ECLI:NL:RBAMS:2021:4321

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
7 juli 2021
Publicatiedatum
19 augustus 2021
Zaaknummer
C/13/688580 / HA ZA 20-855
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over non-conformiteit van geleverde Tesla Model X voertuigen en aftersalesdiensten

In deze zaak vordert de besloten vennootschap CETORHINUS MAXIMUS B.V. (hierna BIOS) van Tesla Motors Netherlands B.V. (hierna Tesla) kosteloos herstel van gebrekkige onderdelen van 54 geleverde Tesla Model X voertuigen. BIOS stelt dat de voertuigen niet voldoen aan de koopovereenkomst, wat leidt tot non-conformiteit in de zin van artikel 7:17 BW. De rechtbank behandelt de vorderingen van BIOS, die onder andere betrekking hebben op gebrekkige draagarmen, aandrijfassen en andere onderdelen. BIOS stelt dat de voertuigen niet aan de verwachtingen voldoen en dat er sprake is van een toerekenbare tekortkoming aan de zijde van Tesla, waardoor BIOS schade heeft geleden. Tesla betwist de vorderingen en stelt dat de voertuigen wel conform de overeenkomst zijn geleverd. De rechtbank oordeelt dat BIOS niet voldoende heeft aangetoond dat de voertuigen non-conform zijn en wijst de vorderingen van BIOS af. De rechtbank concludeert dat de NVLW (New Vehicle Limited Warranty) van toepassing is op de koopovereenkomst en dat Tesla niet gehouden is tot kosteloos herstel van de onderdelen. BIOS wordt veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht
zaaknummer / rolnummer: C/13/688580 / HA ZA 20-855
Vonnis van 7 juli 2021
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
CETORHINUS MAXIMUS B.V.,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. M.J. van Joolingen te 's-Hertogenbosch,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
TESLA MOTORS NETHERLANDS B.V.,
gevestigd te Amsterdam,
gedaagde,
advocaat mr. A. al Mansouri te Nijmegen.
Partijen zullen hierna BIOS en Tesla genoemd worden.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 4 juni 2020, met producties;
  • de conclusie van antwoord, met producties;
  • het tussenvonnis van 3 februari 2021 waarbij een comparitie van partijen is gelast;
  • het proces-verbaal van de mondelinge behandeling van 20 mei 2021, met de daarin genoemde (proces-)stukken.
1.2.
Ten slotte is vonnis bepaald.

2.De feiten

2.1.
BIOS is gespecialiseerd in de organisatie, coördinatie en uitvoering van mobiliteitsdiensten voor personen.
2.2.
BIOS voert als moederonderneming de centrale leiding over de activiteiten van de groepsvennootschap, de BIOS groep, en diens dochterondernemingen.
2.3.
Trompenburg Leasemaatschappij B.V. (hierna Trompenburg), Zorgvervoercentrale Nederland B.V. (hierna ZCN) en Reva Taxi B.V. (hierna Reva) maken onderdeel uit van de BIOS groep en zijn 100% dochterondernemingen van BIOS.
2.4.
Trompenburg is een leasemaatschappij die actief is in de handel en reparatie van personenauto’s en lichte bedrijfsauto’s, ZCN en Reva zijn actief op het gebied van taxidiensten en openbaar interlokaal personenvervoer over de weg.
2.5.
ZCN heeft na een openbare aanbesteding in 2014 van Schiphol Nederland B.V. de opdracht gegund gekregen om voor de duur van acht jaar emissievrije taxidiensten te verlenen in en rondom luchthaven Schiphol (hierna de concessie). ZCN is contracthouder bij de concessie en Reva voert de concessie als onder-opdrachtnemer uit.
2.6.
Tesla is een dochteronderneming van Tesla Inc., (onder meer) producent van elektrische voertuigen en exploitant van een wereldwijd netwerk van verkoop- & servicepunten.
2.7.
In 2014 heeft Trompenburg 72 Tesla Model S voertuigen van Tesla gekocht. Trompenburg heeft deze voertuigen voor de uitvoering van de gecontracteerde diensten uit hoofde van de concessie aangeschaft. Reva huurt de Tesla Model S voertuigen van Trompenburg.
2.8.
In 2017 heeft Trompenburg een overeenkomst gesloten met Tesla uit hoofde waarvan zij 61 van de 72 Tesla Model S voertuigen heeft ingeruild en 64 nieuwe Tesla Model X 100d voertuigen (hierna Model X voertuigen, respectievelijk de Tesla Vloot) bij Tesla heeft gekocht.
2.9.
De tussen Tesla en Trompenburg gemaakte afspraken met betrekking tot deze koop zijn vastgelegd in de (twee pagina’s tellende) “Motor Vehicle Fleet Purchase Agreement” (hierna de koopovereenkomst). Aan deze overeenkomst is verder een viertal bijlagen gehecht.
2.10.
In de koopovereenkomst zijn Trompenburg en Tesla – voor zover hierna van belang – het volgende overeengekomen:

PURPOSE: Airport Taxi Services
(…)
Buyer desires to purchase the number of vehicles indicated above for a fleet of vehicles that will be used for the purpose indicated above. In consideration of the mutual promises contained herein and for other good and valuable consideration, the receipt and adequacy of which are hereby acknowledged, the Parties agree as follows:
(…)
5.
Warranty.Buyer will receive the Tesla Motors New Vehicle Limited Warranty for each Vehicle. The warranty will be provided to you at or prior to the time of delivery. Except as expressly provided in the Tesla Motors New Vehicle Limited Warranty and to the maximum extent permitted by applicable law, Company makes no warranties of any kind, whether express implied, statutory or otherwise, and specifically disclaims all implied warranties, including any warranties of merchantability or fitness for a particular purpose with respect to the Vehicles.
(…)
7.Limitation of Liability.Company is not liable for any incidental, special or consequential damages arising out of this Agreement. In the event Company is held liable for any damages (direct or otherwise) to Buyer, Buyer’s sole and exclusive remedy will be limited to reimbursement of paid order payments.
(…)
10.Governing Law; Integration; Assignment. (…) Prior agreements, oral statements, negotiations, communications or representations about the Vehicles sold under this Agreement are superseded by this Agreement. Terms relating to the purchase not expressly contained herein are not binding. (…) Company may assign this Agreement at its discretion to one of its affiliated entities. Buyer may not assign this Agreement without the Company’s written consent.
2.11.
Artikel 5 van de koopovereenkomst verwijst naar de “New Vehicle Limited Warranty” (hierna NVLW). De algemene garantievoorwaarden onder de NVLW luiden – voor zover hierna relevant – als volgt:

Beperkingen en vrijwaringen
DE GARANTIE NIEUWE AUTO IS DE ENIGE CONTRACTUELE GARANTIE DIE VAN TOEPASSING IS OP UW TESLA. GARANTIES EN VOORWAARDEN VOORTVLOEIEND UIT LOKALE WETTELIJKE REGELINGEN EN VERPLICHTINGEN, VERKOOPVOORWAARDEN EN CONSUMENTENRECHTEN ZIJN UITGESLOTEN VAN DEZE GARANTIE VOOR ZOVER DIT VOLGENS LOKALE WETGEVING IS TOEGESTAAN. IN SOMMIGE LANDEN IS HET BEPERKEN VAN DE GARANTIEPERIODE OF DE VOORWAARDEN NIET TOEGESTAAN, WAARDOOR BOVENSTAANDE BEPERKINGEN WELLICHT NIET VOOR U GELDEN.
VOOR ZOVER WETTELIJK IS TOEGESTAAN, IS DE GARANTIE OP NIEUWE AUTO’S BEPERKT TOT HET REPAREREN EN/OF VERVANGEN VAN DEFECTE ONDERDELEN VAN DE AUTO.”
(…)
Basisgarantie
De Basisgarantie omvat het kosteloos repareren of vervangen van onderdelen die ten gevolge van materiaal- of constructiefouten defect zijn geraakt De garantie geldt gedurende 4 jaar of 80.000 km, al naar gelang wat het eerst wordt bereikt.
(…)
Gevolgschades
VOOR ZOVER DE LOKALE WETGEVING DIT TOESTAAT, IS TESLA OP GEEN ENKELE WIJZE AANSPRAKELIJK VOOR ENIGE VORM VAN GEVOLGSCHADE MET BETREKKING TOT DE AUTO ZOALS ONDER MEER (…) VERLIES VAN TIJD, INKOMENSDERVING, VERLIES VAN HET GEBRUIK VAN DE AUTO (…)”
2.12.
Een van de vier bijlages bij de koopovereenkomst betreft de “Tesla Taxi/Limousine Fleet Rider Agreement”. Deze luidt – voor zover hierna van belang – als volgt:

2. The customer intends to use the Vehicles in a taxi and/or limousine fleet.
(…)

Tesla will provide Customer with the following additional service and support benefits for the Vehicles:
(…)
b. Dedicated key account manager.
c. Dedicated fleet firmware and software to manage the long term
performance of key vehicle components.
d. Tesla’s Fleet Application Program Interface to assist with planning and integration with dispatch and charging systems.
2.13.
Verder zijn Tesla en de BIOS-groep op 2 mei 2016 een “API fleetview overeenkomst” aangegaan. API fleetview is een programma dat Tesla kosteloos aanbiedt aan klanten die een overzicht willen inzien van onder meer de laadgegevens en kilometerstanden van de auto’s in hun vloot. Artikel 16.7 van deze overeenkomst luidt – voor zover hierna van belang – als volgt:

16.7. No Assignment.You may not assign, transfer or otherwise convey or delegate any of your rights or duties hereunder or with respect to the subscription to any third party without the prior written consent of Tesla, and any attempt to do so shall be void. This agreement shall not be interpreted or construed to confer any rights or remedies on any third parties, except to the extent expressly contemplated herein.
2.14.
De voertuigen zijn direct na levering door Reva in gebruik genomen voor het verlenen van taxidiensten in de omgeving van luchthaven Schiphol, ter uitvoering van de concessie.
2.15.
Trompenburg heeft enige tijd na de levering van de Model X voertuigen klachten geuit over verschillende Model X voertuigen en de verleende service.
2.16.
Het is partijen niet gelukt in onderling overleg tot een oplossing te komen ten aanzien van de door BIOS aan het adres van Tesla geuite klachten.
2.17.
BIOS heeft Tesla in onderhavige kwestie op 4 juni 2020 gedagvaard voor de Rechtbank Amsterdam.
2.18.
Op 26 juni 2020 heeft BIOS aan Tesla medegedeeld dat zij de vorderingen die dochtervennootschappen Trompenburg, Reva en ZCN op Tesla hebben overneemt.
2.19.
In een akte van cessie van Trompenburg aan BIOS van 27 juli 2020, waarvan de inhoud en strekking vergelijkbaar zijn met die van de overeenkomsten tussen de overige dochterondernemingen en BIOS, zijn Trompenburg en BIOS, voor zover hierna van belang, het volgende overeengekomen:

Trompenburg cedeert hierbij aan BIOS, welke cessie door BIOS wordt aanvaard, alle vorderingsrechten/vorderingen, al dan niet toekomstig, die Trompenburg op Tesla heeft of zal verkrijgen.”
2.20.
Tesla stelt dat Trompenburg haar (onder meer) een bedrag van € 157.460,48 verschuldigd is voor door Tesla aan de Model X voertuigen verrichtte reparatiewerkzaamheden. Tesla wenst deze kosten van Trompenburg vergoed te krijgen.
2.21.
Trompenburg betwist dit bedrag aan Tesla verschuldigd te zijn.
2.22.
Tesla heeft Trompenburg op 15 oktober 2020 voor de Rechtbank Haarlem gedagvaard en – kort samengevat – gevorderd Trompenburg te veroordelen tot betaling van dit bedrag aan reparatiekosten.
2.23.
Gelet op de samenhang met onderhavige zaak heeft de Rechtbank Haarlem bij uitspraak van 3 februari 2021 besloten tot voeging met onderhavige zaak waarop de zaak is doorverwezen naar de Rechtbank Amsterdam en thans geregistreerd is onder het zaaknummer C/15/688580 / HA ZA 20-855.
2.24.
Tijdens de mondelinge behandeling in onderhavige zaak heeft de rechtbank vastgesteld dat de gevoegde zaak pas daags vóór de behandeling op de rol is aangebracht, dat er derhalve in die zaak nog geen conclusie van antwoord is genomen, en dat de in die zaak gedaagde partij Trompenburg, hoewel feitelijk verschenen, niet formeel voor de onderhavige zitting is opgeroepen. Trompenburg heeft aangegeven de conclusie van antwoord nog schriftelijk te willen nemen. Met instemming van beide partijen heeft de rechtbank gelet hierop bepaald dat onderhavige zaak zonder voeging zal worden voortgezet in de huidige stand waarin zij zich thans bevindt.

3.Het geschil

3.1.
BIOS vordert, na wijzigingen van eis, bij vonnis uitvoerbaar bij voorraad:
I.
Voor recht te verklaren dat de 54 door Tesla aan Trompenburg geleverde Tesla Model X voertuigen – met de kentekennummers [kenteken 1] t/m [kenteken 2] –
niet aan de tussen Tesla en Trompenburg gesloten overeenkomst beantwoorden in de zin van art. 7:17 BW,
II.
Tesla te veroordelen tot kosteloos herstel van gebrekkige draagarmen, aandrijfassen, en bij die onderdelen behorende rubbers, alsmede gebrekkige stuurbekrachtiging, luchtvering, deuren, 12V batterijen, sensoren, camera’s, airconditioning, navigatieschermen en autopilot, welke zich voordoen binnen vier jaar of 500.000 km na levering, al naar gelang wat het eerst wordt bereikt, steeds binnen 14 kalenderdagen nadat BIOS, Trompenburg, ZCN en/of Reva bij Tesla een herstelaanvraag ten aanzien van een gebrek (heeft) (ge)plaatst, op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van EUR 1.000,00 per dag dat Tesla verzuimt dit vonnis geheel of gedeeltelijk na te komen.
III.
Tesla te veroordelen tot kosteloos herstel van het onderdeel dat en/of de onderdelen die de fluctuerende kilometerstanden in de Tesla Model X voertuigen van Trompenburg veroorzaken, binnen 14 kalenderdagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van EUR 1.000,00 voor iedere kalenderdag (of deel daarvan) dat Tesla verzuimt dit vonnis geheel of gedeeltelijk na te komen,
IV.
Tesla te veroordelen om de door haar gefactureerde kosten voor herstel van gebrekkige draagarmen, aandrijfassen, en bij die onderdelen behorende rubbers, alsmede gebrekkige stuurbekrachtiging, luchtvering, deuren, 12V batterijen, sensoren, camera’s, aiconditioning, navigatieschermen en autopilot te crediteren, en deze creditering schriftelijk aan Trompenburg te bevestigen, binnen 14 kalenderdagen na betekening van het in deze te wijzen vonnis, op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van EUR 10.000,00 voor iedere kalenderdag (of deel daarvan) dat Tesla verzuimt dit vonnis geheel of gedeeltelijk na te komen.
V.
Tesla te veroordelen om:
(a)
Tesla voertuigen van Trompenburg te allen tijde te accepteren, en steeds binnen vier werkdagen na het door BIOS, Trompenburg, ZCN en/of Reva gedane verzoek in te nemen voor aftersales en reparatie diensten,
(b)
haar aftersales en reparatiebeleid en dienstverlening zodanig in te richten dat de door BIOS, Trompenburg, ZCN en/of Reva verzochte dienstverlening binnen redelijke termijn, en te allen tijde binnen 14 kalenderdagen na het daartoe gedane verzoek door BIOS, worden verricht en afgerond,
(c)
de verplichting tot vooruitbetaling van kosten voor aftersales en reparatie diensten op te heffen, en Trompenburg te allen tijde de mogelijkheid te bieden om kosten voor Tesla haar aftersales en reparatie diensten tot tenminste 14 kalenderdagen na de dag waarop Trompenburg een melding heeft ontvangen dat het voertuig gereed is om opgehaald te worden, te betalen,
(d)
haar aftersales en reparatie dienstverlening aan de Tesla voertuigen van Trompenburg actief en doelgericht te beheren, en BIOS, Trompenburg, ZCN en/of Reva steeds binnen twee werkdagen na een daartoe gedaan schriftelijk verzoek actuele en volledige informatie en ondersteuning te verschaffen met betrekking tot de (stand van zaken ten aanzien van) te verrichten of reeds verrichtte aftersales en reparatie dienstverlening voor Tesla voertuigen van Trompenburg,
(e)
BIOS te voorzien van contactgegevens met welke zij tijdens kantooruren direct telefonisch in contact kan komen met medewerkers van de betreffende Tesla vestiging waar aftersales en reparatie diensten aan haar Tesla voertuigen worden verleend, en waarmee zij bij onbereikbaarheid van Tesla een voicemail achter kan laten met een terugbelverzoek, aan welk verzoek Tesla steeds binnen één werkdag dient te voldoen,
iedere veroordeling uit onderdeel V. sub (a) t/m (e) op straffe van een onmiddellijk opeisbare dwangsom van EUR 500,00 voor iedere kalenderdag (of deel daarvan) dat Tesla verzuimt dit vonnis geheel of gedeeltelijk na te komen,
VI.
Tesla te veroordelen tot betaling van het bedrag van EUR 1.307.148,00, ten titel van aanvullende schadevergoeding, althans tot betaling van schadevergoeding nader op te maken bij staat, althans de Overeenkomst tussen Trompenburg en Tesla in die zin gedeeltelijk te ontbinden, dat de door Trompenburg te betalen koopprijs ad EUR 7.922.880,00 wordt verminderd met het bedrag van EUR 1.307.148,00 en Tesla te veroordelen dit bedrag aan Trompenburg (terug) te betalen, een en ander vermeerderd met de wettelijke rente ex. artikel 6:119 BW, met ingang van 21 december 2017, het moment van levering van de Tesla Vloot, althans met ingang van 4 juni 2020, de dag waarop de dagvaarding aan Tesla is betekend, althans met ingang van een door uw rechtbank in goede justitie te betalen datum,
VII.
Tesla te veroordelen in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de wettelijke rente over deze proceskosten vanaf de 15e dag na de dag van de uitspraak en Tesla te veroordelen tot voldoening van de nakosten ter hoogte van EUR 157,00 dan wel – indien betekening van de uitspraak plaatsvindt – EUR 239,00.”
3.2.
BIOS legt – kort samengevat – het volgende aan haar vorderingen ten grondslag. De door Tesla geleverde Model X voertuigen én aftersales- en reparatiedienstverlening beantwoorden niet aan de koopovereenkomst en zijn derhalve non-conform in de zin van artikel 7:17 Burgerlijk Wetboek (hierna BW).
Als gevolg daarvan is er sprake van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming ex artikel 6:74 BW aan de zijde van Tesla.
In het verlengde daarvan vordert BIOS kosteloos herstel – en creditering van de reeds gemaakte kosten van herstel – van de gebrekkige onderdelen in de Model X voertuigen. BIOS doet in dit kader (uitsluitend met betrekking tot het herstel van gebrekkige draagarmen, aandrijfassen en bij deze onderdelen behorende rubbers) primair een beroep op artikel 3:296 BW, mede met verwijzing naar de volgens haar door Tesla op 11 april 2019 gedane toezegging tot nakoming, en subsidiair (alsmede primair voor de overige onderdelen) een beroep op artikel 7:17 jo. 7:21 BW.
Voorts vordert BIOS met een beroep op artikel 3:296 BW nakoming van de uit de koopovereenkomst voortvloeiende verplichtingen van Tesla ten aanzien van de door haar te verlenen aftersales- en reparatiediensten.
Door voornoemde tekortkomingen van Tesla heeft BIOS (althans Trompenburg/ZCN/Reva) schade geleden. Tesla dient deze schade ex artikel 6:74 BW aan BIOS te vergoeden. Voor zover de rechtbank van oordeel is dat BIOS geen recht heeft op schadevergoeding, vordert BIOS gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst ex artikel 6:270 BW en in navolging daarvan een koopprijsvermindering gelijk aan de omvang van de hiervoor gestelde schade.
3.3.
Tesla voert verweer en concludeert tot niet-ontvankelijkheid, althans afwijzing van de vorderingen, met een uitvoerbaar bij voorraad te verklaren veroordeling van BIOS in de proces- en nakosten, te vermeerderen met de wettelijke rente daarover.
3.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

4.De beoordeling

4.1.
Alvorens toe te komen aan de inhoudelijke beoordeling van de vorderingen zal de rechtbank oordelen over de toelaatbaarheid van de eiswijzigingen alsmede de ontvankelijkheid van BIOS.
Eiswijzigingen
Vermeerdering van eis
4.2.
Bij akte overlegging aanvullende producties tevens houdende akte eiswijziging heeft BIOS haar in de dagvaarding geformuleerde eis gewijzigd. De wijzigingen in het petitum hebben betrekking op de rolverdeling tussen BIOS, Trompenburg, ZCN en Reva binnen de BIOS groep, en op de (contractuele) relatie die voornoemde vennootschappen met Tesla hebben.
4.3.
Tesla heeft zich bij antwoordakte na eiswijziging tevens akte houdende overlegging producties hierover uitgelaten. Zij heeft daarbij geen bezwaar gemaakt op de gronden vermeld in artikel 130 lid 1 van het Wetboek van Burgerlijke rechtsvordering (hierna Rv), terwijl de rechtbank daartegen evenmin ambtshalve bezwaar heeft. Aldus staat de gewijzigde eis ter beoordeling, en zal het door Tesla op inhoudelijke gronden gevoerde verweer behandeld worden.
Vermindering van eis
4.4.
Daarnaast heeft BIOS ter mondelinge behandeling van 20 mei 2021 haar eis gewijzigd in die zin dat de door BIOS gevorderde verklaring voor recht ziet op de 54 voertuigen – met kentekens [kenteken 1] t/m [kenteken 2] zoals omschreven in productie 47.2 van BIOS. Nu deze eiswijziging inhoudelijk een eisvermindering betreft ex artikel 129 Rv, waartegen Tesla zich niet kan verzetten, zal ook deze wijziging worden toegestaan.
Ontvankelijkheid
4.5.
BIOS legt aan haar vorderingen – kort gezegd – ten grondslag dat Tesla toerekenbaar tekort is geschoten in de nakoming van de koopovereenkomst. Tussen partijen is niet in geschil dat BIOS geen partij is bij de koopovereenkomst, maar dat deze overeenkomst is gesloten tussen Trompenburg en Tesla. In dit kader dient de rechtbank te beoordelen of de (gestelde) vorderingen van Trompenburg op Tesla uit hoofde van deze koopovereenkomst rechtsgeldig aan BIOS zijn overgedragen. BIOS meent van wel, Tesla meent van niet.
4.6.
BIOS stelt hiertoe het volgende. Gelet op de rolverdeling binnen de BIOS groep zijn Trompenburg en BIOS uit proceseconomische overwegingen overeengekomen om BIOS Tesla in rechte te laten betrekken, en de vorderingen door BIOS, op eigen naam in te laten stellen. Vervolgens heeft Trompenburg bij akte van cessie d.d. 27 juli 2020 de vorderingen/vorderingsrechten die zij op Tesla heeft en/of in de toekomst zal verkrijgen feitelijk overgedragen aan BIOS. Mocht de cessie evenwel niet rechtsgeldig zijn, treedt BIOS op als lasthebber van Trompenburg.
4.7.
Tesla betwist – kort gezegd – dat BIOS de (door haar gestelde) vorderingen van Trompenburg op Tesla zou hebben verkregen. Hiertoe voert zij aan dat op het moment van dagvaarden BIOS geen rechthebbende was van enige (beweerdelijke) vordering nu de cessieakte en mededeling van cessie van een latere datum dan datum dagvaarding dateren. Daarnaast zijn de vorderingen in de cessieovereenkomst op grond van artikel 3:84 lid 2 BW onvoldoende bepaalbaar omschreven en is een en ander bovendien in strijd met het cessieverbod van artikel 10 van de koopovereenkomst. Ook het subsidiaire standpunt van BIOS, dat zij optreedt als lasthebber, slaagt niet. Dat is niet toegestaan omdat de materiële procespartij daardoor wijzigt.
4.8.
Zoals Tesla terecht opmerkt dateren de cessieakte en mededeling van cessie van een latere datum dan de inleidende dagvaarding. De rechtbank volgt Tesla evenwel niet in de consequenties die zij daaraan verbindt. In onderhavig geval – waarbij er nog geen rechtsgeldige overdracht heeft plaatsgevonden, maar de beoogde nieuwe schuldeiser (BIOS) al is overgegaan tot het in rechte betrekken van de schuldenaar – wordt door de rechtbank, anticiperend op een rechtsgeldige overdracht, in de overeenkomst tot overdracht een last tot inning gelezen (Vgl. HR 2 december 1994, NJ 1996, 246; HR 20 september 1991, NJ 1992, 552).
4.9.
Tesla brengt nog naar voren dat het BIOS niet vrij staat in een en dezelfde procedure als lasthebber en cessionaris op te treden, omdat de materiële procespartij in dat geval niet dezelfde blijft. Hoewel Tesla terecht opmerkt dat wijziging van partijhoedanigheid in beginsel niet geoorloofd is, kan hier echter een uitzondering op worden gemaakt (Vgl. HR 3 april 2020, ECLI:NL:HR:2020:587). In dit geval is van belang dat BIOS in een vroeg stadium van de procedure (reeds op 26 juni 2020) aan Tesla per e-mail mededeling heeft gedaan van de cessie. Tesla is dan ook in de gelegenheid geweest hierop te reageren bij haar conclusie van antwoord van 30 september 2020 en vervolgens in haar antwoordakte na eiswijziging tevens akte houdende overlegging producties van 18 mei 2021. Naar het oordeel van de rechtbank wordt Tesla door de wijziging van partijhoedanigheid van BIOS dan ook niet in haar processuele belangen geschaad.
4.10.
Ook de stelling van Tesla dat de over te dragen vorderingen in de akte van cessie onvoldoende bepaalbaar zijn omschreven wordt door de rechtbank verworpen. Hoewel Tesla terecht opmerkt dat de over te dragen vorderingen overeenkomstig artikel 3:84 lid 2 BW in voldoende mate door de akte moeten worden bepaald, moet dit vereiste niet strikt worden uitgelegd. Voldoende is dat de akte zodanige gegevens bevat dat aan de hand daarvan kan worden vastgesteld om welke vorderingen het gaat (Vgl. HR 16 juni 1995, NJ1996/508). Een zogenaamde “vangnetbepaling” waarin de vorderingen generiek worden omschreven kan volstaan (Vgl. HR 20 september 2002, NJ 2004/182). Aan dit vereiste is in casu voldaan.
4.11.
Verder werpt Tesla nog op dat in artikel 10 van de koopovereenkomst een cessieverbod is overeengekomen. Daar gaat de rechtbank niet in mee. Een redelijke uitleg van de overeenkomst brengt met zich mee dat artikel 10 slechts ziet op een verbod tot contractsovername. Dat partijen een eventuele contractsovername aan de zijde van Trompenburg hebben willen uitsluiten hoeft niet te betekenen dat partijen hiermee ook het mindere, waaronder cessie, hebben willen uitsluiten. Dat dit een logische uitleg betreft van de bepaling volgt ook uit de bewoordingen van het hiervoor onder punt 2.13 weergegeven artikel 16.7 van de API fleetview overeenkomst, waarbij Tesla als opsteller van de overeenkomst expliciet de mogelijkheid van cessie heeft uitgesloten. Wanneer Tesla dit ook bij de koopovereenkomst had beoogd, had het voor de hand gelegen dat zij bij het opstellen van de koopovereenkomst bij deze bewoordingen aansluiting had gezocht, maar dit heeft zij nagelaten. Dit is een belangrijke aanwijzing dat partijen geen cessieverbod zijn overeengekomen. Daar komt nog bij dat het hier gaat om een door Tesla eenzijdig opgesteld beding, waarvan niet blijkt dat er expliciet over is gesproken of onderhandeld, zodat in geval van twijfel over de uitleg van het beding dit in het nadeel van de opsteller, Tesla, zal worden uitgelegd. Dit standpunt van Tesla wordt dan ook verworpen.
4.12.
De rechtbank zal er dan ook vanuit gaan dat BIOS gerechtigd is tot de vorderingen van Trompenburg op Tesla. Waar in het vervolg gesproken wordt van BIOS wordt hier tevens – waar van toepassing – haar rechtsvoorganger Trompenburg mee bedoeld.
Kosteloos herstel van (toekomstige) gebreken (Ad. II)
4.13.
BIOS vordert – ten aanzien van de gebrekkige draagarmen, aandrijfassen en bijbehorende rubbers – primair op grond van artikel 3:296 BW, en subsidiair op grond van artikel 7:17 jo. 7:21 BW, kosteloos herstel van gebreken aan genoemde onderdelen, welke zich zullen gaan voordoen binnen vier jaar of 500.000 kilometer, al naar gelang het eerst wordt bereikt. Voor de overige onderdelen genoemd onder punt II van haar petitum baseert zij haar vordering uitsluitend op artikel 7:17 jo. 7:21 BW.
4.14.
BIOS stelt dat zij op grond van de overeenkomst recht heeft op kosteloos herstel van draagarmen, aandrijfassen en bijbehorende rubbers, nu zij er gerechtvaardigd op mocht vertrouwen dat deze onderdelen gedurende de uitvoering van de concessie zonder problemen zouden functioneren, althans dat gebreken kosteloos hersteld zouden worden. Partijen hebben immers voorafgaand aan de inschrijving voor de concessie intensief samengewerkt, en BIOS heeft destijds aan Tesla duidelijk gemaakt aan welke vereisten de voertuigen moesten voldoen. Nadat er problemen ontstonden met de in 2014 gekochte Model S voertuigen is in overleg besloten tot inruil daarvan, en tot aankoop van de Model X voertuigen. Aangezien de huidige koopovereenkomst is gesloten tegen de achtergrond van bekende vereisten en de geconstateerde non-conformiteit van de Model S voertuigen, mocht BIOS er op vertrouwen dat de nieuwe aankoop zou voldoen aan haar verwachtingen. Dat dit ook verwacht mocht worden blijkt uit het feit dat Tesla tijdens de bijeenkomst van 11 april 2019 expliciet heeft toegezegd voornoemde (gebrekkige) onderdelen kosteloos te herstellen. BIOS heeft ex artikel 3:296 BW recht op nakoming van deze gemaakte afspraak. Voor zover de rechtbank dit beroep niet honoreert, en hoe dan ook ten aanzien van de overige in het petitum vermelde onderdelen, geldt dat de geleverde Tesla Vloot niet aan de uit hoofde van de koopovereenkomst gerechtvaardigde verwachtingen beantwoordt, en derhalve non-conform is in de zin van artikel 7:17 BW. BIOS heeft dan tevens op grond van artikel 7:21 BW recht op kosteloos herstel van alle onderdelen, aldus BIOS.
4.15.
Tesla voert aan dat de verwachtingen van BIOS geen grondslag vinden in de feiten, en dat de gestelde toezegging op 11 april 2019 niet is gedaan. BIOS kan in onderhavige zaak geen rechten ontlenen aan de besprekingen tussen partijen ten tijde van de openbare aanbesteding van de concessie of aan de in 2014 gesloten koopovereenkomst en de inruil van de Model S voertuigen, die later volgde. Dit allemaal vormt immers geen onderdeel van de onderhavige overeenkomst, en er is geen sprake van handelen van Tesla op basis waarvan BIOS iets anders zou mogen verwachten dan wat in de koopovereenkomst staat. Zoals daarin in artikel 5 opgenomen, geldt tussen partijen uitsluitend de garantieregeling van de NVLW, en daarnaast bevat de koopovereenkomst ook in artikel 10 een “
entire agreement clause”. Gelet hierop ligt het niet in de rede dat partijen kosteloos herstel van de onderdelen zouden afspreken, en Tesla heeft dan ook geen dergelijke toezegging gedaan. Verder hebben partijen in artikel 5 van de koopovereenkomst en in de NVLW de non-conformiteitsbepalingen van Boek 7 BW rechtsgeldig uitgesloten. Voor zover de rechtbank onverhoopt tot het oordeel zou komen dat BIOS een beroep toekomt op non-conformiteit, betwist Tesla dat daarvan sprake is. Tesla is dan ook niet gehouden herstelwerkzaamheden kosteloos te verrichten.
4.16.
BIOS brengt daar tegenin dat de NVLW geen onderdeel van de koopovereenkomst uitmaakt. Over de toepasselijkheid van de NVLW bij het aangaan van de koopovereenkomst in 2017 is niet onderhandeld en de NVLW is ook niet aan de koopovereenkomst gehecht, dan wel op een andere manier aan BIOS ter hand gesteld. Ook is er in artikel 5 van de koopovereenkomst zelf geen garantiebepaling opgenomen, het gaat slechts om een verwijzing. BIOS gaat er dan ook vanuit dat de NVLW niet van toepassing is op de koopovereenkomst.
4.17.
Anders dan BIOS is de rechtbank van oordeel dat de NVLW wel onderdeel uitmaakt van de koopovereenkomst. Partijen zijn in artikel 5 van de koopovereenkomst de toepasselijkheid van de NVLW overeengekomen. Gezien de omvang van de slechts twee pagina’s tellende koopovereenkomst is het niet aannemelijk dat BIOS dit artikel over het hoofd heeft gezien, en mocht BIOS er evenmin van uitgaan dat de garantiebepaling niet geldig zou zijn omdat de volledige inhoud hiervan niet in de koopovereenkomst zelf is opgenomen. Daar komt bij dat partijen voorafgaand aan het sluiten van de koopovereenkomst meermaals uitvoerig hebben gecorrespondeerd over de inhoud en omvang van de NVLW, nadat hierover na de aankoop van de Model S voertuigen in 2014 discussie was ontstaan. Daarbij heeft Tesla bij haar brief aan BIOS in reactie op een aansprakelijkheidsstelling van BIOS d.d. 1 april 2015 expliciet aan BIOS medegedeeld dat de NVLW van toepassing was, en dat de garantieregeling zag op een periode van 4 jaar of 80.000 gereden kilometers. Ook heeft Tesla op de facturen van de door haar onder de NVLW kosteloos uitgevoerde reparaties steeds naar de NVLW verwezen. BIOS was dan ook genoegzaam bekend met het bestaan van de NVLW en de inhoud hiervan. Indien BIOS bij de aankoop van de Model X voertuigen niet akkoord had willen gaan met deze garantieregeling, had het op haar weg gelegen hierover andersluidende afspraken te maken voorafgaande aan het sluiten van de koopovereenkomst. Dat heeft zij niet gedaan.
4.18.
De vaststelling dat de NVLW van toepassing is, met de daarin vervatte garantieregeling, verhoudt zich moeizaam tot de door BIOS gestelde gerechtvaardigde verwachting dat gebreken aan voornoemde onderdelen tot een kilometerstand van 500.000 km kosteloos hersteld zouden worden. Ook voor het overige bevat het dossier onvoldoende ondersteuning voor dit standpunt van BIOS. Aangezien BIOS een professionele partij is, had het op haar weg gelegen om eventuele aanvullende verplichtingen voor Tesla, voortvloeiende uit de eerdere betrekkingen tussen partijen, op enige wijze vast te laten leggen ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst. Dit is kennelijk niet gebeurd.
Gezien de concrete betwisting van Tesla van de door BIOS gestelde toezegging van 11 april 2019 had het ook op de weg van BIOS gelegen om deze stelling nader te doen staven en een begin van bewijs aan te dragen voor het bestaan van deze toezegging. Dit laat zij na en daarom wordt zij niet toegelaten tot bewijslevering.
Nu niet is gebleken van buiten de koopovereenkomst overeengekomen aanvullende verplichtingen of van gerechtvaardigde verwachtingen daarover, en evenmin van gedane toezeggingen daartoe, faalt het beroep op nakoming ex artikel 3:296 BW.
4.19.
De rechtbank gaat evenwel niet mee in de stelling van Tesla dat artikel 5 van de NVLW in de weg staat aan een beroep van BIOS op artikel 7:17 BW. Immers,
garantiebepalingen brengen – veelal gedurende een beperkte tijd – extra verplichtingen mee, maar ontslaan de leverancier niet van zijn (algemene) plicht om de overeenkomst na te komen, in die zin dat hij een zaak dient te leveren die de eigenschappen bezit die de koper op grond van de overeenkomst mocht verwachten, ook na ommekomst van de garantietermijnen. Onderhavige garantieregeling geldt voor herstel van defecte onderdelen. Dat betekent niet dat de onderdelen bij levering niet zouden hoeven voldoen aan de koopovereenkomst. Tesla is dan ook op grond van de koopovereenkomst gehouden 64 auto’s aan Trompenburg te leveren die (minimaal) voldoen aan de daaraan in artikel 7:17 BW gestelde eisen.
4.20.
Ten aanzien van het beroep van BIOS op non-conformiteit merkt de rechtbank het volgende op. Gelet op de formulering van de vordering begrijpt de rechtbank dat BIOS zich op het standpunt stelt dat vermoed dient te worden dat voornoemde onderdelen in de voertuigen bij aflevering niet aan de overeenkomst hebben beantwoord, wanneer afwijkingen aan deze onderdelen zich openbaren binnen een termijn van vier jaren na aflevering, dan wel binnen het afleggen van 500.000 kilometer, al naar gelang het eerst wordt bereikt.
4.21.
Tesla heeft hier tegenin gebracht dat deze vordering van BIOS moet worden afgewezen, omdat niet op voorhand kan worden vastgesteld dat toekomstige gebreken aan deze onderdelen zijn ontstaan als gevolg van non-conformiteit. De schade kan immers net zo goed na aflevering zijn ontstaan, bijvoorbeeld door slijtage na intensief gebruik of door botsingen/aanrijdingen. In feite vordert BIOS hier een verlenging van de garantie van 80.000 kilometer naar 500.000 kilometer, op alle onderdelen. Zij vordert immers kosteloos herstel van alle genoemde onderdelen zonder dat aangetoond hoeft te worden dat deze gebreken reeds aanwezig waren bij de aflevering van de voertuigen. Maar dat zijn partijen niet overeengekomen. Verder zou geen autoproducent een dergelijke garantie kunnen geven, het gaat om slijtage gevoelige onderdelen, waar zelfs bij Mercedes geen verzekering voor boven de 200.000 kilometer gesloten kan worden.
4.22.
De rechtbank oordeelt als volgt. Het is aan BIOS om te stellen en te bewijzen dat gebreken zijn ontstaan als gevolg van de door haar gestelde non-conformiteit, waarbij onder meer is vereist dat het gebrek aanwezig was ten tijde van de aflevering. Dat dit vermoed kan worden het geval te zijn voor alle gebreken aan alle in de vordering vermelde onderdelen die zich binnen het afleggen van 500.000 kilometer voordoen, is niet nader onderbouwd, terwijl een dergelijk vermoeden verstrekkende gevolgen zou hebben. Met Tesla is de rechtbank van oordeel dat de vordering van BIOS feitelijk een eenzijdige aanpassing/verzwaring van de overeengekomen garantieverplichting van 80.000 naar 500.000 gereden kilometers betreft. Dat is slechts mogelijk indien partijen dit in onderling overleg zijn overeenkomen. Het feit dat Tesla coulance halve na ommekomst van voornoemde garantieperiode verschillende reparaties aan verschillende onderdelen van de voertuigen kosteloos heeft verricht maakt dit niet anders. Dat dit ook niet redelijkerwijs van BIOS kan worden verwacht vindt ook ondersteuning in de onbetwiste stelling van Tesla dat de verlengde garantietermijn van Mercedes, die een klant kan afsluiten nadat de standaard fabrieksgarantie is verlopen, niet verder gaat dan 200.000 kilometer, en dat taxivoertuigen voor de maximale kilometrage niet in aanmerking komen.
4.23.
Op grond van vorenstaande kan niet worden aangenomen dat zodra een gebrek aan een van voornoemde onderdelen zich openbaart, binnen een termijn van vier jaren na aflevering, dan wel binnen het afleggen van 500.000 kilometer, al naar gelang het eerst wordt bereikt, dit zonder meer betekent dat sprake is van non-conformiteit. In lijn met vorenstaande is het dan ook aan BIOS om te stellen en te bewijzen dat de toekomstige gebreken in voornoemde onderdelen zijn/zullen ontstaan als gevolg van non-conformiteit. BIOS voert daartoe nog aan dat het hier gaat om niet slijtage gevoelige onderdelen die in een groot aantal voertuigen van de Tesla Vloot inmiddels gebreken hebben vertoond, zodat kan worden aangenomen dat deze onderdelen non-conform zijn. Wat ook verder van deze stelling zij, op voorhand kan niet worden vastgesteld dat (toekomstige) gebreken zijn/zullen ontstaan ten gevolge van deze door BIOS gestelde non-conformiteit van deze onderdelen, dan wel wegens een geheel andere oorzaak, zoals een aanrijding of nalatig onderhoud. Daar komt nog bij dat alle voertuigen inmiddels een hoge kilometerstand hebben, en dat niet is komen vast te staan dat de vordering (uitsluitend) ziet op onderdelen die niet slijtage gevoelig zijn. Het is om die reden dan ook minder waarschijnlijk dat vastgesteld kan worden dat eventuele nog te ontdekken gebreken reeds bij levering bestonden. Deze vordering zal om bovenstaande redenen worden afgewezen.
Kosteloos herstel van onderdelen die de fluctuerende kilometerstand veroorzaken (Ad. III)
4.24.
BIOS vordert voorts Tesla te veroordelen de onderdelen die de fluctuerende kilometerstand veroorzaken kosteloos te herstellen.
4.25.
Tesla brengt hier tegenin dat voor zover er in het verleden door haar klachten van BIOS over fluctuerende kilometerstanden zijn ontvangen, deze klachten inmiddels kosteloos door haar zijn verholpen. De voertuigen van BIOS ondervinden op dit moment dan ook geen problemen met de kilometerstanden.
4.26.
Voor een geslaagd beroep op non-conformiteit is het aan BIOS om te stellen en bewijzen dat het gebrek reeds bij aflevering aanwezig was. BIOS geeft evenwel aan dat dit gebrek niet eerder dan medio 2019 door haar is geconstateerd. Voor zover al aangenomen zou kunnen worden dat het gebrek reeds bij aflevering aanwezig was, dan heeft te gelden dat gezien het feit dat BIOS tijdens de mondelinge behandeling heeft verklaard dat de voertuigen uit de Tesla Vloot op dit moment geen problemen ondervinden met de kilometerstanden, onduidelijk is welk belang zij thans heeft bij haar vordering. Voor zover deze vordering van BIOS ziet op eventueel toekomstige problemen die zich nog moeten openbaren kan die – in lijn met hetgeen reeds is overwogen – niet worden toegewezen omdat niet op voorhand kan worden vastgesteld dat het gebrek al ten tijde van aflevering aanwezig was. Verder heeft Tesla tijdens de mondelinge behandeling toegezegd toekomstige klachten over de fluctuerende kilometerstand (wederom) kosteloos te verhelpen. De rechtbank gaat er van uit dat deze toezegging nageleefd gaat worden. Zij zal om bovenstaande redenen deze vordering dan ook afwijzen.
Creditering van facturen (Ad. IV)
4.27.
BIOS vordert voorts de reeds gefactureerde kosten voor het herstel van in het petitum vermelde gebrekkige onderdelen te crediteren. BIOS vordert een en ander – ten aanzien van de gebrekkige draagarmen, aandrijfassen en bijbehorende rubbers – primair op grond van artikel 3:296 BW, en subsidiair op grond van artikel 7:17 jo. 7:21 BW. Voor de overige onderdelen genoemd in het petitum baseert zij haar vordering uitsluitend op artikel 7:17 jo. 7:21 BW.
4.28.
Het beroep op nakoming op grond van artikel 3:296 BW wordt verworpen. De rechtbank verwijst daarbij naar de overwegingen in alinea 4.18.
4.29.
Ter onderbouwing van haar stelling dat sprake is van non-conformiteit heeft BIOS bij haar dagvaarding in producties 9 en 10 een reeks facturen overgelegd, die zien op reparaties van de Tesla Vloot. In aanvulling op dit totaalbeeld heeft BIOS in productie 47.2 een overzicht van de onderhouds- reparatie- en serviceactiviteiten per voertuig overgelegd. Hieruit volgt volgens BIOS – in onderlinge samenhang bezien – dat de Tesla Vloot, mede bezien in het licht van het doel van de aankoop hiervan, non-conform is.
4.30.
De stelling dat de Tesla Vloot als geheel, inhoudende 54 Model X voertuigen, gebreken vertoont is iets anders dan de stelling dat een of meerdere specifieke onderdelen van alle 54 Model X voertuigen non-conform zijn. Dat eerste is evenwel de stelling die BIOS aan deze vordering ten grondslag legt. BIOS stelt dat sprake is van structureel non-conformiteit, omdat de gebreken zich al kort na aflevering in een groot aantal van de voertuigen hebben voorgedaan, terwijl de gebreken niet zien op slijtage gevoelige onderdelen. BIOS onderbouwt haar stelling met door haar berekende percentages per soort gebrek (punt 1.6 van de pleitnotities), waarbij zij voor een zevental onderdelen heeft berekend hoeveel auto’s in de periode van aflevering eind 2017 tot en met februari 2020 gebreken vertoonden. De percentages variëren van 83% voor problemen met de deuren tot 41% voor problemen met de stuurbekrachtiging, en zijn – zo begrijpt de rechtbank – gebaseerd op de door BIOS ter illustratie overgelegde, niet in de stukken nader behandelde productie 47.2. Hieraan verbindt BIOS de conclusie dat ieder gebrek die met ieder van deze onderdelen te maken heeft, wordt vermoed te zien op non-conformiteit. Dit is door Tesla gemotiveerd betwist, en is afgezien van bovenvermelde berekening van BIOS niet nader onderbouwd.
4.31.
Uit het door BIOS als productie 47.2 overgelegde overzicht en punt 1.6 van de pleitnotities van BIOS komt naar het oordeel van de rechtbank echter een afwisselend schadebeeld naar voren, dat allesbehalve eenduidig is. Niet ieder voertuig heeft hetzelfde gebrek. Geen enkel onderdeel is bij alle voertuigen kapot. Weliswaar is er aan de voertuigen in de vermelde periode schade opgetreden, maar tegelijkertijd zijn de voertuigen intensief gebruikt, met in korte tijd snel oplopende kilometerstanden. Daar komt bij dat niet vast is komen te staan dat de gebreken, zoals gesteld door BIOS, (uitsluitend) zien op niet slijtage gevoelige onderdelen. Voor zover sprake zou zijn van enige slijtagegevoeligheid is niet (per onderdeel) nader gepreciseerd of onderbouwd wat de koper mag verwachten voordat non-conformiteit een rol gaat spelen. Tesla heeft er verder terecht op gewezen dat meerdere van de gestelde gebreken zicht-/voelbaar behoren te zijn (onder andere camera, touchscreen, airconditioning, deuren), waarna onduidelijk is gebleven in hoeverre deze gebreken niet al bij levering opgemerkt hadden moeten worden.
4.32.
Gelet hierop kan niet in zijn algemeenheid worden geconcludeerd dat er sprake is van structurele non-conformiteit van de Tesla Vloot. De rechtbank merkt daarbij op dat dit niet wegneemt dat er bij bepaalde auto’s sprake kan zijn van non-conformiteit. Dit kan echter niet op basis van de ingenomen stelling vastgesteld worden. Het had dan ook op de weg van BIOS gelegen om per voertuig/factuur nader te onderbouwen welke kosten zien op het herstel van non-conforme onderdelen, waarbij aangetoond dient te worden dat de desbetreffende gebreken reeds bij aflevering aanwezig waren. Dit laat zij na. Dat er sprake is van structurele non-conformiteit, en dat Tesla derhalve op grond van artikel 7:21 BW is gehouden de uitgevoerde herstelwerkzaamheden kosteloos te verrichten, is dan ook niet gebleken.
4.33.
Conclusie is dat ook de vordering tot het crediteren van de door Tesla in rekening gebrachte kosten voor de door haar uitgevoerde herstelwerkzaamheden aan voornoemde onderdelen wordt afgewezen.
Verklaring voor recht (Ad. I)
4.34.
BIOS verzoekt de rechtbank voor recht te verklaren dat de door Tesla aan Trompenburg geleverde Model X voertuigen niet aan de tussen Tesla en Trompenburg gesloten overeenkomst beantwoorden in de zin van art. 7:17 BW.
4.35.
Uit het voorgaande blijkt dat niet in zijn algemeenheid kan worden geconcludeerd
dat alle 54 Model X voertuigen van de Tesla Vloot non-conform zijn. Gelet daarop zal de door BIOS gevorderde verklaring voor recht worden afgewezen.
Toekomstige dienstverlening Tesla (Ad. V)
4.36.
BIOS vordert nakoming ex artikel 3:296 BW van de verplichtingen van Tesla ten aanzien van de door haar te verlenen aftersales- en reparatiediensten, welke voortvloeien uit de tussen partijen gesloten koopovereenkomst.
4.37.
Ter onderbouwing van deze vordering voert BIOS – samengevat – het volgende aan. Op grond van de overeenkomst heeft Tesla niet alleen een plicht tot levering van zaken die aan de overeenkomst beantwoorden, maar heeft zij tevens verschillende bijkomende verplichtingen. Dat er op Tesla uit hoofde van de koopovereenkomst bijzondere verplichtingen met betrekking tot aftersalesdienstverlening rusten volgt onder meer uit artikel 5 van de Taxi/Limousine Fleet Rider Agreement. BIOS heeft als “Tesla taxi fleet rider’ en ‘key account’ recht op aanvullende service en ondersteuningsvoordelen van een ‘dedicated key account manager’. Daarnaast heeft Tesla op haar website toegezegd adequate aftersales- en reparatiediensten te verlenen. Verder geldt dat er, gelet op de totstandkominggeschiedenis van de koopovereenkomst, de conformiteitseis en de werking van de redelijkheid en billijkheid ex artikel 6:248 BW, op Tesla de bijzondere verplichting rust om adequate aftersales- en reparatiediensten te verlenen ten aan zien van de door haar afgeleverde producten. Als bedrijfsmatig handelende koper van een groot aantal, zeer kostbare voertuigen voor het overeengekomen gebruik als taxivoertuigen, heeft BIOS recht op verlening van adequate reparatie en aftersales diensten binnen een redelijke termijn, en ook op noodzakelijke aanvullende ondersteuning, dit allemaal op zodanige wijze dat BIOS hierdoor geen ernstige overlast ondervindt voor de exploitatie van de Tesla Vloot als taxibedrijf. Aangezien Tesla door haar beleid de enige partij is door wie BIOS reparaties en aftersales diensten kan laten verlenen, rust ook om die reden op Tesla een bijzondere zorgplicht ten aanzien van voornoemde nevenverbintenissen uit de koopovereenkomst.
4.38.
Tesla brengt daartegen in dat uit de koopovereenkomst – buiten de NVLW om – geen aanvullende verplichtingen voor Tesla met betrekking tot aftersales- en reparatiedienstenverlening volgen. Zoals bepaald in de Taxi/Limousine Fleet Rider Agreement is wel degelijk een “dedicated key account manager” aangesteld voor de Tesla Vloot. De account manager heeft BIOS vaak te woord gestaan en bij klachten ondersteund. Voor het overige zijn tussen partijen geen aanvullende afspraken hierover gemaakt, en volgt noch uit de redelijkheid en billijkheid, noch op basis van een vermeende bijzondere zorgplicht dat er op Tesla enige vorm van bijkomende verplichtingen zou rusten. De mededelingen op de website van Tesla waar BIOS naar verwijst betreffen slechts mededelingen van algemene en publieke aard en maken geel deel uit van de koopovereenkomst. Ten tijde van het sluiten van de koopovereenkomst stonden deze mededelingen niet op de website van Tesla, en ook voor het overige kan BIOS hier geen beroep op doen, gelet op de “
entire agreement clause” in artikel 10 van de koopovereenkomst. Verder geldt dat BIOS wel degelijk verschillende onderhoudswerkzaamheden aan de voertuigen door derden kan laten uitvoeren.
4.39.
De rechtbank dient te beoordelen of Tesla wettelijk kan worden verplicht te voldoen aan het door BIOS in het petitum geformuleerde niveau van dienstverlening. Vastgesteld kan worden dat hetgeen BIOS aan verplichtingen voor Tesla vordert niet als zodanig is opgenomen in de koopovereenkomst of in de daarbij behorende bijlages. Het dossier biedt ook voor het overige onvoldoende ondersteuning om aan te nemen dat partijen (mondeling) dergelijke verstrekkende afspraken hebben gemaakt, of dat Tesla het gevorderde toegezegd zou hebben.
4.40.
De rechtbank heeft begrip voor de noodzaak voor BIOS om (weer) te kunnen vertrouwen op een adequate serviceverlening door Tesla. Dit mag ook (mede) op grond van artikel 6:248 BW van Tesla verwacht worden. De vordering behelst echter een zeer uitgebreid en gedetailleerd pakket aan eisen, die neerkomt op het in ingrijpende mate bepalen van het algehele service- en reparatiebeleid van Tesla. Nog los van de vraag omtrent de uitvoerbaarheid van een dergelijke veroordeling, mede gezien de gevorderde dwangsommen, ziet de rechtbank onvoldoende grondslag om een dermate verstrekkend vordering toe te wijzen.
4.41.
Het beginsel van contractsvrijheid brengt mee dat Tesla – binnen de perken van met haar cliënten gemaakte afspraken – in beginsel zelf haar service- en reparatiebeleid mag bepalen, en voorts dat zij niet gedwongen kan worden niet afgesproken verplichtingen op zich te nemen. Van dit beginsel kan slechts in uitzonderingssituaties worden afgeweken. Daarvan kan sprake zijn indien een weigering zo ongegrond is, dat die onrechtmatig of naar maatstaven van redelijkheid en billijkheid onaanvaardbaar zou zijn, of dat die moet worden aangemerkt als misbruik van bevoegdheid. BIOS stelt dat Tesla op grond van een uitgebreide zorgplicht en op grond van artikel 6:248 BW verplicht is aan het volledige door BIOS gevorderde eisenpakket te voldoen. De rechtbank vindt in het dossier en het ter zitting verhandelde echter onvoldoende ondersteuning voor deze stelling. Niet is aangetoond dat partijen ten tijde van het aangaan van de koopovereenkomst deze verstrekkende verplichtingen besproken hebben, en evenmin is aangetoond dat BIOS dit gerechtvaardigd mocht verwachten, of dat Tesla hier rekening mee diende te houden. Ook voor het overige is niet nader onderbouwd dat Tesla door niet aan het gevorderde eisenpakket te voldoen onrechtmatig dan wel onredelijk zou handelen. Deze vordering zal dan ook worden afgewezen.
Vergoeding van € 1.307.148,00 (Ad. VI)
4.42.
Tot slot vordert BIOS nog een bedrag van € 1.307.148,00. Primair op grond van wanprestatie ex artikel 6:74 BW, subsidiair op grond van een gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst ex artikel 6:270 BW.
Wanprestatie
4.43.
BIOS stelt dat de door Tesla geleverde Taxi Vloot én de aftersales- en reparatiedienstverlening niet aan de koopovereenkomst beantwoorden en derhalve non-conform zijn, in de zin van artikel 7:17 BW. Als gevolg daarvan is er sprake van een toerekenbare tekortkoming in de nakoming ex artikel 6:74 BW aan de zijde van Tesla. BIOS stelt dat zij als gevolg van deze toerekenbare tekortkoming door Tesla schade heeft geleden, bestaande uit gederfde omzet als gevolg van de stilstand van de voertuigen doordat i) de auto’s onnodig vaak dienden te worden gerepareerd, en ii) de service- en onderhoudswerkzaamheden niet tijdig werden uitgevoerd. De omvang van deze schade wordt door BIOS begroot op een bedrag van € 1.307.148,00. Ter onderbouwing van de omvang van de door haar gestelde schade heeft BIOS een Excel-overzicht overgelegd waarin wordt weergegeven hoeveel Model X voertuigen per week zijn gebruikt en stil hebben gestaan in de periode 2018, 2019 en begin 2020.
4.44.
Tesla betwist – kort gezegd en voor zover hierna relevant – dat BIOS schade heeft geleden als gevolg van de door BIOS gestelde wanprestatie van Tesla. Bovendien heeft Tesla de omvang van de door BIOS gestelde schade en het causaal verband tussen de gestelde wanprestatie van Tesla en de gevorderde schade door stilstand betwist. Verder kwalificeert de (vermeende) schade als indirecte of gevolgschade, omdat deze niet rechtstreeks uit (beweerdelijke) tekortkomingen voortvloeit, en Tesla heeft haar aansprakelijkheid voor gevolgschade in artikel 7 van de koopovereenkomst en in de NVLW uitgesloten.
4.45.
Deze vordering zal worden afgewezen. Primair is daartoe redengevend dat niet is vast komen te staan dat de door Tesla geleverde Model X voertuigen én aftersales- en reparatie-dienstverlening niet beantwoorden aan de koopovereenkomst en derhalve non-conform zijn, zodat daarmee tevens niet vast is komen te staan dat sprake is van wanprestatie aan de zijde van Tesla. Ten aanzien van de beoordeling van non-conformiteit van de Tesla Vloot verwijst de rechtbank naar alinea’s 4.30-4.32. Ten aanzien van de aftersales- en reparatiedienstverlening is niet komen vast te staan dat BIOS recht heeft op het door haar verwachtte en gevorderde servicepakket, zie alinea’s 4.39-4.41, zodat het gebrek daaraan evenmin een wanprestatie van Tesla oplevert. Daarnaast heeft BIOS niet inzichtelijk gemaakt in hoeverre er een causaal verband bestaat tussen de gestelde schade door stilstand en de gestelde wanprestatie van Tesla. Immers kunnen voertuigen ook om verschillende andere redenen stil hebben gestaan, waaronder periodiek onderhoud en schadeherstel na botsingen/aanrijdingen. Verder is de hoogte van de schade thans onvoldoende onderbouwd. De rechtbank begrijpt dat het gevorderde bedrag ziet op een geprognosticeerde gemiddelde omzet, zonder nadere onderbouwing, terwijl omzet niet één op één als schade kwalificeert. Om bovenstaande redenen zal deze vordering reeds worden afgewezen, zodat de rechtbank niet toekomt aan de beoordeling van het beroep van Tesla op contractuele uitsluiting van aansprakelijkheid.
Gedeeltelijke ontbinding
4.46.
De onderhavige vordering strekt subsidiair tot gedeeltelijke ontbinding van de koopovereenkomst. De vordering is ook op deze grond niet toewijsbaar. Redengevend daartoe is het volgende. Anders dan bij contractsoverneming ex artikel 6:159 BW doet cessie niet de gehele rechtsverhouding overgaan. Door cessie wordt de gecedeerde vordering losgemaakt uit de rechtsverhouding tussen cedent en cessus en gaat zij over op de cessionaris. Cessie heeft echter niet tot gevolg dat de cessionaris geheel wordt gesteld in de plaats van de cedent. Op de verkrijger van een vorderingsrecht gaan de daarbij behorende nevenrechten van rechtswege over. Bevoegdheden die ertoe strekken de rechtsverhouding waaruit de vordering voortspruit te beëindigen, zoals de bevoegdheid tot ontbinding of vernietiging van een overeenkomst, zijn evenwel geen nevenrechten. Deze blijven bij de oude schuldeiser. Nu de vorderingsrechten slechts aan BIOS zijn gecedeerd en partijen via artikel 5 van de koopovereenkomst bovendien de mogelijkheid tot contractsovername hebben uitgesloten komt BIOS deze bevoegdheid niet toe. Dit leidt ertoe dat BIOS niet kan worden ontvangen in deze vordering.
Proceskosten
4.47.
Bij deze uitkomst van de procedure wordt BIOS als de in het ongelijk gestelde partij veroordeeld in de proceskosten. De kosten aan de zijde van Tesla tot op heden worden begroot op:
griffierecht € 4.200,00
salaris gemachtigde
€ 11.997,00(3 punten x tarief € 3.999,00)
totaal € 16.197,00
4.48.
De gevorderde nakosten zullen ambtshalve worden begroot en toegewezen zoals hierna in de beslissing is vermeld.

5.De beslissing

De rechtbank
5.1.
wijst het gevorderde af;
5.2.
veroordeelt BIOS in de proceskosten, aan de zijde van Tesla tot op heden begroot op € 16.197,00, te vermeerderen met de wettelijke rente als bedoeld in art. 6:119 BW over dit bedrag met ingang van de veertiende dag na de datum van dit vonnis tot de dag van volledige betaling,
5.3.
begroot de nakosten op € 163,00 aan salaris advocaat, te vermeerderen, onder de voorwaarde dat BIOS niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan het vonnis heeft voldaan en er vervolgens betekening van de uitspraak heeft plaatsgevonden, met een bedrag van € 85,00 aan salaris advocaat en de explootkosten van betekening van de uitspraak,
5.4.
verklaart dit vonnis wat betreft de proceskostenveroordeling uitvoerbaar bij voorraad.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E.B. Nyman, rechter, bijgestaan door mr. C.M. Mellema, griffier, en in het openbaar uitgesproken op 7 juli 2021. [1]

Voetnoten

1.type: