeel voor haar cliënten- is het onderhouden van de relaties met haar cliënten van essentieel belang. De kennis van de bedrijven van cliënten en de relaties met de contactpersonen van cliënten, alsmede de werkwijze van SThree, vormen ieder afzonderlijk en/of gezamenlijk de beschermde bedrijfsactiviteiten van SThree. Derhalve is het Werknemer gedurende de looptijd van deze arbeidsovereenkomst en een periode van 12 maanden na beëindiging daarvan (ongeacht hoe en waarop het dienstverband is beëindigd) niet toegestaan om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van SThree:
A. Op enigerlei wijze, direct of indirect, tegen betaling of om niet, in welke vorm dan ook te werken voor, betrokken te zijn bij of een belang te hebben in enige persoon, instelling, werkgever of onderneming die zich bezighoudt met vergelijkbare of recruitmentactiviteiten in Nederland, ongeacht de divisie (contract, permanent of ondersteunende functie) waarin de Werknemer zal gaan werken of heeft gewerkt.
B. De zakenrelatieclausule is niet relevant voor support werknemers.
9.2
Binnen de verschillende brands van de Onderneming bestaan verschillende markten. In het geval dat de Werknemer in de 12 maanden voorafgaand aan het einde van de arbeidsovereenkomst wisselt naar een andere brand of markt van SThree, dan zullen de restricties zoals genoemd in artikel 9.1 van toepassing zijn en blijven voor alle markten waarbinnen de Werknemer in de 12 maanden voorafgaand aan het einde van de arbeidsovereenkomst werkt en heeft gewerkt.
(…)
Artikel 11: Boetebeding:
Indien Werknemer enige bepaling van deze arbeidsovereenkomst overtreedt, kan de onderneming (zonder ingebrekestelling) nakoming van deze arbeidsovereenkomst vorderen.
In geval van overtreding van het bepaalde in artikelen 8, 9, en 10 verbeurt Werknemer, voor zover nodig in afwijking van het bepaalde in artikel 7:650 lid 3, 4 en 5 BW, aan de Onderneming een terstond en zonder nadere aanmaning opeisbare boete van EUR. 5.000 per overtreding, te vermeerderen met EUR. 500 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt en onverminderd de bevoegdheid van de Onderneming om in plaats van deze boete vergoeding te vorderen van de volledige schade , alsmede om nakoming te vorderen. Deze vergoeding bevat tevens de buitengerechtelijke kosten alsmede de kosten die zijn gemaakt om de schadevergoeding van Werknemer te verkrijgen. Betaling van de in dit artikel genoemde boete ontslaat de Werknemer er niet van de in de artikelen 8, 9 en 10 opgenomen verplichtingen.
1.5.
Het salaris van [eiseres] over 2020 bedroeg € 58.545,00 bruto.
1.6.
Op 22 maart 2021 hebben SThree en Elevation Partners een zogeheten ‘gentlemen’s agreement’ gesloten waarin Elevation Partners kort gezegd heeft toegezegd tot het eind van 2021 geen medewerkers meer van SThree actief te zullen benaderen. Daarbij is vermeld dat het niet geldt voor medewerkers van SThree die zelf bij Elevation Partners solliciteren en lopende processen met betrekking tot een vijftal SThree medewerkers.
1.7.
[eiseres] heeft op 23 maart 2021 de arbeidsovereenkomst met SThree opgezegd tegen 1 mei 2021.
1.8.
Bij e-mail van 26 maart 2021 heeft [naam 2] , HR-consultant van SThree, het volgende aan [eiseres] geschreven:
(…) lk wil je nogmaals wijzen op de contractuele verplichtingen die wij met elkaar zijn overeengekomen, ofwel de contractuele afspraken uit jouw arbeidsovereenkomst. In jouw arbeidsovereenkomst in artikel 9.1 A staat beschreven dat het niet is toegestaan dat jij binnen 12 maanden na einde dienstverband bij een concurrent in dienst treedt. Mocht dit wel gebeuren, dan zullen wij als Sthree zijnde ons beroepen op dit beding.”
1.9.
[eiseres] is op 1 mei 2021 in dienst getreden bij Searchlite B.V., onderdeel van Elevation Partners (hierna: Searchlite), in de functie van Manager Talent Acquisition op basis van een arbeidsovereenkomst voor de bepaalde duur van 12 maanden. Het salaris bedraagt € 4.500,00 bruto per maand, exclusief 8% vakantietoeslag, op basis van 40 uur per week. Tevens heeft [eiseres] recht op commissie en een aanvullende bonusregeling.
1.10.
Bij aangetekende brief van 27 mei 2021 heeft de gemachtigde van SThree aan [eiseres] aangegeven dat [eiseres] in strijd handelt met het geheimhoudingsbeding, het intellectueel eigendomsbeding en het concurrentiebeding, waardoor zij boetes tot een bedrag van € 48.000,00 heeft verbeurd. Tevens is zij gesommeerd haar werkzaamheden voor Elevation Partners per direct te staken en gestaakt te houden.
1.11.
[eiseres] heeft daarop haar werkzaamheden voor Searchlite gestaakt.
1.12.
Bij e-mail van 15 juli 2021 aan de gemachtigde van [eiseres] heeft de gemachtigde van SThree [eiseres] -kort gezegd- gesommeerd alle fysieke en digitale bescheiden, documenten en/of e-mails van cliënte en de aan haar gelieerde ondernemingen, die zij heeft opgeslagen op haar (privé)computer of andere digitale gegevensdragers te vernietigen en haar profiel op LinkedIn en overige sociale media zodanig aan te passen dat daaruit blijkt dat zij niet werkzaam is voor Elevation Partners Group B.V. Daarnaast is een boete aangezegd van € 20.000,00.

Vordering in conventie

2. [eiseres] vordert bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad, kort samengevat,
primair: het concurrentiebeding (geheel of gedeeltelijk) te schorsen dan wel te matigen;
subsidiair: voor het geval het concurrentiebeding niet volledig wordt geschorst, SThree voor de duur van de beperking te veroordelen aan [eiseres] een (voorschot op de) vergoeding te betalen gelijk aan het gederfd salaris,
met veroordeling van SThree in de proceskosten, vermeerderd met de wettelijke rente.
3. [eiseres] stelt hiertoe dat SThree haar ten onrechte houdt aan het nevenactiviteiten- en non wervingsbeding, dat een verkapt concurrentiebeding is. Zij stelt dat het concurrentiebeding vanwege haar support-functie die ondersteunend was aan de (meer commerciële) functies binnen Sthree, niet van toepassing is. [eiseres] had geen direct klantcontact of direct contact met relaties en kandidaten. Zij hield zich bezig met het voor SThree werven, selecteren en motiveren van nieuwe recruitmentsmedewerkers. Zij zat niet op een positie met strategische kennis en knowhow. [eiseres] is juist weggegaan omdat zij vanuit haar supportrol geen recht (meer) had op bepaalde incentives.
Searchlite is ook geen directe concurrent van SThree, aldus [eiseres] . Zo doet Searchlite enkel arbeidsbemiddeling op het vlak van IT-development terwijl SThree meer disciplines heeft. Bovendien is Searchlite in tegenstelling tot SThree een kleine onderneming.
Ook stelt [eiseres] dat zij nog onder het ‘gentlementsagreement’ tussen SThree en Searchlite valt. Bovendien heeft SThree haar tijdens de digitale meetings op 22 en 23 maart 2021, waarbij haar leidinggevenden en collega’s aanwezig waren en zij heeft meegedeeld te zullen overstappen naar Searchlite, niet gemeld dat dit vanwege het concurrentiebeding niet zou kunnen. Alleen kort voor 1 mei 2021 is [eiseres] meer in zijn algemeenheid op de beperkende bedingen gewezen. Pas bijna een maand na haar indiensttreding bij Searchlite gaf SThree aan dat zij [eiseres] onverkort aan het beding hield. Meerdere commerciële medewerkers van SThree zijn overgestapt naar Searchlite en zijn niet aan een concurrentiebeding gehouden. [eiseres] betwist gegevens van SThree gedeeld te hebben met externen/derden. Zij heeft de stukken naar haar privé-mail gestuurd om er thuis aan te werken.
Ten slotte stelt [eiseres] in het kader van de belangenafweging dat zij bij Searchlite meer verdient en er betere doorgroeimogelijkheden voor haar zijn. Het belang van [eiseres] op een vrije arbeidskeuze dient zwaarder te wegen dan het belang van SThree om haar aan haar concurrentiebeding te houden, als dat al van toepassing is, aldus [eiseres] .

Verweer in conventie

4. SThree Holdings voert verweer tegen de vordering. Zij voert aan dat [eiseres] een vooraanstaande leidinggevende en commerciële functie vervulde bij SThree. Ten tijde van de functiewijziging zijn de toepasselijke restrictieve en postcontractuele bedingen steeds herbevestigd. In een gesprek op 25 maart 2021 is [eiseres] door de heer [naam 2] , HR Consultant, in het bijzijn van [naam 1] op de van toepassing zijnde postcontractuele bedingen gewezen. Aan [eiseres] is dit bij brief van 26 maart 2021 bevestigd, waarbij tevens is gemeld dat SThree [eiseres] aan de bedingen zal houden.

Vordering en verweer in reconventie

5. SThree heeft gevorderd [eiseres] te veroordelen:
tot eerbiediging van het concurrentiebeding en de werkzaamheden ten behoeve van Elevation Partners en alle aan Elevation Partners gelieerde ondernemingen te staken en gestaakt te houden gedurende de looptijd van het concurrentiebeding, zulks op straffe van verbeurte van een direct opeisbare boete van € 10.000,00, te vermeerderen met € 1.000,00 voor iedere dag dat de overtreding voortduurt;
tot betaling aan SThree van een voorschot van € 10.000,00 op de reeds verbeurde boetes ter hoogte van € 20.000,00, zulks te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf 1 mei 2021, althans te veroordelen tot betaling van een in goede justitie te bepalen voorschotbedrag aan boete;
om alle fysieke en digitale bescheiden, documenten en/of e-mails van SThree en de aan haar gelieerde ondernemingen, een en ander in de ruimste zin van het woord (evenals bewerking van deze bestanden) die zij heeft opgeslagen op haar (privé)computer of andere digitale gegevensdragers waartoe zij toegang heeft, waaronder de systemen van Elevation Partners en de daaraan gelieerde ondernemingen, binnen 48 uur na betekening van het vonnis op eigen kosten te vernietigen met afschrift aan SThree van het bewijs van de vernietiging van de hier bedoelde gegevens, te leveren door middel van een rapport van vernietiging van een daarvoor gekwalificeerd bedrijf, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 10.000,00 vermeerderd met € 1.000,00 voor iedere dag, of een gedeelte daarvan, dat [eiseres] geheel of gedeeltelijk in gebreke blijft aan deze verplichting te voldoen;
tot aanpassing van haar profiel op LinkedIn als ook op eventuele overige sociale media binnen 48 uur na betekening van het vonnis, op zodanige wijze dat daaruit blijkt dat [eiseres] niet werkzaam is voor Elevation Partners dan wel een aan Elevation Partners gelieerde onderneming, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 1.000,00 per dag of deel van een dag dat [eiseres] in gebreke blijft aan dit gebod te voldoen, dan wel een in goede justitie te bepalen bedrag;
in de kosten van onderhavige procedure;
6. Daartoe heeft SThree gesteld dat [eiseres] in strijd met het concurrentiebeding werkzaamheden heeft verricht voor Searchlite. Bovendien heeft [eiseres] in strijd met het op haar rustende geheimhoudingsbeding, het intellectueel eigendomsbeding en in strijd met goed werknemerschap gehandeld door kort voor haar opzegging diverse vertrouwelijke c.q. geheime bedrijfsinformatie van SThree naar haar zelf te mailen.
7. [eiseres] heeft verweer gevoerd, welk verweer zo nodig wordt besproken in de beoordeling.

Beoordeling

in conventie
spoedeisendheid
8. De spoedeisendheid van de gevraagde voorziening is naar het oordeel van de kantonrechter op zichzelf voldoende gebleken, omdat [eiseres] inmiddels in dienst is getreden van Searchlite, zij haar werkzaamheden op sommatie van SThree heeft gestaakt, en het dan ook wenselijk is dat er op korte termijn duidelijkheid komt over het antwoord op de vraag of [eiseres] aan het betreffende concurrentiebeding kan worden gehouden.
9. In dit kort geding dient aldus te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van [eiseres] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen
.
concurrentiebeding
10. Niet betwist is dat het in artikel 9.1 en onder A in de arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentiebeding bij elke contractverlenging expliciet is vermeld en rechtsgeldig tussen partijen is overeengekomen. Weliswaar was het beding ondergebracht onder het kopje ‘Nevenactiviteiten/Non-wervingsbeding’, maar gelet op de inhoud van het beding had het voor [eiseres] duidelijk kunnen zijn dat dit onderdeel van artikel 9 feitelijk een concurrentiebeding is.
11. Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag of het beding van toepassing is. [eiseres] stelt daartoe dat zij geen commerciële functie had bij SThree en dat Searchlite geen concurrerende onderneming is.
12. Dat [eiseres] geen commerciële functie zou hebben uitgeoefend bij SThree is door SThree betwist, maar is naar het oordeel van de kantonrechter niet van belang voor de toepasselijkheid van het beding. Immers, in het beding is aangegeven dat het gold ‘
ongeacht de divisie (contract, permanent of ondersteunende functie) waarin de Werknemer zal gaan werken of heeft gewerkt.’
13. Voorts is de kantonrechter van oordeel dat Searchlite een concurrerende onderneming is. Searchlite houdt zich -onder de paraplu van Elevation Partners - bezig met vergelijkbare activiteiten als SThree, te weten het recruiten van talentvolle arbeidskrachten in dezelfde markt. Dat Searchlite veel kleiner is dan SThree is niet relevant, nu Searchlite immers een onderdeel is van het grotere Elevation Partners dat groei nastreeft. De tussen SThree en Elevation Partners overeengekomen gentlementsagreement is juist een bevestiging van de bestaande concurrentie. Dat [eiseres] nog zou vallen onder het ‘gentlementsagreement’ kan zo zijn, maar laat onverlet dat SThree [eiseres] aan haar concurrentiebeding kan houden.
14. Gelet op het vorenstaande kan het concurrentiebeding dan ook in beginsel door SThree worden ingeroepen.
15. Uitgangspunt is dat een partij zich dient te houden aan hetgeen waartoe zij zich contractueel jegens de andere partij heeft verplicht. In beginsel is [eiseres] dan ook gebonden aan het concurrentiebeding. Dat is slechts anders indien [eiseres] afgezet tegen het belang van SThree door het beding onbillijk wordt benadeeld. De bodemrechter kan op grond van artikel 7:653 lid 3 sub b BW een concurrentiebeding geheel vernietigen indien het beding niet noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen of geheel of gedeeltelijk vernietigen indien in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door dat beding onbillijk wordt benadeeld.
belangenafweging
16. Vast staat dat een concurrentiebeding een werknemer beperkt in het grondrecht van de vrijheid van arbeidskeuze. Een dergelijke beperking is slechts gerechtvaardigd indien daar een groot belang van de werkgever tegenover staat. Een concurrentiebeding is bedoeld om het bedrijfsdebiet van de werkgever te beschermen. In het concurrentiebeding heeft SThree haar bedrijfsdebiet als volgt omschreven:
de kennis van de bedrijven van cliënten en de relaties met de contactpersonen van cliënten, alsmede de werkwijze van SThree, vormen ieder afzonderlijk en/of gezamenlijk de beschermde bedrijfsactiviteiten van SThree.
17. De kantonrechter zal beoordelen of [eiseres] door het concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld in verhouding tot het te beschermen belang van SThree.
18. [eiseres] heeft daartoe gesteld dat zij een jonge werkneemster is die maar kort, namelijk 3,5 jaar, in dienst is geweest bij SThree. Zij had het niet meer naar haar zin bij SThree en beroept zich op een positieverbetering doordat zij door indiensttreding bij Searchlite aanspraak kan maken op een hoger salaris, commissie, bonus en doorgroeimogelijkheden, die volgens haar bij SThree niet meer aan de orde waren. Voorts dient aan de zijde van [eiseres] mee te wegen het grondrecht van vrijheid van arbeidskeuze.
19. SThree heeft de door [eiseres] gestelde positieverbetering betwist en aangevoerd dat [eiseres] zelf de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd en een contract voor bepaalde tijd heeft getekend bij Searchlite terwijl zij een contract voor onbepaalde tijd had bij SThree.
20. Verder heeft SThree aangevoerd dat overgang van [eiseres] naar Searchlite een bedreiging is voor haar bedrijfsdebiet - kort gezegd - door de kennis die [eiseres] heeft van essentiële informatie over de diensten en werkprocessen van de afdeling Talent Acquisition binnen SThree. Zij gaat bij Searchlite volgens SThree eenzelfde afdeling Talent Acquisition opzetten, tezamen met haar tegelijkertijd bij SThree vertrokken collega [naam 3] (hierna: [naam 3] ). SThree neemt het feit dat [eiseres] en [naam 3] bedrijfsstukken van SThree naar hun privé-emailadressen hebben gestuurd hoog op.
21. Ter zitting is aan de orde gekomen de vraag of [eiseres] door haar functie op de hoogte is van essentiële relevante commerciële informatie, dan wel van unieke werkprocessen en strategieën. SThree heeft daarover verklaard dat de wijze waarop recruiters worden binnengehaald cruciaal is en dat de daarvoor geschreven werkprocessen SThree-breed worden ontwikkeld. Dat die werkprocessen van belang zijn blijkt volgens SThree ook uit het feit dat [eiseres] en [naam 3] diverse documenten, waaronder namen en/of LinkedIn profielen van mogelijke kandidaten voor SThree, een stapsgewijze uitleg van de werkwijze van de afdeling Talent Acquisition binnen SThree, het handboek ‘Talent Acquisition’ van SThree, onboarding formulieren voor nieuwe kandidaten, onboarding formulieren ‘1st week call’, een powerpointpresentatie van een zogeheten closing training, diverse templates en namen en LinkedIn-profielen van werknemers van SThree, kort voor hun opzegging naar hun privé e-mailadres hebben gestuurd. Het handboek is een 33 pagina’s tellend draaiboek van de interne recruitmentafdeling met de beschrijving van de recruitmentprocessen.
22. Door het kort voor haar ontslagname sturen van meerdere bedrijfsstukken naar haar privé-emailadres heeft [eiseres] de schijn gewekt dat zij dit heeft gedaan om de daarin staande bedrijfsprocessen te kunnen gebruiken bij Searchlite. Immers, vaststaat dat zij haar werkzaamheden normaliter op een bedrijfslaptop in een bedrijfsomgeving uitvoerde. De verklaring dat zij deze stukken naar haar privé-emailadres heeft gemaild omdat zij op dat moment thuis werkte en niet de beschikking had over de bedrijfslaptop, acht de kantonrechter, los van de betwisting zijdens SThree, daarvoor onvoldoende. Dat [eiseres] de werkprocessen niet een op een kan gebruiken bij Searchlite omdat daar andere systemen worden gebruikt, overtuigt de kantonrechter ook niet.
23. Alles overziend valt de afweging van de wederzijdse belangen van partijen in het voordeel van SThree uit. De positieverbetering van [eiseres] weegt daar niet tegen op. De werkwijze van SThree is nadrukkelijk in het concurrentiebeding aangemerkt als een onderdeel van het bedrijfsdebiet. SThree heeft naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter voldoende aannemelijk gemaakt dat het op deze sterk concurrerende markt voor haar zeer belangrijk is dat zij haar positie op de markt beschermt door te voorkomen dat medewerkers met haar werkwijze aan de haal gaan bij de concurrent. Met het concurrentiebeding probeert zij dit nu juist te beschermen. Daar komt bij dat [eiseres] bij Searchlite precies hetzelfde werk gaat doen als zij eerder deed voor SThree, namelijk het leiding geven aan de afdeling Talent Acquisition. [eiseres] heeft zelf de arbeidsovereenkomst opgezegd en is ondanks dat zij meerdere keren ervoor is gewaarschuwd dat SThree haar zou houden aan het beding toch bij Searchlite in dienst getreden. Dat SThree andere ‘overstappers’ niet heeft gehouden aan een concurrentiebeding doet daar niet aan af. SThree heeft daar overigens over verklaard dat er in die gevallen of geen sprake was van een geldend concurrentiebeding of dat zij het niet -anders dan bij [eiseres] - erg vond dat de betreffende werknemer bij haar was vertrokken.
gedeeltelijke schorsing
24. Wel acht de kantonrechter voorshands aannemelijk dat bij de afweging van de wederzijdse belangen van partijen in een bodemprocedure de bodemrechter het concurrentiebeding gedeeltelijk (in duur) zal vernietigen omdat [eiseres] , gelet op de duur van haar arbeidsovereenkomst met SThree en haar leeftijd, onbillijk wordt benadeeld doordat zij
een jaarlang niet bij Searchlite in dienst zou kunnen treden. De kantonrechter zal daarom het concurrentiebeding met ingang van 1 november 2021 schorsen.
vergoeding ex artikel 7:653 lid 5 BW
25. De gevorderde vergoeding ex artikel 7:653 lid 5 BW zal worden afgewezen. Hiervoor is noodzakelijk dat [eiseres] aantoont dat zij wordt belemmerd bij het vinden van een (financieel) vergelijkbare functie. Dit wordt betwist door SThree en is door [eiseres] onvoldoende onderbouwd. Het enkele feit dat de beoogde samenwerking met Searchlite thans niet mogelijk is, is hiervoor onvoldoende. Bovendien is tijdens de zitting gebleken dat het salaris van [eiseres] ondanks haar op non-actiefstelling door Searchlite vooralsnog wordt doorbetaald.
proceskosten
26. Nu partijen over en weer in het (on)gelijk worden gesteld zullen de proceskosten worden gecompenseerd.
in reconventie
eerbiediging concurrentiebeding en staken werkzaamheden
27. Gelet op de uitkomst in conventie zal [eiseres] zich tot 1 november 2021 aan het concurrentiebeding moeten houden. Er is dan ook voldoende grond voor toewijzing van het gevorderde gebod tot eerbiediging van het concurrentiebeding en het gebod om de werkzaamheden te staken tot die datum. De gevorderde boete zal worden gematigd en gemaximeerd.
voorschot op verbeurde boetes
28. De kantonrechter zal deze vordering wegens gebrek aan spoedeisendheid afwijzen.
vernietiging bedrijfsgegevens
29. [eiseres] heeft uitdrukkelijk aangegeven zich aan het geheimhoudingsbeding te zullen houden en de betreffende bedrijfsgegevens te zullen verwijderen. Nu zij dit blijkbaar nog niet (volledig) heeft gedaan, zal de vordering worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd. Het voert in het kader van dit kort geding te ver om [eiseres] te veroordelen om bewijs van de vernietiging van de gegevens te leveren op de wijze als verzocht door SThree. Mocht blijken dat [eiseres] niet voldoet aan deze veroordeling, dan verbeurt [eiseres] immers reeds een dwangsom en staat het SThree vrij om nieuwe rechtsmaatregelen jegens [eiseres] te nemen.
aanpassing social media
30. [eiseres] heeft zich op het standpunt gesteld dat zij aan de sommatie heeft voldaan. Dit blijkt echter onvoldoende uit het door SThree overgelegde screenshot van LinkedIn van 22 juli 2021. [eiseres] zal worden veroordeeld tot aanpassing van haar profiel op LinkedIn binnen 48 uur na betekening van het vonnis, op zodanige wijze dat daaruit blijkt dat [eiseres] thans niet
werkzaamis voor Elevation Partners dan wel een aan Elevation Partners gelieerde onderneming. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd.
31. Nu algemeen bekend is dat het niet eenvoudig is om je geschiedenis op social media te verwijderen zal [eiseres] geen dwangsom verbeuren als op LinkedIn vermeld blijft dat [eiseres] een maand voor Elevation Partners heeft gewerkt.
32. Nu SThree niet heeft onderbouwd dat [eiseres] op andere social media heeft aangegeven op dit moment voor Elevation Partners of een daaraan gelieerde onderneming werkzaam te zijn, zal dit onderdeel van de vordering worden afgewezen.
proceskosten
33. [eiseres] zal als de meest in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten worden belast. Deze zullen, gelet op de samenhang met de vordering in conventie, worden begroot op € 249,00 aan salaris gemachtigde.

BESLISSING

De kantonrechter:

in conventie

schorst het concurrentiebeding dat is opgenomen in artikel 9.1 en onder A van de arbeidsovereenkomst tussen partijen met ingang van 1 november 2021;
compenseert de proceskosten in die zin dat elk der partijen de eigen kosten draagt;
wijst af het meer of anders gevorderde;

in reconventie

bepaalt dat [eiseres] het concurrentiebeding tot 1 november 2021 dient te eerbiedigen en dat [eiseres] haar werkzaamheden ten behoeve van Elevation Partners en alle aan Elevation Partners gelieerde ondernemingen tot 1 november 2021 dient te staken en gestaakt te houden, op straffe van verbeurte van een boete van € 1.000,00 voor iedere dag dat dit verbod wordt overtreden, met een maximum van € 50.000,00;
veroordeelt [eiseres] om alle fysieke en digitale bescheiden, documenten en/of e-mails van SThree en de aan haar gelieerde ondernemingen, een en ander in de ruimste zin van het woord (evenals bewerking van deze bestanden) die zij heeft opgeslagen op haar (privé)computer of andere digitale gegevensdragers waartoe zij toegang heeft, waaronder de systemen van Elevation Partners en de daaraan gelieerde ondernemingen, binnen 48 uur na betekening van het vonnis op eigen kosten te vernietigen, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 voor iedere dag dat [eiseres] in gebreke blijft aan deze verplichting te voldoen, met een maximum van € 5.000,00;
[eiseres] te veroordelen tot aanpassing van haar profiel op LinkedIn binnen 48 uur na betekening van het vonnis, op zodanige wijze dat daaruit blijkt dat [eiseres] thans niet werkzaam is voor Elevation Partners dan wel een aan Elevation Partners gelieerde onderneming, op straffe van verbeurte van een dwangsom van € 100,00 per dag dat [eiseres] in gebreke blijft aan dit gebod te voldoen, met een maximum van € 5.000,00;
veroordeelt [eiseres] in de proceskosten die aan de zijde van SThree tot op heden begroot worden op € 249,00 aan salaris van de gemachtigde, voor zover van toepassing, inclusief btw;
veroordeelt [eiseres] in de na dit vonnis ontstane kosten, begroot op € 62,00 aan salaris gemachtigde, te verhogen met een bedrag van € 68,00 en de explootkosten van betekening van het vonnis, een en ander voor zover van toepassing inclusief btw, onder de voorwaarde dat [eiseres] niet binnen veertien dagen na aanschrijving volledig aan dit vonnis heeft voldaan en betekening van het vonnis pas na veertien dagen na aanschrijving heeft plaatsgevonden;
verklaart de veroordelingen uitvoerbaar bij voorraad;
wijst af het meer of anders gevorderde.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.V. Ulrici, kantonrechter, en in het openbaar uitgesproken op 2 augustus 2021 in tegenwoordigheid van mr. B.A. Terwee, griffier.