ECLI:NL:RBAMS:2021:5005

Rechtbank Amsterdam

Datum uitspraak
9 september 2021
Publicatiedatum
9 september 2021
Zaaknummer
AWB - 21_981
Instantie
Rechtbank Amsterdam
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid beroep tegen niet tijdig nemen van besluit op bezwaar inzake bestemmingsplan herziening

In deze zaak heeft eiseres op 15 februari 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar bezwaar door het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam. De rechtbank Amsterdam heeft op 9 september 2021 uitspraak gedaan in deze bestuursrechtelijke procedure. Eiseres had een aanvraag ingediend voor herziening van het bestemmingsplan via het loket omgevingsvergunningen, maar deze aanvraag werd door verweerder niet in behandeling genomen wegens ontbrekende gegevens. Eiseres heeft bezwaar gemaakt tegen de beslissing van verweerder, maar verweerder heeft pas op 28 juli 2021 een beslissing genomen op het bezwaar. De rechtbank overweegt dat, omdat er inmiddels op het bezwaar is beslist, er geen procesbelang meer is voor het beroep. Hierdoor verklaart de rechtbank het beroep niet-ontvankelijk. Tevens oordeelt de rechtbank dat verweerder het griffierecht van € 360,- aan eiseres moet vergoeden, omdat de beslissing pas na het indienen van het beroep is genomen. Eiseres komt echter niet in aanmerking voor vergoeding van de proceskosten, omdat de gemachtigde ook bestuurder is van eiseres, waardoor de kosten niet als beroepsmatig verleende rechtsbijstand kunnen worden aangemerkt. De uitspraak is openbaar gedaan door rechter M.M.L.A.T. Doll, in aanwezigheid van griffier N. van der Kroft.

Uitspraak

RECHTBANK AMSTERDAM

Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 21/981

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

(gemachtigde: L.A. van Neerbos),
en

het college van burgemeester en wethouders van Amsterdam, verweerder.

(gemachtigde: L. Bouzahra)

Procesverloop

Eiseres heeft op 15 februari 2021, beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op haar bezwaar.
Verweerder heeft een verweerschrift ingestuurd.
Eiseres en verweerder hebben nadere standpunten ingenomen en stukken ingestuurd.

Overwegingen

1. De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak zonder zitting.
2. Tegen het niet tijdig nemen van een besluit kan beroep worden ingesteld. [1] Het beroepschrift kan worden ingediend als het bestuursorgaan niet tijdig een besluit heeft genomen en twee weken zijn verstreken nadat een schriftelijke ingebrekestelling door het bestuursorgaan is ontvangen. [2]
3. Op 24 februari 2020 heeft eiseres via het loket omgevingsvergunningen (OLO) een aanvraag ingediend voor herziening van het bestemmingsplan [plaats] . Verweerder heeft met het besluit van 17 juni 2020 aan eiseres laten weten dat haar OLO aanvraag niet in behandeling wordt genomen wegens ontbrekende gegevens. Daarnaast heeft verweerder laten weten afzonderlijk te zullen reageren op het verzoek tot wijziging van het bestemmingsplan, omdat een dergelijk verzoek niet via het omgevingsloket kan worden ingediend. Verweerder heeft vervolgens inhoudelijk op het verzoek gereageerd met de brief van 12 augustus 2020 dat de aanvraag van eiseres buiten behandeling wordt gelaten, omdat eiseres niet als belanghebbende kan worden aangemerkt. Eiseres heeft met de brief van 14 september 2020, door verweerder ontvangen op 18 september 2020, bezwaar gemaakt tegen de brief van 12 augustus 2020. Bij brief van 27 november 2020 heeft eiseres verweerder in gebreke gesteld. Bij email van 16 januari 2021 heeft eiseres verweerder nogmaals in gebreke gesteld. Per email van 4 mei 2021 heeft eiseres een email ontvangen van de juridisch adviseur omgevingsrecht [de persoon] , mede namens de bezwaarschriftencommissie. In die email is medegedeeld dat tegen de brief van 12 augustus 2020 geen bezwaar open staat, omdat dit geen appellabel besluit is, maar dat eiseres toch wel als belanghebbende kan worden aangemerkt inzake haar aanvankelijke verzoek. Nu eiseres geen afwijzingsbesluit heeft ontvangen, moet er volgens de commissie nog besloten worden op het verzoek van eiseres.
4. De rechtbank stelt vast dat verweerder op 28 juli 2021 een beslissing heeft genomen op het bezwaar. Omdat op het bezwaar is beslist, is er ook geen procesbelang meer.
5. Het beroep is daarom niet-ontvankelijk.
6. Omdat verweer pas een beslissing heeft genomen nadat eiseres beroep heeft ingesteld, dient verweerder aan eiseres het griffierecht te vergoeden.
11. Eiseres komt niet in aanmerking voor vergoeding van de proceskosten omdat gemachtigde ook bestuurder is van eiseres. De werkzaamheden kunnen daarom niet worden aangemerkt als kosten van door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand, zoals volgt uit artikel 1 onder a van het Besluit proceskosten bestuursrecht (Bpb) .

Beslissing

De rechtbank:
- verklaart het beroep gegrond niet-ontvankelijk;
en
- draagt verweerder op het betaalde griffierecht van € 360,- aan eiseres te vergoeden.
Deze uitspraak is gedaan door mr. M.M.L.A.T. Doll, rechter, in aanwezigheid van
mr. N. van der Kroft, griffier. De beslissing is in het openbaar uitgesproken.
griffier
rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak kan binnen zes weken na de dag van verzending daarvan verzet worden gedaan bij deze rechtbank. De indiener van het verzetschrift kan daarbij vragen in de gelegenheid te worden gesteld over het verzet te worden gehoord.

Voetnoten

1.Op grond van artikel 6:2, aanhef en onder b, in samenhang met artikel 7:1, eerste lid, aanhef en onder f, van de Awb.
2.Artikel 6:12, tweede lid, van de Awb