Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding tevens houdende de incidentele vordering tot het treffen van een voorlopige voorziening als bedoeld in artikel 223 lid 1 Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (hierna: Rv) jo. artikel 209 Rv, met producties,
- de incidentele conclusie van antwoord, met producties,
- de beslissing bij brief van 6 juli 2021 waarin de mondelinge behandeling is bepaald,
- het proces-verbaal van de mondelinge behandeling in het incident van 10 augustus 2021, met de daarin genoemde stukken.
2.De feiten
[naam 2]) heeft de dierentuinen van zijn vader overgenomen. [naam 2] is voorzitter en medetrustee van [eiseres 1] en medebestuurder van [eiseres 2] .
[naam foundation]). Dit is een liefdadigheidsinstelling, opgericht in 1984, die zich inzet voor onder andere bedreigde diersoorten, conservatie en herintroduceren van dieren in het wild.
EEP).
de Gedragscode) behoort daartoe en ziet op het functioneren van EAZA als organisatie en activiteiten van de EAZA-leden.
het Sanctieprotocol).
Warning
Exclusion
Termination
Warning
Exclusion
The Independenteen lang, opiniërend artikel geplaatst van de hand van [naam 2] met als titel ‘Zoos are outdated and cruel — it’s time to make them a thing of the past’ (hierna:
het Independent artikel).
Membership and Ethics Committeevan EAZA waren besproken, en dat zij had besloten [eiseres 1] en [eiseres 2] wegens de klacht over het Independent artikel ieder de sanctie van een waarschuwing op te leggen wegens het schenden van de Gedragscode. In deze e-mail staat daarnaast, voor zover relevant:
de overdracht van de cheeta’s), in plaats van de EAZA-dierentuin, zij dan een waarschuwing opgelegd zou krijgen, wegens schending van artikel 3.8.1.f, 4.3 en 3.15.5 van de
Population Management Manual.
The Timeseen interview met [naam 2] gepubliceerd, voorzien van enkele reacties van andere betrokkenen in de dierentuinwereld, met als titel ‘Help to make zoos like mine extinct, pleads wildlife heir [naam 2] ’ (hierna:
het eerste Times artikel). Op 5 januari 2020 is er nog een kort artikel in
The Timesgeplaatst, met als titel ‘It’s no tea party for Edinburgh Zoo chimps’ (hierna:
het tweede Times artikel, tezamen:
de Times artikelen), waarin [naam 2] en enkele andere betrokkenen in de dierentuinwereld worden geciteerd. De Times artikelen hebben wat betreft de genoteerde uitlatingen van [naam 2] dezelfde strekking als het Independent artikel, zie 2.9.
3.Het geschil
in de hoofdzaak
4.De beoordeling in het incident
Bevoegdheid en toepasselijk recht
toetsingskader
de artikelen) komt neer op een (onderbouwde) kritische visie van [naam 2] op bepaalde beperkingen van dierentuinen ten aanzien van hun bijdrage aan conservatie, educatie en onderzoek, alsmede zijn voorstel voor een plan om dierentuinen geleidelijk over een periode van 25 tot 30 jaar, kleinere dierentuinen in de komende 10 jaar, te sluiten en om diverse (veelal bedreigde) diersoorten (terug) te zenden naar beschermde gebieden in het wild.
de EAZA-procedure
de uitlatingen van [naam 2]) aan [eiseressen] ieder drie waarschuwingen (hierna:
de waarschuwingen), één voor elk artikel, heeft opgelegd (hierna:
de waarschuwingsbesluiten).EAZA heeft deze aan [eiseressen] ieder opgelegd. [eiseressen] zijn in beroep gegaan tegen de waarschuwingsbesluiten, waarna dit beroep is afgewezen dan wel niet-ontvankelijk verklaard door EAZA. Vervolgens heeft EAZA aan [eiseressen] ieder de status ‘uitgesloten’ opgelegd voor de duur van twee jaar (hierna:
de uitsluitingsbesluiten). EAZA deed dit op grond van het bestaan van in totaal vier gegeven waarschuwingen aan [eiseres 1] (inclusief de waarschuwing wegens de overdracht van de cheeta’s) en drie aan [eiseres 2] . Daarmee was voldaan aan de in het Sanctieprotocol (zie 2.8. onder II.) gestelde voorwaarde voor oplegging van de status ‘uitgesloten’, te weten tenminste drie waarschuwingen per EAZA-lid. [eiseressen] zijn ieder ook tegen de uitsluitingsbesluiten in beroep gegaan, welke beroepen eveneens zijn afgewezen.
de twee gedragsregels):
conservationistmet een uitgesproken visie op dierentuinen en dat hij daaraan als privé persoon een zekere publieksbekendheid ontleent. Zijn door EAZA aangehaalde betrokkenheid bij [eiseressen] en de vermeldingswijze daarvan in de artikelen maakt dan ook in de gegeven omstandigheden niet dat sprake is van vereenzelviging en dat daarom de uitlatingen met [eiseressen] moeten worden toegerekend.
4.28.
5.De beslissing
22 september 2021voor uitlaten partijen wat betreft het vervolg in de hoofdzaak.