Overwegingen
1. Eisers ontvangen een bijstandsuitkering naar de norm voor gehuwden. Uit de rapportages van 28 oktober 2019 volgt dat eisers een eigen bakkerij wilden opstarten, maar dat zij te laat waren met het indienen van een aanvraag op grond van het Besluit bijstandverlening zelfstandigen 2004 en dat ze ook geen ondernemersplan hebben opgesteld. Verweerder heeft eisers daarom aangemeld voor verplichte belastbaarheidsonderzoeken bij A-REA.
2. Met de besluiten van 29 oktober 2019 is aan eisers toegelicht dat zij verplicht zijn om mee te werken aan de belastbaarheidsonderzoeken waarbij eisers medisch, psychologisch en arbeidskundig onderzocht zullen worden. Uit de rapportages van 7 november 2019 volgt dat A-REA eisers gebeld heeft om een afspraak te maken. Eisers zouden hebben gezegd dat zij niets weten van de onderzoeken en dat zij hier ook niet voor openstaan. Verweerder heeft daarom met de besluiten van 8 november 2019 aan eisers nogmaals medegedeeld dat zij verplicht zijn om mee te werken aan de belastbaarheidsonderzoeken. Verweerder heeft eisers verzocht om binnen twee weken een afspraak hiervoor te maken. Dit hebben zij niet gedaan.
3. Met de brieven van 12 december 2019 zijn eisers uitgenodigd voor een gesprek op 18 december 2019 in verband met een afstemmingsonderzoek. Uit het gespreksverslag volgt dat eisers in de veronderstelling waren dat hun gezinscoach een afspraak voor de belastbaarheidsonderzoeken zou maken. Tijdens het gesprek is aan eisers uitgelegd dat zij verplicht zijn om mee te werken aan het onderzoek. Aan eisers is medegedeeld dat als zij niet voor 20 december 2019 een afspraak hebben gemaakt er een afstemming zal plaatsvinden, bestaande uit de verlaging van de uitkering.
4. Uit de rapportage van 30 januari 2020 volgt dat eisers op 20 december 2019 een afspraak bij A-REA hebben gemaakt voor 29 januari 2020. Uit deze rapportage volgt ook dat een verkeerd adres was doorgegeven en dat A-REA op 28 januari 2020 tevergeefs contact heeft gezocht met eisers over de juiste locatie van de afspraak. A-REA heeft eisers vervolgens een sms gestuurd met de juiste locatie. Op 29 januari 2020 stonden eisers op de verkeerde locatie. Eisers hebben gebeld met A-REA waarbij is afgesproken dat eisers alsnog naar de juiste locatie zouden komen. Eisers zijn niet op de afspraak verschenen. Ook hebben eisers geen nieuwe afspraak gemaakt. A-REA heeft eisers op 4 maart 2020 gebeld om een nieuwe afspraak te maken, maar eisers hebben aangegeven dat zij dit niet willen.
5. Verweerder heeft daarom met het primaire besluit, gehandhaafd met het bestreden besluit, de bijstandsuitkering van eisers gedurende één maand verlaagd met 100%. Eisers hebben namelijk niet voldaan aan de verplichting om mee te werken aan de belastbaarheidsonderzoeken over hun mogelijkheden tot arbeidsinschakeling.
6. Eisers stellen dat de verlaging van hun bijstandsuitkering onterecht is opgelegd. Volgens eisers is er sprake van een schending van het zorgvuldigheidsbeginsel, omdat verweerder onderzoek had moeten doen naar de persoonlijke situatie van eisers. Bovendien stellen eisers dat er sprake is van schending van het motiveringsbeginsel. Er is volgens eisers onvoldoende aandacht geschonken aan het maken van een correcte belangenafweging. Eisers voeren ook aan dat er sprake is van een schending van het evenredigheidsbeginsel. Volgens eisers worden zij door dit besluit onevenredig hard geraakt. Eisers voeren verder aan dat er sprake is van dringende redenen om af te zien van de verlaging. Op de zitting hebben eisers het standpunt ingenomen dat zij wel wilden meewerken aan de belastbaarheidsonderzoeken en dat zij meteen na de afspraak van 29 januari 2020 een nieuwe afspraak hebben gemaakt.
7. Artikel 9, eerste lid, onder b van de Pw bepaalt dat er een verplichting bestaat om gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling, alsmede mee te werken aan een onderzoek naar de mogelijkheden tot arbeidsinschakeling en, als van toepassing, mee te werken aan het opstellen, uitvoeren en evalueren van een plan van aanpak als bedoeld in artikel 44a van de Pw.
8. Op grond van artikel 18, eerste lid, van de Pw stemt het college de bijstand en de daaraan verbonden verplichtingen af op de omstandigheden, mogelijkheden en middelen van de belanghebbende. Op grond van het vierde lid, onder h, verlaagt het college in ieder geval de bijstand in het geval door de belanghebbende van de volgende verplichtingen niet worden nagekomen: het gebruik maken van door het college aangeboden voorzieningen, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling en mee te werken aan onderzoek naar zijn of haar mogelijkheden tot arbeidsinschakeling. Op grond van het vijfde lid verlaagt het college, in het geval van het niet nakomen van voornoemde verplichting, de bijstand met 100% voor een bij de verordening vastgestelde periode van ten minste een maand en ten hoogste drie maanden.
9. Artikel 18, negende lid, van de Pw bepaalt dat het college af ziet van het opleggen van een maatregel, als elke vorm van verwijtbaarheid ontbreekt. Dit volgt ook uit artikel 4 van de Afstemmingsverordening gemeente Amstelveen (de verordening).
10. Uit artikel 18, tiende lid, van de Pw volgt dat het college een op te leggen maatregel of een opgelegde maatregel afstemt op de omstandigheden van de belanghebbende en zijn mogelijkheden om middelen te verwerven, als naar het oordeel van het college, gelet op bijzondere omstandigheden, dringende redenen daartoe noodzaken. Artikel 4 van de verordening bepaalt ook dat er kan worden afgezien van een verlaging als er sprake is van dringende redenen.
Het oordeel van de rechtbank
11. De rechtbank moet beoordelen of verweerder de uitkering van eisers terecht gedurende één maand heeft verlaagd met 100%.
12. Naar het oordeel van de rechtbank hebben eisers niet aan hun verplichting om mee te werken aan de belastbaarheidsonderzoeken voldaan. Zoals uit de overgelegde stukken blijkt zijn eisers van de verplichting om mee te werken aan de belastbaarheidsonderzoeken meerdere keren op de hoogte gesteld in de besluiten van 29 oktober 2019 en 8 november 2019 en tijdens het gesprek op 18 december 2019. Uiteindelijk hebben eisers wel een afspraak gemaakt, maar is deze niet doorgegaan. Eisers hebben daarna geen nieuwe afspraak gemaakt voor de belastbaarheidsonderzoeken. Het standpunt dat eisers wel wilden meewerken en er na de afspraak van 29 januari 2020 wel een nieuwe afspraak is gemaakt maakt het oordeel van de rechtbank niet anders. Eisers hebben dit standpunt pas tijdens de zitting ingenomen en hebben hun standpunt niet met stukken onderbouwd.
13. Naar het oordeel van de rechtbank is niet gebleken dat verweerder het bestreden besluit in strijd met het zorgvuldigheidsbeginsel heeft genomen. Verweerder heeft de persoonlijke omstandigheden van eisers namelijk meegenomen in het bestreden besluit.
14. De rechtbank overweegt dat eisers onvoldoende hebben toegelicht waarom het bestreden besluit volgens hun onvoldoende is gemotiveerd. Er is dan ook niet gebleken dat het bestreden besluit in strijd met het motiveringsbeginsel is genomen.
15. De rechtbank is verder van oordeel dat eisers niet hebben onderbouwd dat de gevolgen van de verlaging van de bijstandsuitkering onevenredig voor hun zijn. Eisers hebben toegelicht dat zij kinderen hebben en dat de verlaging financiële gevolgen voor hun heeft waardoor hun schulden verder oplopen. Dat de verlaging financiële gevolgen heeft is echter inherent aan de maatregel en betekent op zichzelf dus niet dat de verlaging onevenredig is.
16. Naar het oordeel van de rechtbank is er geen sprake van dringende redenen. Eisers hebben namelijk geen bijzondere omstandigheden aangevoerd op grond waarvan dringende redenen ertoe noodzaken de maatregel af te stemmen op hun omstandigheden.
17. Verweerder heeft de uitkering van eisers terecht gedurende één maand verlaagd met 100%. Het beroep is ongegrond.
18. Voor een proceskostenveroordeling of het door eisers betaalde griffierecht bestaat geen aanleiding.