ECLI:NL:RBAMS:2021:4080
Rechtbank Amsterdam
- Proces-verbaal
- Rechtspraak.nl
Kort geding over uitschrijving van adres in het kader van echtscheiding
Op 4 augustus 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam een mondelinge uitspraak gedaan in een kort geding tussen een vrouw en een man, die in het kader van hun hangende echtscheiding een geschil hebben over de uitschrijving van het adres in de Basisregistratie Personen (BRP). De vrouw, die met hun twee kinderen in de echtelijke huurwoning verblijft, vordert dat de man zich uitschrijft van dit adres, omdat hij daar feitelijk niet meer verblijft. De man heeft in april 2021 een verzoek tot echtscheiding ingediend en heeft een briefadres aangevraagd bij de gemeente Amsterdam, waarover binnen zes weken een beslissing wordt verwacht. De vrouw stelt dat de situatie urgent is vanwege een hoge huurachterstand en dat zij een uitkering en tegemoetkoming in de woonkosten nodig heeft om de huur te kunnen betalen.
De voorzieningenrechter heeft de vorderingen van de vrouw afgewezen. Hoewel de vrouw de spoedeisendheid van haar verzoek onderbouwde, oordeelde de voorzieningenrechter dat er geen acute noodzaak was om de man te dwingen zich onmiddellijk uit te schrijven. De man heeft recht op een periode van ongeveer twee weken om te wachten op de beslissing van de gemeente over zijn briefadres. De voorzieningenrechter concludeerde dat de vrouw onvoldoende heeft aangetoond dat er geen andere opties zijn en dat de man belang heeft bij zijn registratie. Beide partijen zijn veroordeeld in hun eigen proceskosten, zoals gebruikelijk in familiezaken.