ECLI:NL:RBAMS:2021:4303
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijkheid van beroep inzake buitengerechtelijke kosten en besluitvorming
In deze zaak heeft eiser op 9 maart 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit door verweerder, de minister van Veiligheid en Justitie, vertegenwoordigd door het Centraal Justitieel Incassobureau. Eiser had eerder, op 30 april 2020, verzocht om betaling van proceskosten en had verweerder in gebreke gesteld wegens het uitblijven van een beslissing. De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting.
De rechtbank overweegt dat verweerder op 3 februari 2021 de verschuldigde proceskosten volledig heeft betaald en dit aan eiser heeft medegedeeld. Hierdoor was verweerder niet gehouden om buitengerechtelijke kosten te betalen of daarover een besluit te nemen. De rechtbank concludeert dat het verzoek van eiser om toekenning van buitengerechtelijke kosten niet kan worden aangemerkt als een aanvraag om een besluit te nemen, zoals bedoeld in artikel 1:3 van de Awb.
Aangezien de ingebrekestelling van eiser niet betrekking had op een aanvraag om een besluit, kan er geen beroep worden ingesteld op grond van artikel 6:12 van de Awb wegens niet tijdig beslissen. De rechtbank verklaart het beroep van eiser niet-ontvankelijk en ziet geen aanleiding voor een proceskostenvergoeding. De uitspraak is openbaar uitgesproken door mr. Y. Moussaoui, rechter, in aanwezigheid van mr. N. van der Kroft, griffier.