Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.Onderzoek ter terechtzitting
2.Tenlastelegging
bijlage Idie aan dit vonnis is gehecht en geldt als hier ingevoegd.
3.Waardering van het bewijs
bijlage IIopgenomen bewijsmiddelen, bewezen dat verdachte zich schuldig heeft gemaakt aan het (mede)plegen van de ten laste gelegde diefstallen. De rechtbank volstaat met een opgave van de bewijsmiddelen overeenkomstig het bepaalde in artikel 359, derde lid, tweede volzin, van het Wetboek van Strafvordering (Sv), nu verdachte het bewezen verklaarde duidelijk en ondubbelzinnig heeft bekend.
4.Bewezenverklaring
bijlage IIopgenomen bewijsmiddelen - waarin de redengevende feiten en omstandigheden zijn vervat - bewezen dat verdachte:
5.Strafbaarheid van het feit
6.Strafbaarheid van verdachte
7.Motivering van de straffen
8.Ten aanzien van de benadeelde partijen en de schadevergoedingsmaatregel
De vordering van aangeefster [aangeefster 1]
De vordering van aangeefster [aangeefster 2]
De vordering van aangever [aangever 1]
9.Beslag
bijlage IIIvan dit vonnis worden opgenomen. De rechtbank zal over het beslag beslissen conform de vordering van de officier van justitie en gelast de teruggave van de goederen aan de rechthebbende als volgt:
- De goederen 1, 2, 3, 4 en 5 aan [aangeefster 1]
- De goederen 6 en 7 aan [persoon 4]
- De goederen 8, 9, 10 en 11 aan [persoon 2] .
- Goed 12 aan [persoon 3] .
10.Toepasselijke wettelijke voorschriften
11.Beslissing
[verdachte], daarvoor strafbaar.
180 (honderdtachtig) uren, met bevel, voor het geval dat verdachte de werkstraf niet naar behoren heeft verricht, dat deze zal worden vervangen door 90 dagen jeugddetentie.
jeugddetentievoor de duur van
102 (honderdtwee) dagen.
2 (twee)vast.
bijzondere voorwaardendat de veroordeelde gedurende de proeftijd:
- zich meldt bij de Reclassering Nederland op het adres [adres] , zo vaak en zo lang de reclassering dat nodig acht;
- meewerkt aan diagnostiek door een gedragsdeskundige van de Waag of een vergelijkbare instantie om zicht te krijgen op eventuele psychische problematiek of beperkingen en de mogelijke samenhang met zijn (delict)gedrag, ook als in overleg met De Waag wordt vastgesteld of een behandeling of een justitiële interventie, zoals de training cognitieve vaardigheden, meer passend is;
- dagbesteding in de vorm van werk en/of een opleiding heeft;
- meewerkt aan het aflossen van zijn schulden en het treffen van afbetalingsregelingen, ook als dit meewerken aan schuldhulpverlening in het kader van de Wet schuldsanering natuurlijke personen inhoudt, en inzage geeft in zijn financiën en schulden.dat verdachte zich houdt aan de aanwijzingen van de volwassenenreclassering Reclassering Nederland, die toezicht houdt op deze voorwaarden.
- 1 stuk gereedschap (g 6021668);
- 1 stuk identiteitsbewijs (g6021642);
- 1 stuk verzekeringspas (g6021640);
- 1 stuk ov-chipkaart (g6021639);
- 1 stuk rijbewijs (g6021638).
- 1 stuk afstandsbediening (g6021684);
- 1 stuk parkeerkaart (g6021652).
- 1 stuk lidmaatschapskaart (g6021649);
- 1 stuk zorgpas (g6021647);
- 1 stuk klantenpas (g6021643);
- 1 stuk zorgpas (G6021646.
- 1 stuk sleutelbos (G6021690);
- 1 stuk sleutelbos (g6021687.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangeefster 1] van een bedrag van € 134,22 (honderdvierendertig euro en tweeëntwintig cent) te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangeefster 1] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- leg aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangeefster 1] € 134,22 te betalen, bij niet betaling kan gijzeling voor de duur van 1 dag worden toegepast. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangeefster 1] vervalt en omgekeerd;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangeefster 2] van een bedrag van € 1705,70 (zeventienhonderdvijf euro en zeventig cent) te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangeefster 2] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- leg aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangeefster 2] € 1.682,90 te betalen, bij niet betaling kan gijzeling voor de duur van 2 dagen worden toegepast. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangeefster 2] vervalt en omgekeerd;
- bepaalt dat de benadeelde partij voor het overige niet-ontvankelijk in haar vordering is.
- veroordeelt verdachte tot betaling aan de benadeelde partij [aangever 1] van een bedrag van € 50,- (vijftig euro) te vermeerderen met de wettelijke rente daarover vanaf het moment van het ontstaan van de schade tot aan de dag van de algehele voldoening;
- veroordeelt verdachte tevens in de kosten van de benadeelde partij [aangever 1] tot nu toe gemaakt en ten behoeve van de tenuitvoerlegging nog te maken, tot op heden begroot op nihil;
- leg aan verdachte de verplichting op aan de Staat, ten behoeve van het slachtoffer [aangever 1] € 50 te betalen, bij niet betaling kan gijzeling voor de duur van 1 dag worden toegepast. De toepassing van die gijzeling heft de betalingsverplichting niet op;
- bepaalt dat bij voldoening van de schadevergoedingsmaatregel de betalingsverplichting aan de benadeelde partij [aangever 1] vervalt en omgekeerd.