ECLI:NL:RBAMS:2021:460

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
8 februari 2021
Publicatiedatum
11 februari 2021
Zaaknummer
C/13/635457 / KG ZA 17-1039
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Proces-verbaal
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vervangende toestemming voor vakantie met kinderen in Egypte tijdens coronamaatregelen

Op 8 februari 2021 heeft de Rechtbank Amsterdam in een kort geding uitspraak gedaan over de vervangende toestemming voor een vakantie met kinderen naar Egypte. De eiseres, de vrouw, verzocht toestemming om met haar kinderen van 13 en 12 jaar oud van 10 februari tot en met 3 maart 2021 naar Egypte te reizen om familie te bezoeken. De man, de gedaagde, verzet zich tegen dit verzoek. Tijdens de zitting is naar voren gekomen dat de kinderen vanwege de coronamaatregelen niet naar school hoeven en online onderwijs kunnen volgen vanuit Egypte. De voorzieningenrechter heeft het verzoek van de vrouw afgewezen, omdat er geen noodzaak is om te reizen. De rechter verwijst naar het overheidsadvies om in Nederland te blijven en niet te reizen, wat de kans op verspreiding van het coronavirus vergroot. De voorzieningenrechter benadrukt dat, hoewel het begrijpelijk is dat de kinderen hun grootmoeder willen zien, de reis niet noodzakelijk is en dat de adviezen van de overheid moeten worden opgevolgd. De rechter overweegt dat in een andere situatie, zonder pandemie en met een schoolvakantie, de toestemming mogelijk wel verleend zou zijn, maar dat deze situatie zich nu niet voordoet. De proceskosten worden gecompenseerd, wat gebruikelijk is in familiezaken.

Uitspraak

proces-verbaal

RECHTBANK AMSTERDAM

Afdeling privaatrecht, voorzieningenrechter civiel
zaaknummer / rolnummer: C/13/696894 / KG ZA 21-97 HH/EB

Proces-verbaal van mondelinge uitspraak van 8 februari 2021

in het kort geding van

[eiseres] ,

wonende te [woonplaats] ,
eiseres bij dagvaarding op verkorte termijn van 2 februari 2021,
advocaat mr. M. Amrani te Amsterdam,
tegen

[gedaagde] ,

wonende te [woonplaats] ,
gedaagde,
advocaat mr. A. el Aqde te Amsterdam.
Tegenwoordig zijn mr. H.C. Hoogeveen, voorzieningenrechter, en mr. E. van Bennekom, griffier.
Na uitroeping van de zaak zijn partijen en hun advocaten verschenen. Beide partijen hebben producties in het geding gebracht. Gedaagde (hierna: de man) heeft verzocht een aantal van de door eiseres (hierna: de vrouw ) ingebrachte producties buiten beschouwing te laten omdat die niet zijn ingediend binnen de in het procesreglement gestelde termijn. Dat verzoek is verworpen, omdat (i) de producties waar het om gaat korte berichten zijn, die goed te overzien zijn en (ii) dit een spoed kort geding is waarvoor de dagvaardingstermijn is verkort. Partijen hebben vervolgens over en weer het woord gevoerd. De behandeling van de zaak is gesloten, waarna mondeling uitspraak is gedaan. Daarvan is ingevolge artikel 30p lid 3 Rv dit proces-verbaal opgemaakt.
De voorzieningenrechter heeft de volgende uitspraak gedaan:

De gronden van de beslissing

Het gaat in dit kort geding om de vraag of aan de vrouw vervangende toestemming moet worden verleend om in de periode van 10 februari tot en met 3 maart 2021 met de kinderen van partijen van 13 en 12 jaar oud, familie in Egypte op te zoeken. De kinderen hoeven vanwege de coronamaatregelen tot zeker 2 maart 2021 niet naar school en kunnen vanuit Egypte online onderwijs volgen, aldus de vrouw. De man verweert zich tegen dit verzoek.
De vervangende toestemming zal niet worden verleend. Er is wereldwijd een pandemie gaande, ook in Nederland. Het advies volgens de website van de rijksoverheid is “Blijf in Nederland, ga niet op reis en boek geen reizen. Elke buitenlandse reis verhoogt de kans op verspreiding van het coronavirus. Moet u toch naar het buitenland, bijvoorbeeld vanwege een (aanstaand) sterfgeval, dan moet u daarna tien dagen in quarantaine.” Er moet dus een noodzaak zijn om te reizen, wil de gevraagde toestemming worden verleend. Die noodzaak is er niet. Begrijpelijk is dat oma in Egypte de kleinkinderen graag wil zien en dat de kleinkinderen oma willen zien, maar dat zal voorlopig online moeten gebeuren. Uit de overgelegde medische stukken blijkt niet dat oma op sterven ligt of dat de reis om een andere dringende reden niet kan worden uitgesteld. Begrijpelijk is ook dat de kinderen vakantie willen en dat ze de coronamaatregelen zat zijn. Dat geldt naar verwachting voor alle Nederlanders. Iedereen zou wel met vakantie willen, maar dat kan niet. De adviezen van de overheid moeten worden opgevolgd. Op die grond zal de vordering worden afgewezen.
Ten overvloede wordt overwogen dat (i) als er geen pandemie gaande zou zijn en er dus niet een overheidsadvies zoals hiervoor geciteerd zou gelden en (ii) vervangende toestemming zou worden gevraagd voor een verblijf van drie weken in Egypte tijdens een schoolvakantie (zomervakantie), voorstelbaar is dat die toestemming wel zou worden verleend. Maar die situatie doet zich nu niet voor. Afgewacht moet worden wanneer de maatregelen zullen worden versoepeld, wat er in de zomer mogelijk is en wat de adviezen van de overheid dan zullen zijn.
Er is geen reden voor een proceskostenveroordeling. Zoals gebruikelijk in familiezaken, zullen de proceskosten tussen partijen worden gecompenseerd als na te melden.

De beslissing

De voorzieningenrechter
- weigert de gevraagde voorziening,
- compenseert de proceskosten tussen partijen, in die zin dat iedere partij de eigen kosten draagt.
Waarvan is opgemaakt dit proces-verbaal, dat door de voorzieningenrechter en de griffier is vastgesteld en ondertekend.