ECLI:NL:RBAMS:2021:4314
Rechtbank Amsterdam
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vordering tot terugbetaling van schenkingen op basis van misbruik van omstandigheden
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank Amsterdam op 27 juli 2021 uitspraak gedaan in een civiele procedure tussen de heer [eiser], in zijn hoedanigheid van executeur testamentair van wijlen mevrouw [erflaatster], en mevrouw [gedaagde]. De heer [eiser] vorderde betaling van een bedrag van € 20.488,67 van mevrouw [gedaagde], stellende dat dit bedrag door [erflaatster] aan haar was geschonken onder invloed van misbruik van omstandigheden. Mevrouw [gedaagde] betwistte het totaalbedrag en voerde aan dat slechts twee overboekingen van respectievelijk € 800 en € 16.000 aan haar waren gedaan, welke zij als schenkingen erkende. De kantonrechter oordeelde dat de heer [eiser] niet voldoende feiten had gesteld om aan te tonen dat er sprake was van misbruik van omstandigheden, zoals bedoeld in artikel 3:44 lid 4 BW. De rechter concludeerde dat de schenkingen niet vernietigbaar waren en wees de vordering van de heer [eiser] af. Tevens werd hij veroordeeld in de proceskosten van mevrouw [gedaagde].