Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
1.De procedure
- de dagvaarding van 21 januari 2020 met producties;
- de conclusie van antwoord van Apenkooi met producties;
- de conclusie van antwoord van ID&T met producties;
- het tussenvonnis van 26 mei 2021, waarbij een mondelinge behandeling is bevolen;
- de mondelinge behandeling die heeft plaatsgevonden op 31 augustus 2021, het daarvan opgemaakte proces-verbaal en de daarin genoemde processtukken en/of proceshandelingen.
2.De feiten
EVENEMENTEN
3.De vordering
Primair: de overeenkomst met Apenkooi te wijzigen in die zin dat de overeenkomst wordt verlengd tot het moment dat alle in de overeenkomst benoemde evenementen eenmaal zijn georganiseerd en het in de overeenkomst benoemde minimumaantal bekers per evenement is afgenomen/betaald;
In alle gevallen: Apenkooi te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan CupKing te betalen een bedrag van € 1.718,24 vanwege buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;
Primair: de overeenkomst met ID&T te wijzigen in die zin dat de overeenkomst wordt verlengd tot het moment dat alle in de overeenkomst benoemde evenementen eenmaal zijn georganiseerd en het in de overeenkomst benoemde minimumaantal bekers per evenement is afgenomen/betaald;
In alle gevallen: ID&T te veroordelen om tegen behoorlijk bewijs van kwijting aan CupKing te betalen een bedrag van € 1.189,- vanwege buitengerechtelijke kosten, te vermeerderen met de wettelijke (handels)rente;
In alle gevallen: Apenkooi en ID&T hoofdelijk te veroordelen in de kosten van deze procedure, alsmede de nakosten ten bedrage van € 157,- te vermeerderen met € 82,- in geval van betekening en te vermeerderen met de wettelijke rente indien niet binnen 14 dagen na het in deze te wijzen vonnis aan de veroordeling is voldaan.
4.Het verweer
Apenkooi
5.De beoordeling
Uitleg van de overeenkomst
eenafnameverplichting gold, in de zin dat zij gedurende de gehele looptijd van de overeenkomst bekers moesten afnemen. De precieze aantallen zouden per festival worden afgesproken.
De gebrekkige dienstverlening op zich is al voldoende reden om het contract op te zeggen, ik voel me daar dan ook op geen enkele manier aan gehouden”niet als een duidelijke beëindiging worden gelezen. Daarin wordt gesuggereerd dat de gebreken reden zouden kúnnen zijn om op te zeggen. Dat daarvoor nog niet wordt gekozen, blijkt uit de laatste alinea van de e-mail. Daarin wordt CupKing twee opties voor de toekomst gegeven, waarvan één is het vertrouwen te herstellen. Het bieden van deze mogelijkheid strookt niet met het beëindigen van de overeenkomst. In de e-mail wordt ook niet gerefereerd aan de beëindigingsmogelijkheid die in de overeenkomst is opgenomen. Het voorgaande betekent dat ook ID&T voor het jaar 2020 was gebonden aan de overeenkomst.