Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de meervoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , te [plaatsnaam] , eiser
de minister van Financiën, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
.De beslissing wordt in het openbaar uitgesproken.
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 25 augustus 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de minister van Financiën over de Tijdelijke tegemoetkomingsregeling KO. Deze regeling is bedoeld om ouders te compenseren voor de eigen bijdrage aan de kinderopvang tijdens de eerste lockdown van 16 maart 2020 tot en met 7 juni 2020. De eiser ontving kinderopvangtoeslag voor zijn zoon, maar was van mening dat de compensatie van € 599,- die hem was toegekend, niet in overeenstemming was met de werkelijke kosten van de kinderopvang. De rechtbank oordeelde dat de keuze voor een zelfstandige AMvB aanvaardbaar was en dat de afbakening van de groep rechthebbenden door de verweerder in redelijkheid was gemaakt. De rechtbank concludeerde dat de situatie van eiser niet binnen deze afbakening viel en dat er geen sprake was van strijd met gedane beloftes of een onevenredige uitkomst. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard, wat betekent dat hij geen gelijk kreeg in zijn verzoek om een nieuwe berekening van de tegemoetkoming op basis van de werkelijke kosten.