Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiseres] , te Amsterdam, eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 7 juli 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. S. van der Eijk, en de raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, vertegenwoordigd door mr. J. Lam. Eiseres had een WIA-uitkering ontvangen, maar verzuimde wijzigingen in haar persoonlijke situatie door te geven, wat leidde tot een terugvordering van een te veel uitgekeerde toeslag en de oplegging van een boete van € 3.227,40 door verweerder. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen deze boete, maar het bezwaar werd ongegrond verklaard in het bestreden besluit van 24 augustus 2020. Eiseres heeft hiertegen beroep ingesteld.
Tijdens de zitting op 26 mei 2021, die via een videoverbinding plaatsvond, heeft eiseres haar standpunt toegelicht. Eiseres betoogde dat zij niet in staat was om de wijzigingen door te geven vanwege persoonlijke omstandigheden, waaronder een huwelijkscrisis. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat eiseres zowel objectief als subjectief een verwijt kan worden gemaakt voor het niet doorgeven van de wijzigingen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op de hoogte was van haar inlichtingenplicht en dat zij niet met bewijs heeft onderbouwd dat zij om medische redenen niet in staat was om de wijzigingen door te geven.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat de opgelegde boete van € 3.227,40 terecht is opgelegd, en heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van griffierecht. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen zijn op de hoogte gesteld van hun recht om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep.