Uitspraak
RECHTBANK AMSTERDAM
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 12 oktober 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te Amsterdam, eiser
Procesverloop
Overwegingen
Het standpunt van eiser
Beslissing
.De beslissing is in het openbaar uitgesproken op
Rechtbank Amsterdam
In deze zaak heeft de Rechtbank Amsterdam op 12 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en het college van burgemeester en wethouders van de gemeente Amsterdam. De eiser ontving vanaf 4 september 2017 bijstand op basis van de Participatiewet. Naar aanleiding van een vermogenssignaal heeft verweerder een onderzoek ingesteld naar de vermogenssituatie van eiser. Dit onderzoek onthulde dat eiser twee kunstfoto's bezat ter waarde van € 8.000,- en dat hij in 2018 en 2019 een eenmalig pensioen had ontvangen van respectievelijk € 710,43 en € 1.962,54. Eiser heeft deze informatie niet aan verweerder gemeld, wat leidde tot de herziening van zijn bijstandsuitkering over de periode van 1 september 2017 tot en met 31 augustus 2019 en de terugvordering van een bedrag van € 4.699,25.
De rechtbank oordeelde dat eiser zijn inlichtingenplicht had geschonden, zoals vastgelegd in artikel 17 van de Participatiewet. De rechtbank benadrukte dat het aan verweerder was om de nodige kennis omtrent de relevante feiten te verzamelen en dat de bewijslast niet op eiser rustte. Eiser had echter niet aangetoond dat de terugvordering onterecht was. De rechtbank concludeerde dat de omstandigheden die eiser niet had gemeld, van invloed konden zijn op zijn recht op bijstand. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en bevestigde de herziening en terugvordering door verweerder. Eiser kreeg geen gelijk en er was geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling of vergoeding van het griffierecht.