Beoordeling
8. De spoedeisendheid van de gevraagde voorziening is naar het oordeel van de kantonrechter op zichzelf voldoende gebleken, omdat [eiseres] inmiddels in dienst is getreden van Searchlite, zij haar werkzaamheden op sommatie van SThree heeft gestaakt, en het dan ook wenselijk is dat er op korte termijn duidelijkheid komt over het antwoord op de vraag of [eiseres] aan het betreffende concurrentiebeding kan worden gehouden.
9. In dit kort geding dient aldus te worden beoordeeld of de in deze zaak aannemelijk te achten omstandigheden een ordemaatregel vereisen dan wel of de vordering van [eiseres] in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen door het treffen van een voorziening zoals gevorderd. Het navolgende behelst dan ook niet meer dan een voorlopig oordeel over het geschil tussen partijen.
10. Niet betwist is dat het in artikel 9.1 en onder A in de arbeidsovereenkomst opgenomen concurrentiebeding bij elke contractverlenging expliciet is vermeld en rechtsgeldig tussen partijen is overeengekomen. Weliswaar was het beding ondergebracht onder het kopje ‘Nevenactiviteiten/Non-wervingsbeding’, maar gelet op de inhoud van het beding had het voor [eiseres] duidelijk kunnen zijn dat dit onderdeel van artikel 9 feitelijk een concurrentiebeding is.
11. Partijen verschillen van mening over het antwoord op de vraag of het beding van toepassing is. [eiseres] stelt daartoe dat zij geen commerciële functie had bij SThree en dat Searchlite geen concurrerende onderneming is.
12. Dat [eiseres] geen commerciële functie zou hebben uitgeoefend bij SThree is door SThree betwist, maar is naar het oordeel van de kantonrechter niet van belang voor de toepasselijkheid van het beding. Immers, in het beding is aangegeven dat het gold ‘
ongeacht de divisie (contract, permanent of ondersteunende functie) waarin de Werknemer zal gaan werken of heeft gewerkt.’
13. Voorts is de kantonrechter van oordeel dat Searchlite een concurrerende onderneming is. Searchlite houdt zich -onder de paraplu van Elevation Partners - bezig met vergelijkbare activiteiten als SThree, te weten het recruiten van talentvolle arbeidskrachten in dezelfde markt. Dat Searchlite veel kleiner is dan SThree is niet relevant, nu Searchlite immers een onderdeel is van het grotere Elevation Partners dat groei nastreeft. De tussen SThree en Elevation Partners overeengekomen gentlementsagreement is juist een bevestiging van de bestaande concurrentie. Dat [eiseres] nog zou vallen onder het ‘gentlementsagreement’ kan zo zijn, maar laat onverlet dat SThree [eiseres] aan haar concurrentiebeding kan houden.
14. Gelet op het vorenstaande kan het concurrentiebeding dan ook in beginsel door SThree worden ingeroepen.
15. Uitgangspunt is dat een partij zich dient te houden aan hetgeen waartoe zij zich contractueel jegens de andere partij heeft verplicht. In beginsel is [eiseres] dan ook gebonden aan het concurrentiebeding. Dat is slechts anders indien [eiseres] afgezet tegen het belang van SThree door het beding onbillijk wordt benadeeld. De bodemrechter kan op grond van artikel 7:653 lid 3 sub b BW een concurrentiebeding geheel vernietigen indien het beding niet noodzakelijk is vanwege zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen of geheel of gedeeltelijk vernietigen indien in verhouding tot het te beschermen belang van de werkgever, de werknemer door dat beding onbillijk wordt benadeeld.
16. Vast staat dat een concurrentiebeding een werknemer beperkt in het grondrecht van de vrijheid van arbeidskeuze. Een dergelijke beperking is slechts gerechtvaardigd indien daar een groot belang van de werkgever tegenover staat. Een concurrentiebeding is bedoeld om het bedrijfsdebiet van de werkgever te beschermen. In het concurrentiebeding heeft SThree haar bedrijfsdebiet als volgt omschreven:
de kennis van de bedrijven van cliënten en de relaties met de contactpersonen van cliënten, alsmede de werkwijze van SThree, vormen ieder afzonderlijk en/of gezamenlijk de beschermde bedrijfsactiviteiten van SThree.
17. De kantonrechter zal beoordelen of [eiseres] door het concurrentiebeding onbillijk wordt benadeeld in verhouding tot het te beschermen belang van SThree.
18. [eiseres] heeft daartoe gesteld dat zij een jonge werkneemster is die maar kort, namelijk twee jaar, in dienst is geweest bij SThree. Zij had het niet meer naar haar zin bij SThree en beroept zich op een positieverbetering doordat zij door indiensttreding bij Searchlite aanspraak kan maken op een hoger salaris, commissie, bonus en doorgroeimogelijkheden, die volgens haar bij SThree niet meer aan de orde waren. Voorts dient aan de zijde van [eiseres] mee te wegen het grondrecht van vrijheid van arbeidskeuze.
19. SThree heeft de door [eiseres] gestelde positieverbetering betwist en aangevoerd dat [eiseres] zelf de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd en een contract voor bepaalde tijd heeft getekend bij Searchlite terwijl zij een contract voor onbepaalde tijd had bij SThree.
20. Verder heeft SThree aangevoerd dat overgang van [eiseres] naar Searchlite een bedreiging is voor haar bedrijfsdebiet - kort gezegd - door de kennis die [eiseres] heeft van essentiële informatie over de diensten en werkprocessen van de afdeling Talent Acquisition binnen SThree. Zij gaat bij Searchlite volgens SThree eenzelfde afdeling Talent Acquisition helpen opzetten, tezamen met haar tegelijkertijd bij SThree vertrokken collega [naam 3] (hierna: [naam 3] ). SThree neemt het feit dat [eiseres] en [naam 3] bedrijfsstukken van SThree naar hun privé-emailadressen hebben gestuurd hoog op.
21. Ter zitting is aan de orde gekomen de vraag of [eiseres] door haar functie op de hoogte is van essentiële relevante commerciële informatie, dan wel van unieke werkprocessen en strategieën. SThree heeft daarover verklaard dat de wijze waarop recruiters worden binnengehaald cruciaal is en dat de daarvoor geschreven werkprocessen SThree-breed worden ontwikkeld. Dat die werkprocessen van belang zijn blijkt volgens SThree ook uit het feit dat [eiseres] en [naam 3] diverse documenten, waaronder namen en/of LinkedIn profielen van mogelijke kandidaten voor SThree, een stapsgewijze uitleg van de werkwijze van de afdeling Talent Acquisition binnen SThree, het handboek ‘Talent Acquisition’ van SThree, onboarding formulieren voor nieuwe kandidaten, onboarding formulieren ‘1st week call’, een powerpointpresentatie van een zogeheten closing training, diverse templates en namen en LinkedIn-profielen van werknemers van SThree, kort voor hun opzegging naar hun privé e-mailadres hebben gestuurd. Het handboek is een 33 pagina’s tellend draaiboek van de interne recruitmentafdeling met de beschrijving van de recruitmentprocessen.
22. Door het kort voor haar ontslagname sturen van meerdere bedrijfsstukken naar haar privé-emailadres heeft [eiseres] de schijn gewekt dat zij dit heeft gedaan om de daarin staande bedrijfsprocessen te kunnen gebruiken bij Searchlite. Immers, vaststaat dat zij haar werkzaamheden normaliter op een bedrijfslaptop in een bedrijfsomgeving uitvoerde. De verklaring dat zij deze stukken naar haar privé-emailadres heeft gemaild omdat zij op dat moment thuis werkte en niet de beschikking had over de bedrijfslaptop, acht de kantonrechter, los van de betwisting zijdens SThree, daarvoor onvoldoende. Dat [eiseres] de werkprocessen niet een op een kan gebruiken bij Searchlite omdat daar andere systemen worden gebruikt, overtuigt de kantonrechter ook niet.
23. Alles overziend valt de afweging van de wederzijdse belangen van partijen in het voordeel van SThree uit. De positieverbetering van [eiseres] weegt daar niet tegen op. De werkwijze van SThree is nadrukkelijk in het concurrentiebeding aangemerkt als een onderdeel van het bedrijfsdebiet. SThree heeft naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter voldoende aannemelijk gemaakt dat het op deze sterk concurrerende markt voor haar zeer belangrijk is dat zij haar positie op de markt beschermt door te voorkomen dat medewerkers met haar werkwijze aan de haal gaan bij de concurrent. Met het concurrentiebeding probeert zij dit nu juist te beschermen. Daar komt bij dat [eiseres] bij Searchlite precies hetzelfde werk gaat doen als zij eerder deed voor SThree, namelijk werken bij de afdeling Talent Acquisition. [eiseres] heeft zelf de arbeidsovereenkomst opgezegd en is ondanks dat zij meerdere keren ervoor is gewaarschuwd dat SThree haar zou houden aan het beding toch bij Searchlite in dienst getreden. Dat SThree andere ‘overstappers’ niet heeft gehouden aan een concurrentiebeding doet daar niet aan af. SThree heeft daar overigens over verklaard dat er in die gevallen of geen sprake was van een geldend concurrentiebeding of dat zij het niet -anders dan bij [eiseres] - erg vond dat de betreffende werknemer bij haar was vertrokken.
24. Wel acht de kantonrechter voorshands aannemelijk dat bij de afweging van de wederzijdse belangen van partijen in een bodemprocedure de bodemrechter het concurrentiebeding gedeeltelijk (in duur) zal vernietigen omdat [eiseres] , gelet op de duur van haar arbeidsovereenkomst met SThree en haar leeftijd, onbillijk wordt benadeeld doordat zij
een jaarlang niet bij Searchlite in dienst zou kunnen treden. De kantonrechter zal daarom het concurrentiebeding met ingang van 1 november 2021 schorsen.
vergoeding ex artikel 7:653 lid 5 BW
25. De gevorderde vergoeding ex artikel 7:653 lid 5 BW zal worden afgewezen. Hiervoor is noodzakelijk dat [eiseres] aantoont dat zij wordt belemmerd bij het vinden van een (financieel) vergelijkbare functie. Dit wordt betwist door SThree en is door [eiseres] onvoldoende onderbouwd. Het enkele feit dat de beoogde samenwerking met Searchlite thans niet mogelijk is, is hiervoor onvoldoende. Bovendien is tijdens de zitting gebleken dat het salaris van [eiseres] ondanks haar op non-actiefstelling door Searchlite vooralsnog wordt doorbetaald.
26. Nu partijen over en weer in het (on)gelijk worden gesteld zullen de proceskosten worden gecompenseerd.
eerbiediging concurrentiebeding en staken werkzaamheden
27. Gelet op de uitkomst in conventie zal [eiseres] zich tot 1 november 2021 aan het concurrentiebeding moeten houden. Er is dan ook voldoende grond voor toewijzing van het gevorderde gebod tot eerbiediging van het concurrentiebeding en het gebod om de werkzaamheden te staken tot die datum. De gevorderde boete zal worden gematigd en gemaximeerd.
voorschot op verbeurde boetes
28. De kantonrechter zal deze vordering wegens gebrek aan spoedeisendheid afwijzen.
vernietiging bedrijfsgegevens
29. [eiseres] heeft uitdrukkelijk aangegeven zich aan het geheimhoudingsbeding te zullen houden en de betreffende bedrijfsgegevens te zullen verwijderen. Nu zij dit blijkbaar nog niet (volledig) heeft gedaan, zal de vordering worden toegewezen. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd. Het voert in het kader van dit kort geding te ver om [eiseres] te veroordelen om bewijs van de vernietiging van de gegevens te leveren op de wijze als verzocht door SThree. Mocht blijken dat [eiseres] niet voldoet aan deze veroordeling, dan verbeurt [eiseres] immers reeds een dwangsom en staat het SThree vrij om nieuwe rechtsmaatregelen jegens [eiseres] te nemen.
30. [eiseres] heeft zich op het standpunt gesteld dat zij aan de sommatie heeft voldaan. Dit blijkt echter onvoldoende uit het door SThree overgelegde screenshot van LinkedIn van 22 juli 2021. [eiseres] zal worden veroordeeld tot aanpassing van haar profiel op LinkedIn binnen 48 uur na betekening van het vonnis, op zodanige wijze dat daaruit blijkt dat [eiseres] thans niet
werkzaamis voor Elevation Partners dan wel een aan Elevation Partners gelieerde onderneming. De gevorderde dwangsom zal worden gematigd en gemaximeerd.
31. Nu algemeen bekend is dat het niet eenvoudig is om je geschiedenis op social media te verwijderen zal [eiseres] geen dwangsom verbeuren als op LinkedIn vermeld blijft dat [eiseres] een maand voor Elevation Partners heeft gewerkt.
32. Nu SThree niet heeft onderbouwd dat [eiseres] op andere social media heeft aangegeven op dit moment voor Elevation Partners of een daaraan gelieerde onderneming werkzaam te zijn, zal dit onderdeel van de vordering worden afgewezen.
33. [eiseres] zal als de meest in het ongelijk gestelde partij met de proceskosten worden belast. Deze zullen, gelet op de samenhang met de vordering in conventie, worden begroot op € 249,00 aan salaris gemachtigde.