Op 6 juli 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam een zorgmachtiging verleend voor de duur van zes maanden aan een betrokkene die lijdt aan een schizofreniespectrum- of andere psychotische stoornis. De rechtbank oordeelde dat de stoornis van de betrokkene leidt tot ernstig nadeel, waaronder maatschappelijke teloorgang en gevaar voor ernstig lichamelijk letsel voor de betrokkene zelf. De officier van justitie had op 14 mei 2021 een verzoek ingediend voor deze zorgmachtiging, waarbij verschillende medische documenten en verklaringen waren overgelegd ter ondersteuning van het verzoek.
Tijdens de mondelinge behandeling op 6 juli 2021 verklaarde de betrokkene dat hij niet begrijpt waarom de Pro Justitia rapportage aanleiding was voor het verzoek tot zorgmachtiging. Hij gaf aan dat hij geen psychotische klachten heeft en dat hij bij familie kan verblijven na zijn detentie. De advocaat van de betrokkene betoogde dat er geen sprake was van ernstig nadeel en dat de zorgmachtiging afgewezen moest worden. De rechtbank oordeelde echter dat de betrokkene, door zijn psychotische stoornis, gedesorganiseerd en potentieel gevaarlijk gedrag vertoonde, wat de noodzaak voor verplichte zorg onderstreepte.
De rechtbank concludeerde dat er geen mogelijkheden voor passende zorg op vrijwillige basis waren en dat verplichte zorg noodzakelijk was om de geestelijke gezondheid van de betrokkene te stabiliseren. De zorgmachtiging werd verleend voor de duur van zes maanden, met verschillende vormen van zorg, waaronder het toedienen van medicatie en het beperken van de bewegingsvrijheid. De rechtbank achtte de voorgestelde zorg evenredig en effectief, en stelde dat de betrokkene niet bereid was medicatie te gebruiken, wat de noodzaak voor een gesloten behandeling bevestigde.